Zeewolf
(Atlantische) Zeewolf Anarhichas lupus | |||
---|---|---|---|
Onbekend | |||
Leefgebied | Noordelijke Atlantische Oceaan, Noordzee | ||
Leefomgeving | langs de kust | ||
Behoort tot de | Baarsachtigen (Perciformes), Zoutwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
De Atlantische zeewolf (Anarhichas lupus), ook bekend als kortweg de zeewolf, Atlantische meerval, oceaanmeerval, duivelsvis, wolfspaling (de algemene naam voor zijn Pacifische verwant, of zeekat. Het is een zoutwatervis van de familie zeewolven (Anarhichadidae). Ze komen voor in de Noord-Atlantische Oceaan. De aantallen Atlantische zeewolf in de wateren van de VS raken snel uitgeput, hoogstwaarschijnlijk als gevolg van overbevissing en bijvangst, en het is momenteel een zorgwekkende soort volgens de VS National Marine Fisheries Service van de National Oceanic and Atmospheric Administration. De zeewolf is langs de Nederlandse kust zeer zeldzaam, voornamelijk jonge dieren worden er waargenomen. Afgezien van hun unieke uiterlijk zijn zeewolfvissen ook bijzonder door het natuurlijke antivriesmiddel dat ze produceren om hun bloed vloeiend te laten bewegen in hun zeer koude leefgebied, de betrokkenheid van zowel het mannetje als het vrouwtje bij het broeden en de grote omvang van hun eieren. Ze zijn ook een belangrijke factor bij het beheersen van populaties van groene krabben en zee-egels, die de leefomgeving te veel kunnen verstoren als ze niet worden gecontroleerd. Het succes van de zeewolfpopulatie is ook een belangrijke aanwijzing voor de gezondheid van andere bodembewoners, zoals Atlantische kabeljauw.
De Atlantische zeewolf heeft de lichaamsvorm en algemene uiterlijke kenmerken van kleine Slijmvisachtigen (Blennioidei) behouden. Het grootste geregistreerde exemplaar was 1,5 m lang en woog bijna 18 kg. Zijn lichaam is lang, kokervormig van voren, samengedrukt in het achterste gedeelte, glad en glibberig, de soort schubben zijn ingebed en bijna verborgen in de huid. De Atlantische zeewolf varieert in kleur, meestal gezien als paarsachtig bruin, dof olijfgroen of blauwachtig grijs. Het heeft een gelijkmatige rugvin die zich uitstrekt over de hele lengte van de rug, en een soortgelijke vin van de opening tot de staartvin, zoals bij Blenniiformes. De borstvinnen zijn groot en rond en de bekkenvinnen zijn geheel afwezig. Door zijn stompe, palingachtige lichaamstype zwemt de vis langzaam, heen en weer golvend, als een paling.
Het onderscheidende kenmerk van de Atlantische zeewolf, waaraan hij zijn gewone naam ontleent, is zijn uitgebreide tandstructuur. Zijn gebit onderscheidt de Atlantische zeewolf van alle andere leden van de familie Anarhichadidae. Zowel de onder- als de bovenkaak zijn bewapend met vier tot zes hoektandachtige, sterke, driehoekige tanden. Achter de tanden in de bovenkaak bevinden zich drie rijen breektanden. De middelste rij heeft vier paar kiezen en de buitenste rijen bevatten afgestompte tanden. De onderkaak heeft twee rijen kiezen achter de melktanden. De keel van de zeewolf is ook bezaaid met gekartelde tanden.