Nederlandse keuken
De Nederlandse keuken is van oorsprong een eenvoudige keuken. De gerechten konden allemaal in één pan.
Ze hadden vroegernog geen vierpitsgasstellen, dus alles moest in dezelfde pan worden gedaan. Er werden niet veel verschillende kruiden gebruikt. De specerijen zoals nootmuskaat en peper groeiden hier niet. De mensen aten gewoon wat het land te bieden had. Voor een hardwerkend volk in een land waar het vaak koud is, moet de maaltijd vooral voedzaam zijn, stevig dus. Bijvoorbeeld aardappelen, groenten en een flink stuk vlees. Of stamppot met worst, bietenprak met speklapjes, erwtensoep, kapucijner met spek en zo.
Aardappels
Eén ingrediënt speelt een belangrijke rol: de aardappel. Van de aardappel wordt vaak gezegd dat die typisch Nederlands zou zijn, maar eigenlijk komt hij uit Amerika. Voordat de aardappel in de Nederlandse keuken werd ingevoerd aten ze allerlei soorten andere knollen en vlees, en andere dingen zoals balkenbrij en hutspot waar toen nog geen aardappels in zaten.
Na 1850 ontstaat de Nederlandse keuken zoals men die nu nog kennen. Nog steeds stamppot waarbij aardappels, groenten en vlees samen de pan in moest. Daarnaast werd er ook meer in aparte pannen gekookt.