Couveuse
De zwangerschap duurt 9 maanden. Maar soms gebeurt het dat de baby te vroeg geboren wordt. Dan is de baby erg klein en moet hij meestal in de couveuse. Maar ook baby’s die te licht of ziek zijn moeten in een couveuse.
Een couveuse is een soort glazen kast met daarin een bedje waar de baby op ligt. In de couveuse zitten twee gaten, door die twee gaten kun je, je armen steken om de baby te verzorgen. De couveuse kan opengemaakt worden, om zo de baby er uit te halen. In de couveuse is beademing, een infuus en hartbewaking. Ook is het in de couveuse schoon en warm.
Hoe de baby te eten krijgt
De baby krijgt kleine beetjes melk. Als de baby daar te zwak voor is geven ze hem sondevoeding. Sondevoeding is iets vloeibaars dat door een slangetje de maag in stroomt. Als het slangetje er in de neus in gaat noem je het een neussonde en als het door de buikwand naar binnen gaat noem je het een PEG-sonde. Een kleine baby krijgt een infuus en dan stroomt het gelijk in het bloed.
Wat is belangrijk?
- De voeding, bijvoorbeeld sondevoeding.
- Ook de omgeving is belangrijk, zoals licht en geluid.
- De verzorging moet aangepast worden aan wat goed is voor de baby.
- Betrokkenheid en inbreng van de ouders is belangrijk.
Geschiedenis
Vroeger waren er ook al couveuses, maar die waren natuurlijk niet zo modern als nu. Vroeger was de couveuse een kastje met een lamp aan de onderkant. Zo’n kastje werd ook wel een Ruehl’se wieg genoemd.
De handwerker uit St. Petersburg, vond de eerste couveuse uit, in 1835. Hoe de couveuse eruit zag: In een bak water lag een bedje. In die bak zat ong. 10-12 liter water, dat water werd elke 2 uur ververst. Op die couveuse lag een doek. Van het water en het wiegje was de temperatuur meetbaar.
In 1881 werd er een nieuwe couveuse uitgevonden, dat was in Frankrijk. Die couveuse was een houten kastje, met een dubbele wand. En je kan de bovenkant va de onderkant halen. In de onderkant zat ongeveer 70 liter warm water. Tussen de bak water, het bedje en de dubbele wand, zat ruimte en daardoor kon het water omhoog komen. Aan de bovenkant kon de lucht eruit, door luchtgaten. Er zat een glazen deksel op, en aan de zijkant zat een deurtje, waardoor je het kindje er makkelijk uit kon halen.
In 1883 werd er weer een uitgevonden. Ook deze was van hout, en kon je in twee stukken delen, maar in het onderste gedeelte zaten nu kruiken. En in het bovenste gedeelte lag het kindje, die warm werd van de kruiken. Ook bij deze was er een glazen deksel.
Apparaten op de couveuse-afdeling
Als je gaat kijken op de afdeling neonatologie, de afdeling waar de couveuses staan, zul je heel veel apparatuur zien. Hieronder komt een lijst van de apparatuur die je tegen kunt komen. En daarachter de uitleg van wat het is.
Couveuse: Een glazen kast, met een hoge temperatuur, waar de baby in kan liggen. En er zitten gaten in om je armen door heen te steken.
Monitor: Je ziet ook een monitor, daarop wordt de ademhaling en de hartslag bewaakt. Maar hoe zit die monitor verbonden met het baby? De baby krijgt drie plakkertjes op de borst en buik geplakt en daar zit een draadje aan, dat draadje is verbonden aan de monitor.
Saturatiemeter: Met een saturatiemeter kan de zuurstof in het bloed worden gemeten. Meestal wordt dat aan de voet gedaan.
Infuus: Met een infuus kun je vocht, medicijnen of de intraveneuze voeding (voeding die direct in een ader wordt gebracht), naar binnen brengen. Hoe ziet een infuus er uit? Een infuus is een flexibel kunststof hol buisje. Dat buisje brengen ze in een ader. Waar doen ze dat? Dat kan in de handen, de armen, de benen maar ook het hoofdje zijn. Het infuus wordt met pleisters vastgeplakt, en het infuus wordt ook ondersteund door een spalkje. Dat gebeurt niet als het infuus in het hoofdje zit.
