Onderwerp (taalkundig)
Het onderwerp is een zinsdeel dat bepalend is voor de persoonsvorm in "persoon" (1ste, 2de, 3de persoon) en het "aantal" (één of meer: enkelvoud of meervoud).
Voorbeeld:
Je broer speelt niet onverdienstelijk gitaar. We zeggen speelt en niet speel of spelen, omdat er een verband bestaat met "je broer"; dit is dan het onderwerp.
Deze eigenschap kunnen we gebruiken om het onderwerp van een zin te vinden, Veranderen we hierboven "je broer" in "je broers", dan verandert de persoonsvorm mee; "speelt" wordt dan "spelen".
Nog een voorbeeld:
Je broer zag ik niet eens. Veranderen we "broer" in "broers", dan blijft "zag" onveranderd. Veranderen we "ik" in "wij", dan moet "zag" in "zagen" veranderen. Dus: "ik" is het onderwerp van deze zin.