Relativiteitstheorie
De relativiteitstheorie is een theorie, ontwikkeld door de Duits-Amerikaanse natuurkundige Albert Einstein.
Wat is de relativiteitstheorie?
De relativiteitstheorie gaat uit van de snelheid waarmee je iets waarneemt. Galileo Galilei dacht ook al zoiets, maar kon het niet bewijzen. En Newton dan. Die zat er dicht bij, al noemde hij het anders. En onze eigen professor Lorentz (1853-1928), Nobelprijswinnaar, die heeft de relativiteitstheorie eigenlijk al ontdekt vóór Einstein. Als je bijvoorbeeld in een trein rijdt en versnelt, gaat jouw tijd ten opzichte van de waarnemer (die stil staat) langzamer. Want tijd is niet een lange sliert, maar je kunt die ook buigen. Met andere woorden, tijd is niet absoluut, maar relatief (nu hoor je ook waar het woord relativiteitstheorie vandaan komt). Dat is bijvoorbeeld zo in een zwart gat (dat ook alleen in theorie bestaat en waaraan door allerlei geleerden, zoals de Nederlandse Nobelprijswinnaar Martin Veltman, wordt getwijfeld), want daar staat de tijd helemaal stil. Het is raar om je het zo voor te stellen, maar op sommige plekken kan de tijd dus echt stilstaan. b.v. een trein rijdt 90 km/uur en een auto 60 km/uur de relatieve snelheid is (de snelheid van de trein gemeten door de auto) is 30 km/uur
De lichtsnelheid
Eigenlijk kun je alles wat hier vóór staat, gerust vergeten, want dat is toch te ingewikkeld om te begrijpen. Het beste is de algemene conclusie van de relativiteitstheorie te onthouden, en dat is dat de hoogste snelheid, die bereikt kan worden, de lichtsnelheid (300.000 kilometer per seconde) is. Er is dus niet zoiets als een halve lichtsnelheid of een kwart lichtsnelheid. Er zijn nog wel hogere snelheden, maar die komen alleen in stripverhalen voor.
E = mc²
Uit de relativiteitstheorie komt de beroemde formule E = mc². Daarin is E energie, m = massa en c lichtsnelheid. Dus volgens Einstein (en er zijn weinigen, die hem tot dusver hebben durven tegenspreken) is energie het product van massa en het kwadraat van de lichtsnelheid. Door de eenvoud van de formule lijkt dat erg logisch, maar dat is juist het bedrieglijke. Daarom zijn er pogingen ondernomen, om de formule (en daarmee de hele theorie van de relativiteitstheorie) in twijfel te trekken. Zoals laatst nog bij het CERN in Genève. Dat is een wetenschappelijk instituut dat dacht te hebben ontdekt, dat er tóch hogere snelheden dan de lichtsnelheid denkbaar zijn. Dat zou de hele relativiteitstheorie omvergegooid hebben. Maar deze "ontdekking" bleek op een rekenfout te berusten...