Giebel (vis)
Giebel (vis) Carassius gibelio | |||
---|---|---|---|
Onbekend | |||
Leefgebied | Oorspronkelijk waarschijnlijk tussen Centraal- of Oost-Europa en Siberië, komt als exoot in geheel Nederland voor | ||
Leefomgeving | meren, vijvers en langzaam stromende rivieren | ||
Behoort tot de | Karperachtigen (Cypriniformes), Zoetwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
De Giebel (Carassius gibelio), behoort tot de familie Karperachtigen (Cypriniformes) , die veel andere vissen omvat, zoals de gewone karper, goudvis (waar ze veel op lijkt), en de kleinere voorn. Het is een middelgrote vis en weegt niet meer dan 3 kg en is niet langer dan 45 cm. Ze zijn meestal zilverkleurig, hoewel er ook andere kleurvariaties bestaan. Ze zijn alleseters en voeden zich met plankton, ongewervelde dieren, en plantaardig materiaal. Oorspronkelijk afkomstig uit Siberië of Midden-Europa. Ze zijn door de mens geïntroduceerd in heel Europa, Noord-Amerika en Azië en bewonen daar meren, vijvers en langzaam stromende rivieren. Het is hiermee een invasieve soort (die er niet thuis hoort) en die de oorspronkelijke biodiversiteit in gevaar kan brengen. Ze stellen relatief weinig eisen aan hun leefomgeving en kunnen daardoor succesvol zich voortplanten.
Het is een stevige, robuuste vis die lijkt op de kroeskarper (Carassius carassius) en ongeveer 10 tot 35 cm lang wordt. Zijn schubben zijn groter dan die van de kroeskarper, en hij heeft meestal 27 tot 32 schubben langs de zijlijn, terwijl de kroeskarper er meestal tussen de 31 en 35 heeft. De soort is zilverachtig, soms met een vage gouden tint, terwijl de kroeskarper een meer gladde gouden uitstraling heeft. De staart van de giebel is dieper gevorkt dan die van de kroeskarper.