Koala
Koala Phascolarctos cinereus | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | Oostkust van Australië | ||
Leefomgeving | Bossen en regenwouden | ||
Behoort tot de | Koala's | ||
|
Een koala is een buideldier.
In de buidel zitten allemaal tepels en daar drinkt het buideldier uit.
Daarna krijgen de jongen van de koala voorverteerde eucalyptusbladeren (liever gezegd: poep).
Hij slaapt 16 uur per dag. Zijn vijand is de dingo. Hij is een hele goede klimmer en ook een hele goede zwemmer. Je kunt ze beter niet aaien.
Algemeen
Andere namen: buidelbeer Wetenschappelijk: Phascolarctos cinereus Engels: koala Verspreiding: Oost-Australië Voedsel: bladeren van eucalyptusbomen Leeftijd: tot 18 jaar Lengte: 65 - 80 cm, staart 1 - 2 cm Gewicht: 4 - 15 kg
De koala is een zeer bekend buideldier. Vooral vanwege zijn zeer aaibare uiterlijk. Toch schijn je dat beter niet te kunnen doen, want ze kunnen flink van zich af bijten en krabben. En dat doet nogal pijn.
Van alle buideldieren heeft de koala zich het meest gespecialiseerd. Hij eet bijna niets anders dan eucalyptusbladeren en dan alleen maar van 6 van de 600 soorten eucalyptusbomen. In de jonge eucalyptusbladeren zit veel blauwzuur en daarom beperkt een koala zich tot de oude, moeilijk verteerbare bladeren. Micro-organismen in hun spijsverteringsstelsel helpen bij het afbreken van het stugge bladvoer. Een koala hoeft bijna nooit te drinken, aan het vocht in de eucalyptusbladeren heeft hij genoeg. Eten doen ze dagelijks ongeveer in 4 uur. De overige 20 uur vullen ze bijna geheel met slapen en doezelen in de bomen.
De buidel heeft de opening aan de achterkant. Als de jongen groter zijn, liften ze meestal op de rug van hun moeder mee.
De koala ziet eruit als een knuffeldiertje. De vacht dient voor de kou en warmte, want de koala blijft op de zelfde plek. Zijn buik is wit en zijn vacht is grijs. Zijn neus is platgevormd. De tenen en vingers zijn sterk, en hebben lange nagel. Met de duim en wijsvinger kunnen ze alles. De tenen zijn net een soort kam waarmee hij zijn vacht mee kan galdhouden. Hij heeft geen staart. Koala’s zijn s'nachts helemaal fit en wild. Hij leeft in de eucalyptus boom. Hij is een goede klimmer maar hij beweegt langzaam. Een koala kan een paar dagen in de zelfde boom blijven. Hij gaat pas weg als er geen voedsel is. De koala heeft een speciaal dieet hij eet bijna alleen maar eucalyptusbladeren eet. Omdat de bladeren genoeg vocht hebben hoeft hij bijna nooit te drinken. De koala hoort bij de weinige zoogdieren die gen nest bouwen. Hij leeft er vrij en kan zich erg wild gedragen. Een koala vrouwtje kan maar 1 jongen per jaar krijgen, ze voedt haar baby alleen op. Na zes maanden zit de koala vol met haren, na een jaar gaat de koala bij zijn moeder weg.
Baby in de buidel
Een zilverharige vrouwtjeskoala staat op het punt om een babykoala ter wereld te brengen. Het kleine wezen dat uit haar geboortekanaal te voorschijn komt, lijkt nauwelijks op een harige koala die hij zal worden. Hij is niet groter dan een bruine boon. Hij is kaal doof en kan niet zien. Hij kruipt bijna niet maar hij zal wel moeten als hij wil overleven. De eerste 5 min. na zijn geboorte zijn misschien wel de belangrijkste uit zijn leven. Hij moet over zijn moeders buik naar haar buidel zien te kruipen. Als hij er niet in slaagt om de buidel te bereiken, dan zal hij het niet overleven.
Soorten
Er zijn 3 soorten koala's: de Victoriakoala, de Queenlandkoala en de New South Wales Koala. Die zijn genoemd naar de plaatsnamen waar ze wonen. De Victoriakoala heeft een wollige, dikke, donkerbruine vacht. De Queenlandkoala heeft een dunnere vacht, want die leeft in een warm gebied en een soort blauw grijze vacht. Hoe kouder het klimaat, hoe dikker de vacht van de koala is en omgekeerd. En de New South Wales koala(de meest bekende soort) heeft een grijze vacht
Weetjes
- Een koala is een goede zwemmer.
- Een koala is traag in alles wat hij doet.
- Op de grond is de koala heel onhandig.
- Koala,s eten bijna niks