Hersenen
De hersenen of het brein kun je vergelijken met de hoofdcomputer van mens en dier. Je hersenen regelen werkelijk alles in je lichaam en je kan eigenlijk niet zonder. Je hersenen zorgen onder andere ervoor dat je niet vergeet adem te halen, dat je organen werken enzovoorts. Kortom alles wat jou doet leven. Je hersenen hebben ook een soort van hulpjes: je zenuwen. Die zorgen ervoor dat je hersenen wel doen wat je moet doen. Een voorbeeld: je wilt een stap zetten. Dan gaan via je zenuwen seintjes omhoog die informatie bevatten. In die informatie staat bijvoorbeeld dat jij een stap wilt zetten, dan doen je hersenen dat, omdat je zenuwen dat zeggen. Je hersenen zijn verdeeld door een paar delen, kwabben genaamd. Die kwabben zorgen voor bepaalde dingen. Zo zorgt je achterhoofdskwab ervoor dat je kunt zien.
Leren
Jouw hersenen slaan alles op. Dat wordt snel te veel, daarom hebben je hersenen een kortetermijngeheugen en een langetermijngeheugen. Alles gaat eerst via het kortetermijngeheugen en daarna als iets belangrijk is naar het langetermijngeheugen door middel van verbindingen, iets wat in het kortetermijngeheugen is opgeslagen onthoudt je niet lang. Als je iets lang wilt onthouden dan moet het naar het langetermijngeheugen. Dit gebeurt als je lang dingen overschrijft of vertelt (zoals bij leren). Als je dit doet dan worden er verbindingen gemaakt in je hersenen. Deze sterven uiteindelijk af. Maar ze kunnen ook dikker worden. Als je Poep vaak herhaalt, dan worden de verbindingen steeds dikker. Als je iets heel vaak doet zoals lopen en fietsen, dan vergeet je dat nooit meer.
Delen
- Cellebrum (grote hersenen)
- Cerrebellum (kleine hersenen)
- Hersenstam
- hypocamptus