Maagsonde: Een maagsonde is een slangetje dat door de neus, naar de maag wordt gebracht. Door dat slangetje gaan voeding en ook medicijnen. Ook wordt de sonde gebruikt als de baby, niet sterk genoeg is om zelf te drinken.
Belsysteem: Er is op elke kamer ook een belsysteem. Je kunt op de knop drukken als er iets aan de hand is, dan komt de verpleegster er aan om te helpen.
Intercom (babyfoon): Bij baby’s van 0 t/m 4 jaar is er een intercom op de kamer. De intercom zorgt er voor dat het alarm duidelijk hoorbaar is, ook als er niemand op de kamer is.
Ouders
Voor de ouders is het natuurlijk erg lastig als hun kindje in een couveuse moet liggen, want ze kunnen hun eigen kindje niet mee naar huis nemen, en ze zien hun kindje met allemaal slangetjes liggen. Niet echt fijn. Maar gelukkig kunnen de ouders helpen.
De ouders kunnen het gevoel krijgen dat ze niet zo veel voor hun baby kunnen doen. Maar de ouders zijn wel belangrijk in de couveusetijd. Ze kunnen het daar over hebben met de verplegers. Die kunnen ze dan ook vertellen wat de ouders kunnen doen.
Hieronder een rijtje met dingen die de ouders zouden kunnen doen.
- Moedermelkkolven (met een apparaat wordt moedermelk uit de borst gehaald, en kan zo aan het kindje worden gegeven).
- Bewaken zoals verduisteren, het matrasje, en kreukel oortjes.
- Buidelen, kangoeroeën (de baby uit de couveuse halen en het bloot, of nog met de luier aan op de borst gelegd, er kan dan een deken of iets anders op de baby worden gelegd. De baby kan het beste met zijn hoofd naar boven liggen, en dan van onderen gesteund worden).
Uit wetenschappelijk onderzoek bleek dat buidelen voor verschilde dingen nut heeft:
- Voor de moedermelk en voor het eerder gaan drinken aan de borst.
- Voor een betere band tussen mama en baby.
- Onze lichaamstemperatuur is 37 °C, maar baby’s kunnen hun temperatuur nog niet zo goed vasthouden. En dat wordt ook beter, met buidelen.
- Het zuurstof in het bloed.
- De couveusetijd wordt korter, en kan de baby dus eerder naar huis.
- Ze slapen langer, met minder brady’s* (dalend hartritme) en apneus (tijdelijke ademstilstand).
- De hersenen ontwikkelen zich beter.
Het is niet alleen voor te vroeg geboren baby’s goed om te buidelen, dat is ook goed voor op tijdgeboren baby’s, want ook die slapen dan langer en dieper.
Speciale dingen voor couveusebaby's
Het kost natuurlijk veel geld, om de apparaten die te vroeg geboren baby’s nodig hebben, te betalen. Daarom zijn er in Nederland maar tien ziekenhuizen, waar die zorg gegeven kan worden.
Die tien ziekenhuizen, staan de hele tijd in contact met elkaar, via een computer. Zo weten ze in Amsterdam dat er plaats is in een ander ziekenhuis in Nederland. Als het kindje in Amsterdam geboren wordt, en daar geen plek is, kunnen ze daar kijken waar wel plek is en dan moet dat kindje daarheen. Als de baby met spoed gebracht moet worden, dan kan een lifeliner (medische helikopter) gebruikt worden.
Die tien ziekenhuizen zitten vaak vol. Daarom gaan de wat sterkere baby’s naar een ander ziekenhuis. Het liefste zo dicht mogelijk bij de ouders, in de buurt. Vaak is het dat die baby’s, ook nog wel in een couveuse, worden verzorgd, maar die zorg is wat minder moeilijk dan in één van die tien ziekenhuizen. Voor de ouders van die baby is het natuurlijk fijn, dat hun kind dichter bij huis ligt, want zo kunnen de ouders vaker langs gaan.
Babylance
Voor die baby’s is speciaal vervoer nodig, omdat ze niet in een ambulance kunnen, doordat daar niet de apparaten in zitten die nodig zijn. daarom zijn er speciale babylances. In de babylance zit een couveuse, en ook de bijhorende apparaten. Ook zijn de mensen die in de babylances zitten, daar speciaal voor opgeleid.