Reliëf
Reliëf is een vlakte of een patroon die effen (recht), golvend of getand kan zijn (bv. een schoen, je trui,...).
Een reliëf kan ook een beeldhouwwerk zijn dat vanaf één kant verdiept is (niet rondom dus).
Bij siersmeedwerk kom je het ook tegen en het wordt ook toegepast in blikken dozen, waarbij een afbeelding in reliëf wordt geperst.
Reliëfvormen in de aardrijkskunde
Er zijn 4 reliëfvormen die allemaal beginnen met een H :
- Hoogteverschil
- Hoogteligging
- Helling
- Horizon
Hieronder vind je meer uitleg over die vormen.
Hoogteverschil
Je hoort al bijna aan het woord wat het betekent : hoogteverschil is het verschil tussen het laagste punt en het hoogste punt. Het laagste punt begint bij de zeespiegel. 0 m (oftewel de zeespiegel) tot 200 m is laagland, 200 m tot 500 m is middelland en hoogland is boven de 500 m. Een hoogteverschil kan groot, matig of klein zijn. De groene pijl is het hoogteverschil.
Maar hoe bereken ik het hoogteverschil?
Wel, je begint met het laagste punt te zoeken. Dan zoek je het hoogste punt. Die verbind je met elkaar en dan heb je het hoogteverschil. Wil je nog weten hoe hoog het is? Meet dan met een meetlat/liniaal de lijn die je getekend hebt.
Hoogteligging
Dit vind je enkel in een atlas (en op internet natuurlijk!). Bij de hoogteligging zijn er veel lijnen. Deze lijnen noem je hoogtelijnen. Die bepalen hoe hoog een berg is (of iets anders). Als er bv. 60 op zo,n lijn staat, dan betekent dat dat die lijn 60 m hoog is. Hoe dichter de lijnen, hoe steiler.
Helling
Helling is een oplopende of aflopende vlakte die zich op straat of in de natuur bevind. Een helling kan steil, matig of zwak zijn. De helling is dus het schuine lijntje (van de berg).
Horizon
De horizon is de lijn waar de hemel en de aarde elkaar raken. Die kan effen (recht), golvend of getand zijn.
Het rode lijntje is de horizon.
Nog eens andere soort vormen
Met de vormen hierboven kun je:
- een vlakte
- een plateau
- een heuvel(land)
- een gebergte
maken.
Vlakte
Om een vlakte te krijgen moet je:
- hoogteverschil klein zijn,
- helling zwak zijn en
- horizon effen.
Zo weet je hoe je het moet berekenen. Neem een voorbeeld aan:
- een veldje
- het park
- een plekje met gras.
Heb je nog vragen? Stel ze dan bij het woordje 'overleg'.