Fort Wierickerschans

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Het overblijfsel van fort Wierickerschans

Fort Wierickerschans maakt deel uit van de Oude Hollandse Waterlinie en ligt in Bodengraven. Het werd in opdracht van stadhouder Willem III in 1673 gebouwd. Omdat de Nederlanders zo rijk waren, wilden de Spanjaarden ons aan vallen om de macht en ons geld in handen te krijgen. In fort Wierickerschans waren onder anderen kruithuizen, kuiphuizen. Tegenwoordig kan je het fort bezoeken en voor de kinderen is er een speurtocht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de Duitse luchtmacht over onder water gezette gebieden en forten vloog, bleek dat de linie zijn verdedigingswaarden had verloren.

1672: Het rampjaar

In juni 1672 kwam de Franse koning Lodewijk XIV met een leger van ongeveer 100.000 man de Nederlandse Republiek binnengevallen. Om de vijand te stoppen, liet de Staten van Holland grote delen van het land onderwater lopen. Tussen Muiden en Gorinchem was het water was ongeveer 30 centimeter diep. De breedte van het gebied varieerde van 30 kilometer tot 2 kilometer. De vijand kon het land niet betreden met een boot, want daar was het niet diep genoeg voor. De vijand moest ter paard of ter voet. Dit was levens gevaarlijk doordat zij niet konden zien waar de wegen en sloten waren. Op de plekken waar de vijand via de rivier of dijk de Hollandse Waterlinie kon passeren, werden Forten gebouwd. Het water was een perfecte verdediging om de vijand op afstand te houden. Het hoofdkwartier van Prins Willem III was gevestigd in Nieuwerbrug, bij Bodegraven. De Fransen wisten door de strenge winter van dit jaar een doorbraak te forceren bij het hoofdkwartier van Prins Willem III. De Fransen trokken vanuit Woerden het ijs over. Via Nieuwerbrug trokken zij naar Zwammerdam. Toen het ijs begon te smelten, trokken ze zich terug in Woerden. Op deze brute terugweg werden Zwammerdam, Nieuwerbrug en Bodegraven geplunderd en uitgemoord. Van de totaal 4000 bewoners, bleven er ongeveer 400 over. Prins Willem III besloot het Fort de Wierickerschans bouwen.

De bouw

Prins Willem III gaf in 1673 de opdracht om een sterk Fort te bouwen. Anthonie Smits ontwierp een vierkantig Fort met uitstekende punten. Dit ontwerp was afkomstig van het Oud-Hollandse stelsel. In augustus 1673 was het Fort de Wierickerschans af. De kosten van bedroegen ruim 90.000 gulden. Ongeveer 5 jaar na de ramp kwam er een einde aan de Hollandse Oorlog. In 1698 werden de vier bastions versterkt op basis van Nieuw-Hollandse stelsel. Bastions zijn de uitstekende punten van het Fort. Helaas werden deze nooit meer gebruikt, doordat de Staten van Holland de waterlinie verlegden. De Waterlinie werd naar het oosten van Utrecht verplaatst omdat de stad Utrecht dan binnen de linies zou vallen. Hierdoor werd het Fort de Wierickerschans een overbodig verdedigingswerk.

Landelijk Hoofddepot van 's Rijks Buskruit

Het overbodige Fort moest een andere functie krijgen. In 1747 werd het Fort ingericht als opslagplaats voor buskruit. Naast buskruit werden er ook materialen voor militairen opgeslagen. Omdat al het buskruit van west Holland daar werd opgeslagen, werd er een ‘groot pulvermagezijn’ gebouwd. Dit enorme Kruithuis heeft dikke muren met steunberen en een licht dak. Mocht er ooit een explosie plaats vinden kon het dak letterlijk de lucht in vliegen. Alles werd er aan gedaan om vonkvorming te voorkomen. Het kruit werd in linnen zakken verpakt en aan koperen haken opgehangen. Roken was ten strengste verboden. Ook de nylon sokken die in een latere tijd ontworpen waren, konden een fatale vonk afgeven.

Tussen 1824 en 1875 was het Fort zelfs de landelijke Hoofddepot van 's Rijks Buskruit. Binnen de muren van het Fort lag in hoogtijddagen meer dan 550.000 kilo aan kruit in vaten opgeslagen. Met regelmaat meerden er een konvooi van schepen aan met een nieuwe lading van dit explosieve materiaal. Via de Oude Rijn voerden de schepen vanuit het Fort naar verschillende opslag depots in Nederland. Tijdens deze verscheping, moesten de kachels in de huizen langs de rivier gedoofd worden. Later werd er ook munitie, kanonnen en munitiewagens opgeslagen in het Fort.

