Al (woord)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Al
Voorbeelden;
Het is al twaalf uur.
Hij is er al.
Poeh lastig uit te leggen....
1al telw in het geheel: al de mensen; alle dagen; wij allen; alle drie (de) partijen
2al onbep vnw alles: al wat je hoort
3al bn geheel: met alle macht
4al zn: al met al alles tezamen genomen
5al bw van graad: geheel en al in de war; (versterkend) al doende leert men; (van tijd) hij is er al; (modaal) de zaal deugde ook al niet
6al vw hoewel, ofschoon: al is hij mijn neef, ik mag hem niet