Noorderlicht
Het Noorderlicht, ookwel Aurora Borealis genoemd, is een natuurfenomeen waarin flarden van licht hoog aan een heldere nachthemel te zien zijn. Het Noorderlicht kun je alleen zien in een specifiek gebied rondom de Noordpool.
Hoe ziet Noorderlicht eruit?
Noorderlicht bestaat uit meerkleurig, wazig en langzaam bewegend licht dat op ongeveer 100 tot 1000 kilometer hoogte boven het land zweeft. Vaak is het licht groenig-geel, maar violet tot rood komen ook voor.
De vorm van het lichtschijnsel kan ook verschillend zijn: boog-, gordijn- en sluiervormig. Onderaan heeft het licht vaak een scherpe rand. Daarboven wordt het licht waziger. Je kunt het vergelijken met de rook die opstijgt als je een lucifer uitblaast. Noorderlicht kan ook waziger zijn dan hierboven omschreven. Dan is het licht een stuk minder goed merkbaar. Dan wordt het licht diffuus genoemd.
Hoe ontstaat Noorderlicht?
Het ontstaan van Noorderlicht begint bij de zon. In de zon ligt een heleboel energie opgeslagen. Als een deel van die energie plotseling vrijkomt ontstaan er zonnevlammen. Bij zo’n energie-uitbarsting komen er een heleboel elektrisch geladen deeltjes vrij. Sommige van die ‘zonne’deeltjes worden zo heet dat ze zich losmaken van de zwaartekracht van de zon en met snelheden van wel 450 km/s de ruimte in vliegen. Dit verschijnsel noem je een ‘zonnewind’. Die elektrisch geladen deeltjes worden vervolgens aangetrokken door magnetische velden om de planeten in het zonnestelsel. Zo’n magnetisch veld kun je met het blote oog niet zien, maar het beschermt de planeten, en dus ook de aarde, tegen zonnewinden. Als dat magnetische veld om de aarde er niet was, dan zou de aarde verschroeid worden door zonnewinden. Dan zouden de oceanen verdampen en dan zou leven op aarde onmogelijk zijn.
Maar het kan weleens voorkomen dat er elektrisch geladen zonnedeeltjes in het magnetisch veld van de aarde terechtkomen. Op dat moment worden ze afgebogen naar een van de polen (de noordpool of de zuidpool). De aarde is het meest kwestbaar op de magnetische polen. Op de polen reageren de elektrisch geladen zonnedeeltjes met gassen die zich in de atmosfeer van de aarde bevinden. Die reactie komt in de vorm van een lichtschijnsel... et voila: het Noorderlicht.