Smokkelen

De soldaten die niet geschikt waren voor het slagveld, door bijvoorbeeld een handicap, werden op het Fort ingezet. Zij moesten de wacht houden. Doordat het Fort op de grens tussen Holland en Utrecht lag, was het makkelijk om via de Enkele Wiericke goederen te smokkelen. De soldaten op het Fort waren daarin de grootste smokkelaars. In 1750 werd hierdoor een grenspost achter het Fort gebouwd. In plaats dat de soldaten de grenswachter hielpen, maakte de grenswachter zwart en namen hem niet serieus. De grenswachter werd in 1761 (waarschijnlijk door een soldaat) vermoord. Pas in 1805 werd er een nationaal belastingstelsel ingevoerd, hierdoor stopte de smokkel van de soldaten bij het Fort.

1ste Wereldoorlog

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het Fort gebruikt als interneringsoord. Een interneringsoord is ongeveer hetzelfde als een gevangenis, maar dan voor militairen in een oorlog. Met de trein vanuit Groningen werden er 38 Britse en één Franse officier naar het Fort gebracht. Uiteindelijk werd het Fort door ruim 180 bewakers bewaakt. Lange tijd was de burgemeester van Bodegraven de baas, totdat er in Bodegraven de staat van beleg werd afgekondigd. Door dit beleg, kwam de commandant boven de huidige burgemeester te staan. Er heerste in het begin van de oorlog nog een streng regime. Op de duur werden de regels soepeler. Er mocht gevoetbald worden op het terreplein, er kwamen twee tennisbanen, men kon lezingen bijwonen en toneel spelen. Ook werd het Kruithuis omgetoverd tot kerk. In de gracht mocht er gezwommen worden, zolang men maar niet naar de overkant zwom. Er vonden verschillende ontsnappingspogingen plaats. Zo wilden twee Britten via een tunnel ontsnappen, maar dit werd door de bewakers ontdekt. Er was een luitenant die zich in een koffer van een Duitse officier verstopte. Nadat de Koffer Gouda bereikt had, wist hij te ontkomen. Na een paar kilometer werd de luitenant toch ingerekend en teruggebracht naar het Fort. Het interneringskamp werd in mei 1917 officieel opgeheven. Toch werden er tot november 1918 nog zeven Engelse officieren gevangen gehouden.

2de Wereldoorlog

De Duitsers vonden het Fort in het begin van de oorlog niet belangrijk. Ongeveer in 1942 werd het Fort door de Duitsers in gebruik genomen. De ‘Zeugambt der Deutsche Marine’ vestigde zich op het Fort. Zij gebruikten het als wapendepot.

Opslag

Na de bevrijding wordt het Fort gebruikt door de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. Het munitie depot wordt gerestaureerd en er worden onder andere fosforbommen, bazooka’s en andere wapentuigen opgeslagen. Op het Fort lag nog veel munitie van de Duitsers. Na een keuring werd de goedgekeurde munitie bewaard en de afgekeurde munitie werd in een weiland ter ontploffing gebracht. In de tijd van de Koude oorlog werd het Fort gebruikt als communicatiecentrum voor militairen in West-Duitsland. Er gaan geruchten rond dat er ook binnenlandse berichten werden afgeluisterd.

Op 5 februari 1960 wordt de laatste munitie in het Fort Wierickerschans verwijderd. Hierdoor is ze haar officiële functie als vestigingswerk verloren. Het wordt door defensie gebruikt om goederen op te slaan en er wordt een legermuseum gevestigd. Ook was dit enige tijd een trainingscentrum voor waakhonden. De gebouwen op het Fort leidde hierna een onopgemerkt bestaan en raakte in verval.

Fort Wierickerschans

Het Fort verloor op 1 januari 1998 zijn militaire status. Door Ministerie van Defensie werd het overgedragen aan Staatsbosbeheer. In 2005 vond er een verbouwing plaats in het Fort. Het Groene Hart Centrum en Staatsbosbeheer namen het initiatief om het Fort te verbouwen. Na deze restauratie van de gebouwen op het Fort, dient het Fort als museum.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Fort_Wierickerschans&oldid=687766"