Jozef Stalin
Jozef Stalin zijn volledige naam is: Iosif Vissarionovitsj Dzjoegasjvili. Geboren in Gori (toen nog het Russische Rijk, nu Georgië) op 18 december 1878 en is gestorven in Koentsevo (Sovjet-Unie) op 5 maart 1953. Hij was de tweede leider van de Sovjet-Unie, van 1928 tot zijn dood in 1953. Het onder het strenge bewind van Jozef Stalin kostte miljoenen mensen het leven maar onder zijn leiding kwamen er meer machines en fabrieken in de Sovjet-Unie.
Door zijn krachtdadige leiding en verering rond zijn persoon, is Stalin nog altijd geliefd onder vele Russen en sommige volken in wat ooit de Sovjet Unie was, maar dat zijn vaak Russen die nog in die gebieden wonen. Het zelfvertrouwen en het aanzien van de Sovjet-volken in de wereld steeg onder Stalins bewind sterk.
In 1934 begon 'De Grote Zuivering'. De Grote Zuivering was een meedogenloze heksenjacht: voormalige oppositieleiders(politieke tegenstanders) binnen de partij, staatshoofden, premiers en partijleiders van de deelrepublieken, geestelijken, geleerden, kunstenaars, maar ook gewone burgers werden het slachtoffer van Stalins 'zuiveringen'. Bijna de halve legerleiding, werd terechtgesteld. De werkkampen en gevangenissen zaten toen overvol.
Om te laten zien dat Stalin alleen de baas was, liet Stalin zich vaak afbeelden als god. Hiervoor zorgde hij daarom dat godsdiensten helemaal niets te zeggen hadden in de Sovjet Unie.
In 1936 kwam er een nieuwe grondwet, volgens de grondwet mocht er alles, zoals: Vrijheid van meningsuiting, stemrecht voor iedereen, vrijheid van godsdienst. Dat werd als raar gezien want, volgens de grondwet mocht alles, maar Stalin zorgde ervoor dat het toch niet mocht. Bijvoorbeeld: Volgens de grondwet mag je politieke partijen oprichten, maar bij de verkiezingen mocht alleen de partij van Stalin meedoen.
Later meer....