Afgieten
.jpg)
Afgieten is de meest simpele vorm van scheiden van een vloeistof van een andere vloeistof of vaste stof. Met een duur woord heet dat decanteren. In de keuken kan na het koken het water van bijvoorbeeld aardappelen worden afgegoten door de pan schuin te houden en het water weg te laten lopen. Afgieten wordt meestal gebruikt na het koken van aardappelen of groenten. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de groenten niet in de gootsteen kan vallen, en ook dat de hete stoom niet tegen je gezicht of je handen aankomt. Dit lukt het beste door een deksel met een kleine kier schuin op de pan te zetten. Het beste gaat afgieten naar je lichaam toe. Het veiligst is het echter om van je af te gieten, zodat kokend water minder snel op de huid zal komen. Eventueel kun je een vergiet gebruiken waardoor het water door de gaatjes wegloopt en de aardappelen eventueel kunnen worden opgevangen. Met spaghetti gaat dit sowieso zo makkelijker en kan het meteen uitlekken in het vergiet.
Wanneer je slaolie met water in een beker vermengd, zal dat niet echt een mengsel geven. Hele fijne druppeltjes slaolie maken het water troebel. Laat je dit een poosje staan, dan zal de olie op het water gaan drijven en zit er onder een steeds helder wordend water. Door voorzichtig de olie af (over) te gieten in een andere beker, houd je bijna schoon water over.
Bij een beker met modder gebeurt hetzelfde. Laat je dat een poosje staan dan zakt het zwaardere zand naar de bodem (bezinken) en drijft het water er boven op. Ook dit water, wat weer wat helderder zal zijn geworden, kun je voorzichtig afgieten.