Schar
| Schar Limanda limanda | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Niet bedreigd | |||
| Leefgebied | noordoosten van de Atlantische Oceaan | ||
| Leefomgeving | op een bodemdiepte van 5 tot 200 meter | ||
| Behoort tot de | Schollen en platvissen (Pleuronectiformes), Zoutwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
| |||
| |||
De gewone schar (Linda limanda) is een eetbare platvis uit de familie Pleuronectidaeen het behoort tot de Schollen en platvissen (Pleuronectiformes). Het is een zoutwatervis afkomstig uit ondiepe zeeën rond Noord-Europa , met name de Noordzee, waar hij leeft op zandbodems tot een diepte van ongeveer 100 meter. Het kan 40 centimeter lang worden en kan tot 1 kilogram wegen, hoewel de meeste exemplaren niet langer worden dan 20 centimeter. Het leeft vaak ingegraven in zandige en modderbodems, op een diepte van 5-200 meter. Het leeft ook algemeen langs de Nederlandse kust, zowel dichterbij als wat verder van de kust. Ook op de Waddenzee en in de Zeeuwse wateren.
De gewone schar lijkt op zowel de schol als de bot en heeft ook beide ogen normaal aan de rechterkant van zijn lichaam. Het bovenoppervlak is meestal lichtbruin van kleur met verspreide donkere vlekken en spikkels, maar heeft niet de oranje vlekken die kenmerkend zijn voor een schol. Ze onderscheiden zich van bot door hun wat doorzichtige lichaam. De borstvinnen kunnen oranje zijn. De zijlijn wordt gekenmerkt door een kenmerkende halfronde kromming boven de borstvin. De rug- en anale vinnen vormen een zacht afgeronde ronding rond de rand van het lichaam. De schubben hebben ruwe achterranden en deze vis heeft geen grote benige uitsteeksels. Een meest voorkomende maat ligt tussen 25 en 40 cm. De paaitijd is van december tot maart. Het voorplanten vindt plaats op een diepte van meer dan 20 meter. De eieren worden in het water bevrucht en blijven 1-2 weken in de oppervlaktelaag zweven voordat ze uitkomen. Ze kunnen een maximale leeftijd krijgen van 10-12 jaar.
De gewone schar eet vooral ongewervelde dieren zoals zeewormen, weekdieren, zandspiering, vlokreeftjes, schaaldieren, stekelhuidigen en kleine stukjes vis. Het is een redelijk belangrijke vis voor de visserij.