Overleg gebruiker:Groep 8 Constantijnschool

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nikki: Mariecke Michelle: Carolus Nienke: Dolf Maud: journalist

Journalist: Wat betekende het woord "Kruis" in kruistocht?

Carolus: Kruistochten zijn militaire tochten die veel voor kwamen in de Middeleeuwen. Kruistochten zijn vernoemd naar het 'kruis'. Veel soldaten, uit allerlei landen, hadden een rood kruis op hun rechterschouder staan. Dit droegen zij als teken dat zij wilden vechten voor het Christendom. De ridders die mee deden aan een kruistocht kwamen uit Europa en gingen naar Palestina. Het doel van die kruistocht was om Jeruzalem te bevrijden. Jeruzalem lag toen in de handen van de Saracenen. De eerste kruistocht begon in 1096 na Christus en die kruistocht eindigde in 1099. Deze kruistocht duurde dus maar liefst drie jaar!

Journalist: Maar waarom deden die kinderen dan mee aan die kruistochten? Want de kinderen waren toch geen militairen?

Carolus: Nee, maar die kinderen waren zo godsdienstig, dat ze meteen geloofden dat de zee voor Nicolaas, door God, zou wijken en dat ze over de bodem van de zee konden lopen. Ze vonden dat de Witte Stad, Jeruzalem, niet in de handen van de Saracenen mocht liggen. Ze waren zo vastbesloten om de Saracenen te verjagen uit Jeruzalem, dat ze er alles voor over hadden.

Journalist: Waarom gingen die kinderen dan naar Jeruzalem, en niet wat dichterbij?

Carolus: Omdat Jeruzalem een heilige stad is, de kinderen vonden dat de Saracenen niet goed met die heilige stad omgingen, dus wilden ze de Saracenen verjagen en zelf een beetje de baas worden.

Journalist: Bedankt. We gaan nu verder met Mariecke. Hoe zit dat nou met de standen in de Middeleeuwen.

Mariecke: In de Middeleeuwen waren er drie standen, de geestelijken, de adellijke mensen en de gewone bevolking, zoals boeren en dat soort mensen, ze hadden ook allemaal verschillende plichten. De geestelijken hoefden geen belsting te betalen en ze hoefden geen krijgsdienst te verrichten, ze deden allemaal erediensten en zielenheilen ofzo. Er waren zelfs hoge en lage geestelijken. De hoge waren priesters en bisschoppen, de lage waren de monniken of nonnen. De adellijken moesten rechtspreken, het land besturen en oorlog voeren. Ze hoefden geen belastingen te betalen maar ze moesten bij oorlog wel onderdak geven aan de armen.



Rechten en plichten van de gewone bevolking belastingen betalen krijgsdienst verrichten onderhoudswerken verrichten De gewone bevolking was onder te verdelen in de vrijen en de horigen. De horigen waren onder te verdelen in lijfeigenen, en laten. Lijfeigenen zijn volledig onderworpen aan wil van de heer. De laten zijn persoonlijk vrij, maar gebonden aan een grondgebied. Horigen moeten niet verward worden met slaven. In tegenstelling tot horigen kunnen vrijen privé bezittingen hebben.





luka : dolf Hanno: Leonardo robin: journalist Ahmet: Carolus


De journalist vraagt : Hoe is het om zomaar in een kruistocht terecht te komen ?

Dolf Zegt: Het is wel vreemd dat je in eens tussen allemaal middeleeuwse mensen staat.

de journalist vraagt : hoe wilden jullie de saracenen verjagen ?

Carolus : we kregen veel hulp van god die ons kracht gaf om ze weg te jagen.

De Journalist vraagt : Wat was je eerste indruk van Dolf Wega ?

Leonardo: Hij was een moedige en slimme jongen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Overleg_gebruiker:Groep_8_Constantijnschool&oldid=9695"