Radiosonde
Een radiosonde is een op batterijen werkend weerinstrument dat gewoonlijk door een weerballon de atmosfeer in wordt gedragen die verschillende atmosferische omstandigheden meet en deze via de radio naar een grondontvanger verzendt. Moderne radiosondes meten of berekenen de volgende variabelen: hoogte, druk, temperatuur, relatieve vochtigheid, wind (zowel windsnelheid als windrichting), kosmische stralingsmetingen op grote hoogte en de geografische positie (Plaatsbepaling met breedtegraad / lengtegraad). Radiosondes die de hoeveelheid ozon meten, staan bekend als ozonsondes.
Radiosondes kunnen werken op een radiofrequentie van 403 MHz of 1680 MHz. Een radiosonde waarvan de positie wordt gevolgd terwijl deze stijgt om informatie over de windsnelheid en -richting te geven, wordt een rawinsonde ("radarwind-sonde") genoemd. De meeste radiosondes hebben radarreflectoren. Een radiosonde die uit een vliegtuig valt en valt, in plaats van gedragen te worden door een ballon, wordt een dropsonde genoemd. Radiosondes zijn een belangrijke bron van meteorologische gegevens en er worden dagelijks honderden over de hele wereld opgelaten. Samen leveren ze de informatie die de weerstations elkaar toezenden en van waaruit de weerkaarten kunnen worden samengesteld.