Victory-schip
Een Victory-schip is de verbeterde versie van een Liberty-schip. Beiden werden in de Tweede Wereldoorlog veel gebouwd in Amerika, voor het transporteren van goederen. De victory-schepen hadden een hogere snelheid, circa 15 tot 17 knopen tegen 11 knopen voor de Liberty, en ze hadden een groter bereik (konden grotere afstanden afleggen). Hierdoor waren ze ook minder kwetsbaar voor de Duitse U-boot. De Victory-schepen hadden dan ook betere stoommachines voor de voortstuwing.
Victory-schepen waren iets groter dan Liberty-schepen, 139 meter lang bij 19 meter breed en met een diepgang van 7,6 meter.
Ze waren licht bewapend met een kanon van 127 mm op de achtersteven tegen onderzeeboten, een luchtafweerkanon op de boeg van 76 mm en acht kanonnen met een kaliber van 20 mm, ook als luchtafweergeschut.
De eerste Victory-schepen kwamen in 1944 in de vaart. Aan aan het einde van de oorlog waren er 531 klaar.
Veel schepen werden na de oorlog voor divers gebruik omgebouwd. Vele hebben als reserve vaartuig dienst gedaan bij de Amerikaanse marine. Er zijn nog drie exemplaren overgebleven als museumschip.