Smaak
Smaak is een van de vijf zintuigen. Smaak is ook het (on)vermogen tot oordelen, persoonlijke waardering ("Die man heeft totaal geen smaak"; "Over smaak valt niet te twisten").
Zintuig smaak
Je proeft met je tong. Op je tong zitten allemaal kleine bultjes, die smaakpapillen heten. Smaakpapillen versturen via je zenuwen boodschappen naar je hersenen. Je hersenen vertellen dan wat voor smaak je proeft. Eerst werd er gezegd dat de verschillende smaakgebieden op onze tong allemaal op een ander gebied van de tong zitten, maar dat klopt niet. Sommige delen van de tong zijn wel gevoeliger voor bijvoorbeeld zout dan andere.
Baby’s en kleine kinderen kunnen beter proeven dan volwassenen. Dit komt omdat zij niet alleen op hun tong smaakpapillen hebben, maar ook in hun wangen.
Een tong bestaat uit allemaal buigzame spieren. Je gebruikt je tong niet alleen om te proeven, maar ook om te praten of om te eten. Bij het eten gebruik je je tong door je eten in je mond van de ene kant naar de andere kant te duwen, waardoor je tanden het eten fijn kunnen kauwen. En je tong duwt bij het slikken je eten naar de achterkant van je mond. Dan kan je het eten doorslikken.
Smaken
Er zijn 5 basissmaken die je met je tong kan proeven: zout, zuur, zoet, bitter en umami. Umami is niet lang geleden ontdekt en betekent hartig, bijvoorbeeld tomaten. Bittere smaken zijn bijvoorbeeld spruitjes, pure chocolade en witlof. Bitter heeft een beschermende functie. Daarmee herken je wat je niet moet eten. In de natuur is bitter vaak giftig.
Proef je kleuren?
Snoep heeft vaak een kleur. Deze kleur geeft ook een smaak aan. Een geel snoepje heeft bijvoorbeeld een citroensmaak en een oranje snoepje een sinaasappelsmaak.