Zweven

Zweven is een toestand, waarbij een lichaam (in de natuurkunde is dat meestal de aanduiding voor een willekeurig voorwerp) in een gas of vloeistof stijgt noch daalt. Dan is het soortelijk gewicht daarvan even groot als van de omringende materie. Zo'n zwaar metalen vliegtuig is weliswaar zwaarder dan lucht, maar past een truc toe om toch niet te vallen; het creëert als het ware een soort luchtkussen die het in de lucht houdt.

Een onderzeeër n de haven

Onder water

Het klinkt misschien gek, maar onder water kan je ook zweven. Denk maar aan een onderzeeër. Een onderzeeër kan zichzelf laten drijven op het water maar kan zichzelf ook laten zinken. Het moment dat de onderzeeër ergens midden in het water zwemt, noem je drijven.

Hoe kan het nou dat onderzeeërs kunnen zweven? In zo'n onderzeeër zitten verschillende kamers met lucht, ook wel de luchtkamers genoemd. In deze luchtkamers zit zoals je al verwacht: lucht! Op het moment dat alle kamers vol met lucht zitten drijft de onderzeeër. Nu komt het moeilijke gedeelte, een onderzeeër kan deze kamers vol met water laten stromen. Daardoor wordt de onderzeeër veel zwaarder en zakt naar beneden. De buitenkant (het water) is even zwaar als de binnenkant (de onderzeeër).

Duikers

Duiker onder water

Als je van snorkelen houdt herken je het wel. Je wilt graag onder water blijven om de vissen te zien maar telkens drijf je naar boven. Duikers hebben hier wat op gevonden. Ze gebruiken bijna hetzelfde trucje als de onderzeeër. In de tank die de duikers meenemen zit enorm veel lucht, deze lucht laten de duikers gaan en hierdoor worden de duikers zwaarder en kunnen ze naar beneden zakken. Ze kunnen zakken tot er een bepaalde druk op hun lichaam zit. Als deze druk te hoog wordt kan het levensgevaarlijk worden. Zodra de duikers weer omhoog willen kunnen ze de lucht die ze inademen ook iets meer ruimte geven waardoor ze langzaam weer omhoog kunnen komen. Daarnaast hebben de duikers ook vaak flippers aan die hier aan mee kunnen helpen. Maar pas op, ga niet te snel omhoog, anders wordt de druk te snel veranderd en kan je luchtbelletjes in je bloed krijgen.

Zweven onder water gaat er vooral om dat er even veel druk staat aan de buitenkant op het 'lichaam' als dat er druk staat van binnen het lichaam. Als de druk gelijk is kan je zweven!

Bronnen

• www.techna.nl
• John Farndon, How Science Works. 1992. Uitgeverij: Davidsfonds