Grammatica
Grammatica (ook wel spraakkunst of spraakleer genoemd) is de structuur van een taal. De ruggengraat ervan, zou je ook kunnen zeggen. Grammatica is eigenlijk het bouwen van zinnen. De juiste woorden in de juiste vorm kiezen en ze in de goede volgorde zetten. Als je moedertaal Nederlands is, dus als je ermee bent opgegroeid, doe je dat automatisch. Je zegt dus kers en niet kres, bloemen en niet bloems, boog en niet buigde. Je zegt ook 'Morgen kom ik' en niet 'Morgen ik kom'.
Een vreemde taal leren
Toch kan het van belang zijn om te weten waarom dat allemaal zo is. Bijvoorbeeld als je een vreemde taal gaat leren. Dan moet je ook de grammatica, de theorie dus, van het Nederlands kennen. Tot op zekere hoogte althans, want zo makkelijk is het niet.
Verbuigen en vervoegen
Het Nederlands kent ruim 200.000 verschillende woorden. In feite zijn het er veel meer, want in het woordenboek staan ze alleen in hun grondvorm.
De grammatica gaat over hoe een taal wordt gebruikt, gesproken, geschreven.
Zo zeg of schrijf je in sommige gevallen groen en in andere gevallen groene. Waarom wordt groen in sommige gevallen verbogen tot groene? Dat hangt af van de zin waarin je het gebruikt en het woord waar het bij hoort.
Of breken en niet breekt: breken wordt vervoegd (dat doe je als je een werkwoord gebruikt).
Moeilijke taal
Nederlanders beschouwen Arabisch, Perzisch, Russisch, Fins en dergelijke als moeilijke talen. Maar voor mensen met de genoemde talen is het Nederlands net zo moeilijk!
Een zin ontleden
Op de basisschool leer je ook zinnen ontleden, een belangrijk onderdeel van de grammatica. Zo kun je zien uit welke zinsdelen een zin is opgebouwd, en welke functie die zinsdelen vervullen. Wat doet precies een onderwerp? Heeft dat invloed op het gezegde? En hoe herken je een meewerkend voorwerp? Redekundig ontleden heet dat. Dan heb je nog taalkundig ontleden. Dat is een zin in woordsoorten verknippen. Maar misschien noemen ze het bij jou op school wel weer anders.