Paginanaamruimte (page_namespace) | 0 |
Paginanaam (zonder naamruimte) (page_title) | 'Toeslagenaffaire' |
Volledige paginanaam (page_prefixedtitle) | 'Toeslagenaffaire' |
Oude inhoudsmodel (old_content_model) | 'wikitext' |
Nieuw inhoudsmodel (new_content_model) | 'wikitext' |
Wikitekst van de oude pagina vóór de bewerking (old_wikitext) | '{{nieuws}}
De '''toeslagenaffaire''', ook wel '''kinderopvangtoeslagenaffaire''' genoemd, is een kwestie in [[Nederland]], waarbij 26.000 ouders onterecht van [[fraude]] werden verdacht. Zij moesten vervolgens hun [[kinderopvangtoeslag]] terugbetalen en werden hiermee slachtoffer van de harde fraudeaanpak van de [[Belastingsdienst]]. Dit alles vond plaats tussen 2013 en 2019. In 2018 kwam de toeslagenaffaire aan het licht en dat leidde tot verschillende rechtszaken en onderzoeken.
In 2020 werd uiteindelijk een [[parlementaire enquêtecommissie]] onder leiding van [[Chris van Dam]] ([[CDA]]) ingesteld, die onderzoek moest doen naar de affaire.
Deze commissie verhoorde:
* de betrokken ambtenaren van de Belastingdienst;
* de ministers [[Mark Rutte|Rutte]] ([[ministerie van Algemene Zaken|AZ]], 2010-nu), [[Lodewijk Asscher|Asscher]] ([[ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid|SZW]], 2012-2017) en [[Wopke Hoekstra|Hoekstra]] ([[ministerie van Financiën (Nederland)|Fin]], 2017-nu);
* de staatssecretarissen [[Frans Weekers|Weekers]] ([[ministerie van Financiën|Fin]], 2010-2014), [[Eric Wiebes|Wiebes]] ([[ministerie van Financiën (Nederland)|Fin]], 2014-2017), [[Menno Snel|Snel]] ([[ministerie van Financiën (Nederland)|Fin]], 2017-2019) en [[Tamara van Ark|Van Ark]] ([[ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid|SZW]], 2017-2020).
Uit het onderzoek van de commissie kwam niet alleen kritiek op de werkwijze van de Belastingdienst, maar op de hele Nederlandse [[rechtsstaat]]: de [[Tweede Kamer]] had wetten gemaakt die niet uit te voeren waren, [[ambtenaar|ambtenaren]] hadden te veel geheimhouden, het [[kabinet]] hield informatie achter en gaf onjuiste informatie, en de [[Raad van State]] had slecht advies gegeven aan het [[kabinet]] over wetten. Niet alleen de verantwoordelijke ministers, maar ook [[minister-president van Nederland|minister-president]] [[Mark Rutte]] moest het ontgelden: er zou sprake zijn van een Ruttedoctrine; premier Rutte zou de opdracht geven aan ambtenaren om zo min mogelijk informatie vast te leggen.
Na de onthullingen trad [[Lodewijk Asscher]], PvdA-leider en voormalig [[ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid|minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid]], af als lijsttrekker van de Partij van de Arbeid. Een dag later, op 15 januari, viel het [[kabinet-Rutte III]] en bood het zijn ontslag aan aan de koning; het kabinet werd demissionair. [[Eric Wiebes]] ([[VVD)]], in Rutte III minister van [[ministerie van Economische Zaken en Klimaat|Economische Zaken en Klimaat]], besloot helemaal niet meer terug te keren: hij was ten tijde van de toeslagenaffaire staatssecretaris van [[ministerie van Financiën (Nederland)|Financiën]] en daarmee verantwoordelijk voor de Belastingdienst. In 2019 stapte oud-staatssecretaris [[Menno Snel]] ([[Democraten 66|D66]]) van Financiën al op vanwege de kwestie.
