Duiven (vogels)
Postduif - Afstaming
Afstamming De postduif stamt vrijwel zeker af van de rotsduif (Columba livia). Deze leeft in middelgebergten, hoofdzakelijk langs kusten en op zeekliffen. Hij komt onder andere voor in Groot-Brittannië en in de landen rond de Middellandse Zee tot diep in het binnenland.
Geschiedenis
Ver voor het begin van onze jaartelling ging men in landen als Perzië, Griekenland en Egypte over tot het houden van duiven. Er ontstond een tamme soort, die vooral was bedoeld voor consumptie.In de tijd van de oude Romeinen en Grieken -ging men de duiven ook gebruiken voor het versturen van berichten.
In de 16e eeuw werden de eerste duivenhokken ondergebracht in torens. Het was echter een voorrecht voor de edelen om dergelijke duiventorens te bouwen. De meeste jonge duiven die geboren werden, at men op. De ontlasting van de duiven werd gebruikt om de landerijen te bemesten.
De postduivenhobby is tussen 1815 en 1825 in België ontstaan. Men kwam toen op het idee om duiven te gaan kweken die snel naar hun hok terugkeren. Vanuit België verspreidde de hobby zich over Europa. Ook in Nederland werd het houden van duiven populair.
Geslachtsverschillen Een mannetjes duif wordt doffer genoemd, een vrouwtjes duif duivin. De doffer is doorgaans forser en krachtiger gebouwd dan de duivin, heeft grotere neusdoppen, een langer borstbeen en bredere slag- en dekpennen.
Lichaamsbouw Een postduif is in staat om snel en lang te vliegen. De lichaamsbouw van de duif is hier helemaal op aangepast. Zo zijn bijvoorbeeld de meeste botten hol van binnen, waardoor het gewicht van de duif wordt beperkt. Daarnaast heeft een postduif twee hele sterke borstspieren, die worden gebruikt voor het op en neer bewegen van de vleugels. Een van de twee spieren trekt de vleugels naar beneden, de andere heft de vleugels naar boven. Het vliegen kost veel energie. Daardoor heeft een duif een hogere verbranding nodig dan een zoogdier. Om die reden is de lichaamstemperatuur van vogels hoger, namelijk 41ºC.