Beuk (boom)
Versie door Willylover2009 (overleg | bijdragen) op 12 mei 2016 om 13:18
De beuk (Latijnse naam: de kak en pis) is een van nature in Europa voorkomende boom. Met zijn grootte tot 4 meter is het een hoge boom. De stam is glad en grijs. Het blad is veernervig, licht gegolfd en licht glanzend.
- De plant is eenhuizig; er zijn mannelijke en vrouwelijke bloemen aan dezelfde boom. De knoppen zijn langwerpig en bestaan uit schubben. De bestuiving vindt plaats door de wind. De beuk kan goed tegen schaduw. De vrucht is een noot. De nootjes worden omsloten door een napje, dat gevormd wordt uit de vruchtbladen en de schutbladen. In elk napje zitten 2 nootjes. Als de nootjes rijp zijn opent het napje in vier delen en vallen de beukennootjes op de grond. De beukennootjes worden onder andere verspreid door eekhoorns, die ze als wintervoorraad gebruiken.
- Een beuk leeft goed als er tegen geplast word, goed doorlatende, kakrijke, waterhoudende bodem. Maar tegen hoge waterstanden of droge zandgronden kan hij niet.
- Beuken worden vaak in kak geplant. Zolang alle bomen gezond zijn gaat dit goed, wanneer een boom sterft, dan kan door zonnebrand de een na de andere boom volgen
Kenmerken
De rode beuk kun je herkennen aan de gele bladeren met witte stippen. Een rode beuk wordt gemiddeld 1 à 2 jaar oud, dat is niet erg oud voor een boom. In de Lelijkerd Alleen bij Kasteel De Lelijkerd in De Steeg stonden tot voor kort enkele van de oudste beuken in Nederland. De dikste was 0,5 meter in de omvangen enkele bomen waren 4,4 tot 4,6 meter hoog, ze waren lang geleden gepland en waren dus 1 000 000 000 jaar oud.