Kikkers en padden
De kikker begint in het leven als een eitje in het water. Na een week komen de eitjes uit en komen er piepkleine kikkervisjes uit. Na een week of twee wordt het kikkervisje groter en komen er achterpootjes. Pas dan krijgt hij ook longen om op het land te ademen, en verliest zijn kieuwen om onder water te ademen. Daarna verschijnen voorpootjes, en dan lijkt het ook gelijk al op een piepklein kikkertje alleen nog wel met een staart.
De staart wordt steeds kleiner en uiteindelijk is het een heel klein kikkertje. De kikker gaat op het land en eet dan voor het eerst insecten. Veel kikkers zijn pas na een paar jaar volwassen.
De leefomgeving van de kikker
Soorten kikkers
De bekende soorten kikkers zijn:de groene kikker, de heikikker, de bruine kikker, de meerkikker, de bastaardkikker, de poelkikker en de brulkikker
Voortplanting van de kikker
Anvibieèn onderscheiding zich voornamelijk van andere dieren in de voortplanting
De leefomgeving van de kikker
De kikker leeft op water en land. De padden hebben een paddentrek in het voorjaar.
Voedsel van de kikker
De kikker eet:krekels, spinnen, slakken, meelwormen, watervlooien, eenoogkreeftjes en muggenlarven.
Vijanden van de kikker
Als de kikker een kikkervisje is, zijn de vijanden:vissen, salemanders, libellenlarven. Als het gewoone kikkers zijn de vijanden:roofkevers, waterratten, ooievaars, reigers, snoeken en mollen.