Sterrog
| Sterrog Amblyraja radiata | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Gevoelig | |||
| Leefgebied | Atlantische Oceaan en de Noordzee | ||
| Leefomgeving | stenige bodem (maar ook grind, zand- of zachte modderbodems) op diepten van 20 tot 1000 m. | ||
| Behoort tot de | Roggen (Batoidea), Zoutwatervis, Vissen | ||
| |||
De sterrog of doornvleet (Amblyraja radiata) is een zoutwatervis uit de familie roggen (Batoidea) en behoort tot de vleten (Rajidae). Deze op de bodem levende soort vleet leeft in het noorden en zuidoosten van de Atlantische Oceaan op diepten van 20 tot 1.000 m en met watertemperaturen van -1 tot 14 °C. Langs de Nederlandse kust zijn ze zeldzaam.
De sterrog wordt tot 1,05 m in totale lengte en 11,4 kg in gewicht. De onderkant is glad, maar de bovenkant is, zoals de naam al doet vermoeden, erg ruw met overal veel kleine doornen en 13-17 grotere in lijn van de achterkant van het hoofd tot het einde van de staart. De bovenzijde is bruin met mogelijk zwarte vlekken en de onderzijde is wit. Het heeft een harde, ruwweg driehoekige snuit en een staart, die korter is dan zijn lichaam. Hij eet schaaldieren, kleine vissen en wormen. Het produceert eicapsules, die 3,4-8,9 cm lang en 2,3-6,8 cm breed zijn, die buiten het lichaam uitkomen. Deze eikapsels komen pas na 2–2,5 jaar uit.