Generalisatie
Een generalisatie is het algemeen maken van iets. Op basis van beperkte kennis probeer je een algemeen beeld van de situatie te schetsen. Dat wordt generaliseren genoemd.
In de statistiek komt generaliseren voor. Men gebruikt een steekproef om iets te zeggen over de populatie. De populatie is de gehele groep die wilt onderzoeken, zoals alle mensen tussen 18 en 25 jaar in Nederland. Dat is een zeer grote groep mensen. Je kunt niet al die mensen bevragen. Daarom trek je een steekproef uit die groep, waardoor je onderzoek haalbaar is. Een voorwaarde is dat de steekproef representatief is. Er moeten bijvoorbeeld evenveel mannen en vrouwen in de steekproef voorkomen als in de populatie. Datzelfde geldt voor zaken als opleidingsniveau, leeftijd, afkomst, etc. Wanneer je steekproef representatief is, kun je de steekproef generaliseren naar de populatie.
Overhaaste generalisatie
Bij een overhaaste generalisatie is de steekproef niet-representatief. Je generaliseert op basis van slechts één of enkele gevallen. De overhaaste generalisatie is daarom een denkfout en een drogreden.
Een voorbeeld is: Mijn oma dronk altijd drie glazen cola per dag en werd 92 jaar oud. Cola is daarom helemaal niet ongezond. De oma in dit voorbeeld is slechts één geval. Dat ene geval zegt niets over alle mensen die cola drinken. Op basis van dat ene geval kun je dus geen uitspraak doen over of cola drinken gezond of ongezond is. Het bewijst eerder dat de oma een uitschieter is (een uitzondering op de regel).