Caravan
Een caravan is een aanhangwagen om in te kamperen. Een caravan wordt in de volkmond ook wel een sleurhut genoemd. Waarschijnlijk omdat de bezitters ervan van alles meenemen in de caravan en het daardoor een hele sleur (vracht) wordt voor de auto die de caravan moet trekken.
Caravans zijn ontstaan vanuit de woonwagens die door kermis- of circus-lui werden gebruikt, waarin ze van plaats naar plaats trokken.
Je trekt met een caravan naar een kampeerterrein (camping) en zet daarvoor eventueel een voortent op.
De stacaravan wordt meestal met een trailer over de weg vervoerd om vervolgens voor langere tijd op een vaste standplaats te staan.
De auto waarmee de caravan wordt getrokken moet sterk genoeg zijn.
Een caravan mag in de meeste gemeentes meestal niet voor langere tijd op de openbare weg geplaatst worden en de meeste mensen zetten hun caravan daarom in een caravanstalling of winterstalling als zij hem niet gebruiken.
De tegenwoordige caravan is betrekkelijk licht van gewicht. Op een onderstel van ijzer en een vloer van hout worden de wafelvormige (laagjes) wanden van aluminium en kunststof opgetrokken. Ook de ramen zijn vaak van kunststof. De vorm wordt steeds gestroomlijnder om zo min mogelijk luchtweerstand te hebben tijdens het rijden. De dissel (trekstang) is veelal driehoekig en zit met een vergrendeling aan de trekhaak van de auto vast. Ook een extra noodverbinding in de vorm van een staaldraad is verplicht. Via een stekker wordt de rijverlichting aangesloten op een stopcontact achter op de auto (bij de trekhaak). Het neuswiel of disselwiel moet tijdens het rijden goed omhoog en vast zijn gezet.
De caravan krijgt tegenwoordig veel concurrentie van de camper.