Tegenstelling

Een tegenstelling is de omgekeerde betekenis van een woord. Het omgekeerde van open is bijvoorbeeld dicht. Het tegenovergestelde van koud is warm. Een tegenstelling noem je ook wel een antoniem. Het woord antoniem is afgeleid van de Griekse woorden anti (dat tegen betekent) en numon (dat naam betekent).

Voorbeelden van tegenstellingen

• boven en onder
• koud en warm
• dood en levend
• kopen en verkopen
• komen en gaan
• leraar en leerling
• binnen en buiten
• altijd en nooit

Tegenstellingen in een zin

Om een tegenstelling in een zin te gebruiken kun je de volgende woorden gebruiken: maar, daarentegen, daartegenover.

Bijvoorbeeld:

• Janneke is blij, maar Hans is verdrietig.
• Otje gaat naar school, Joris daarentegen is vrij.
• Maud is goed in rekenen, Amber daartegenover maakt veel fouten in haar sommen.