Maori

De maori’s zijn de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland. Ongeveer 1000 jaar geleden kwamen ze van tropische eilanden. Ze voeren in grote dubbele kano’s en ze vonden hun richting met behulp van de sterren. Zo kwamen ze in Nieuw-Zeeland.

Een koud begin

De Maori’s moesten zich aanpassen aan het koudere klimaat van Nieuw-Zeeland. Er groeiden andere planten en er leefden andere dieren die ze in de tropische gebieden niet gewend waren. De Maori’s weefden warme kleding van vlas. Met deze warme kleding konden ze zelfs in de koude gebieden in het zuiden van Nieuw-Zeeland gaan wonen.

De cultuur van de maori’s

De taal van de Maori's heet ook Maori. De Maori’s leefden in stammen. In een stam was de hoofdman de baas. Hoofdmannen waren van adellijke afkomst. Zij heersten over het gewone volk. De verschillende stammen voerden soms oorlog. Tijdens oorlogen ontvoerden ze mensen van andere stammen en maakten die tot slaven. De verschillende stammen ontwikkelden allemaal verschillende stijlen houtsnijwerk. Dit houtsnijwerk gebruikten ze voor gereedschap, zoals wapens, kano’s en huizen. Zowel de mannen als de vrouwen versierden hun lichaam en hun gezicht met tatoeages. De Maori's kennen verschillende mythen, waarin vaak hun voorvaderen de hoofdrol spelen. Deze voorvaderen zijn voor de Maori's hun goden, die zij op verschillende manieren aanbidden.

Geschiedenis

De Maori's zijn in de Middeleeuwen naar Nieuw-Zeeland gekomen, vanuit Polynesië (dat zijn heel veel kleine eilanden). Er kwam op een gegeven moment oorlog. In 1769 waren er nog 120 000 Maori's, in 1896 waren dit er nog maar 42 000. In de 20e eeuw is het aantal Maori's weer gestegen naar zo'n 500 00.