De kwestie werd grotendeels aan het licht gebracht en geleid door Kamerleden [[Pieter Omzigt]] (CDA) en [[Renske Leijten]] (SP), alsook journalisten Pieter Klein ([[RTL Nieuws]]) en Jan Kleinnijenhuis ([[Trouw (krant)|Trouw]]). Alle slachtoffers zouden binnen 4 maanden eenmalig gecompenseerd worden met 30.000 euro, ongeacht de schade die geleden was. Het is nog niet bekend of dat is gelukt. Personen met meer schade zouden een hogere compensatie krijgen. Na de affaire kwamen er verschillende oproepen om de werkwijze van de Belastingdienst grondig te veranderen. Uiteindelijk heeft de Belastingdienst besloten de schulden van de gedupeerde ouders kwijt te schelden en af te zien van verdere vorderingen. Succes
[[Categorie:2021]]' |
Wikitekst van de nieuwe pagina ná de bewerking (new_wikitext) | '{{nieuws}}
De '''toeslagenaffaire''', ook wel '''kinderopvangtoeslagenaffaire''' genoemd, is een kwestie in [[Nederland]], waarbij 26.000 ouders onterecht van [[fraude]] werden verdacht. Zij moesten vervolgens hun [[kinderopvangtoeslag]] terugbetalen en werden hiermee slachtoffer van de harde fraudeaanpak van de [[Belastingsdienst]]. Dit alles vond plaats tussen 2013 en 2019. In 2018 kwam de toeslagenaffaire aan het licht en dat leidde tot verschillende rechtszaken en onderzoeken.
In 2020 werd uiteindelijk een [[parlementaire enquêtecommissie]] onder leiding van [[Chris van Dam]] ([[CDA]]) ingesteld, die onderzoek moest doen naar de affaire.
Deze commissie verhoorde:
* de betrokken ambtenaren van de Belastingdienst;
* de ministers [[Mark Rutte|Rutte]] ([[ministerie van Algemene Zaken|AZ]], 2010-nu), [[Lodewijk Asscher|Asscher]] ([[ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid|SZW]], 2012-2017) en [[Wopke Hoekstra|Hoekstra]] ([[ministerie van Financiën (Nederland)|Fin]], 2017-nu);
* de staatssecretarissen [[Frans Weekers|Weekers]] ([[ministerie van Financiën|Fin]], 2010-2014), [[Eric Wiebes|Wiebes]] ([[ministerie van Financiën (Nederland)|Fin]], 2014-2017), [[Menno Snel|Snel]] ([[ministerie van Financiën (Nederland)|Fin]], 2017-2019) en [[Tamara van Ark|Van Ark]] ([[ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid|SZW]], 2017-2020).
Uit het onderzoek van de commissie kwam niet alleen kritiek op de werkwijze van de Belastingdienst, maar op de hele Nederlandse [[rechtsstaat]]: de [[Tweede Kamer]] had wetten gemaakt die niet uit te voeren waren, [[ambtenaar|ambtenaren]] hadden te veel geheimhouden, het [[kabinet]] hield informatie achter en gaf onjuiste informatie, en de [[Raad van State]] had slecht advies gegeven aan het [[kabinet]] over wetten. Niet alleen de verantwoordelijke ministers, maar ook [[minister-president van Nederland|minister-president]] [[Mark Rutte]] moest het ontgelden: er zou sprake zijn van een Ruttedoctrine; premier Rutte zou de opdracht geven aan ambtenaren om zo min mogelijk informatie vast te leggen.
Na de onthullingen trad [[Lodewijk Asscher]], PvdA-leider en voormalig [[ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid|minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid]], af als lijsttrekker van de Partij van de Arbeid. Een dag later, op 15 januari, viel het [[kabinet-Rutte III]] en bood het zijn ontslag aan aan de koning; het kabinet werd demissionair. [[Eric Wiebes]] ([[VVD)]], in Rutte III minister van [[ministerie van Economische Zaken en Klimaat|Economische Zaken en Klimaat]], besloot helemaal niet meer terug te keren: hij was ten tijde van de toeslagenaffaire staatssecretaris van [[ministerie van Financiën (Nederland)|Financiën]] en daarmee verantwoordelijk voor de Belastingdienst. In 2019 stapte oud-staatssecretaris [[Menno Snel]] ([[Democraten 66|D66]]) van Financiën al op vanwege de kwestie.
De kwestie werd grotendeels aan het licht gebracht en geleid door Kamerleden [[Pieter Omzigt]] (CDA) en [[Renske Leijten]] (SP), alsook journalisten Pieter Klein ([[RTL Nieuws]]) en Jan Kleinnijenhuis ([[Trouw (krant)|Trouw]]). Alle slachtoffers zouden binnen 4 maanden eenmalig gecompenseerd worden met 30.000 euro, ongeacht de schade die geleden was. Het is nog niet bekend of dat is gelukt. Personen met meer schade zouden een hogere compensatie krijgen. Na de affaire kwamen er verschillende oproepen om de werkwijze van de Belastingdienst grondig te veranderen. Uiteindelijk heeft de Belastingdienst besloten de schulden van de gedupeerde ouders kwijt te schelden en af te zien van verdere vorderingen. 😀
[[Categorie:2021]]' |