Kompas
Een kompas is een zeer oud navigatie-instrument, het heeft ongeveer dezelfde functie als en een voorloper van het tegenwoordige GPS. Namelijk je de weg wijzen. Je kunt het bijna overal ter wereld gebruiken. Echter dicht bij de Noord- en de Zuidpool kan dat niet. Dat heeft met het magnetische veld van de aarde te maken. Een traditioneel kompas heeft een magneet die twee verschillende polen heeft, het noorden (N) en het zuiden (Z/S). De aarde is ook een magneet. Stel je voor: de aarde is een grote magneet waarbij er een magnetische pool in het Noorden en een in het Zuiden van de wereld ligt. In werkelijkheid verschillen die magnetische polen iets van plek met wat we de uiterste Noordpool en de Zuidpool noemen.
De wijzer in het kompas is een kleine magneet die vrij kan draaien, het wordt aangetrokken door de aardmagneet. Die zal de wijzer richten naar zijn eigen polen. De pool die naar het Noorden wijst, is dan ook de Noordpool.
Kompas op zee
Op een kompas zit een naald die altijd naar het noorden wijst. De naald is magnetisch en wordt aangetrokken door de magnetische noordpool. Door middel van een kaart en een kompas kon de schipper bepalen welke kant ze op moe(s)ten varen. Er zijn echter twee verschillende Noorden:
- Het geografische of kaart noorden (die precies op het noordelijk uiteinde van de as ligt waaromheen de aarde draait)
- Het magnetische noorden.
Het verschil tussen het geografische noorden (dus dat van de aardbol) en het magnetische noorden (dat wat het kompas aanwijst) noemen we declinatie. Nu is het zo dat magnetische velden verschuiven, dus ook het magnetische noorden (overigens is die precies omgekeerd). Dit betekend dat de declinatie veranderd. Vaak gebeurt dit met slechts een halve graden per jaar. Hier moet je rekening mee houden tijdens het berekenen van je route. Na het jaar 2000 gaat dat verschuiven sneller (zo'n 50 km per jaar). Hoe dat komt weten de wetenschappers niet precies. Elke 5 jaar moet men het World Magnetic Model dus iets bijstellen en worden de kaarten aangepast. Anders kloppen de aanduidingen op het kompas niet meer met de kaarten. Dit doen ze met behulp van satellietgegevens van de ‘Swarm’-missie van de ESA – een drietal satellieten dat elke dag 15- tot 16-maal rond de aarde draait en daarbij de veldlijnen van het aardmagnetisch veld in kaart brengt. Ook Google Maps maakt gebruik van deze gegevens.
Geschiedenis
De Chinezen hebben eigenlijk het kompas ontdekt. Ze merkte als je een stukje ijzer op een drijvend plankje in het water legde het altijd dezelfde kant opdraaide.
Rond 1300 werd het kompas dan eindelijk ook in het Westen (bij ons) gebruikt. Door de verbeteringen aan het kompas in de jaren daarna werd het steeds makkelijker om het af te lezen
Gemaakt
Het kompas is circa 2000 jaar geleden uitgevonden door de Chinese Shen Kuo.