Brandweerman: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
 
Regel 6: Regel 6:
 
Het hielp niet echt want de grote steden hielden zich er maar een beetje aan de wet en de kleine stadjes hielden er helemaal niet aan en daar gingen de branden dus gewoon door. Rond 1600 kwamen er emmers en ladders. Rondom de brand probeerden ze verdere verspreiding te voorkomen met vochtige doeken.
 
Het hielp niet echt want de grote steden hielden zich er maar een beetje aan de wet en de kleine stadjes hielden er helemaal niet aan en daar gingen de branden dus gewoon door. Rond 1600 kwamen er emmers en ladders. Rondom de brand probeerden ze verdere verspreiding te voorkomen met vochtige doeken.
   
''Dit alles gelde niet voor de Romeinen. Zij hadden vanaf het begin van de jaartelling al een brandweerorganisatie.''
+
''Dit alles gold niet voor de Romeinen. Zij hadden vanaf het begin van de jaartelling al een brandweerorganisatie.''
   
 
In Nederland werd de eerste brandweerspuit bedacht door Pauwels Auleander. Toen ze een spuit hadden, werd het belangrijker dat er een goede organisatie kwam.
 
In Nederland werd de eerste brandweerspuit bedacht door Pauwels Auleander. Toen ze een spuit hadden, werd het belangrijker dat er een goede organisatie kwam.
Regel 30: Regel 30:
 
Er zitten niet alleen spullen in de auto maar ook 2000 liter water, dat kunnen ze in 30 seconden op spuiten op vol vermogen. Ze hebben ook schuim om over olie te spuiten, want olie drijft op water en water blust niet alles.
 
Er zitten niet alleen spullen in de auto maar ook 2000 liter water, dat kunnen ze in 30 seconden op spuiten op vol vermogen. Ze hebben ook schuim om over olie te spuiten, want olie drijft op water en water blust niet alles.
   
Er zijn ook speciale brandweerwagens op vliegvelden. En ook in het leger zijn er brandweerauto’s voor als er een ontploffing is. Voor auto’s open te knippen hebben ze een hydraulische schaar.
+
Er zijn ook speciale brandweerwagens op vliegvelden. En ook in het leger zijn er brandweerauto’s voor als er een ontploffing is. Om auto’s open te knippen hebben ze een hydraulische schaar.

Versie van 26 okt 2006 23:55

De geschiedenis van de brandweer:


Tot ver in de Middeleeuwen was er niks tegen brand te doen. Het was de straf van God dachten ze. In de Middeleeuwen waren er geen blusmiddelen. Ze hadden houten huizen met rieten daken en geen schoorstenen. In 1452 was er een enorme brand in Amsterdam, het grootste deel van de stad brandde af. Keizer Karel V bedacht in 1521 een soort wet om brand te voorkomen: Hij wilde dat de muren van steen werden en de daken van pannen werden. De haardvuren moesten ’s nachts uit en hete as moest je in stenen potten bewaren. Het hielp niet echt want de grote steden hielden zich er maar een beetje aan de wet en de kleine stadjes hielden er helemaal niet aan en daar gingen de branden dus gewoon door. Rond 1600 kwamen er emmers en ladders. Rondom de brand probeerden ze verdere verspreiding te voorkomen met vochtige doeken.

Dit alles gold niet voor de Romeinen. Zij hadden vanaf het begin van de jaartelling al een brandweerorganisatie.

In Nederland werd de eerste brandweerspuit bedacht door Pauwels Auleander. Toen ze een spuit hadden, werd het belangrijker dat er een goede organisatie kwam.

Jan van der Heijden bedacht een spuit die hij tot zijn dood (1712) bleef verbeteren en die bleef men gebruiken tot de 20ste eeuw.

Vroeger werd een brandweerwagen getrokken door een paard. Nu hebben ze een auto die heel erg opvalt.

Nu:

Nu zijn er 40.000 vrijwilligers en 6.000 beroepsbrandweermensen. Vrijwillige brandweer zijn mensen die naast hun gewone werk ook bij de brandweer werken en er niet voor worden betaald. Ze blussen brand en controleren nieuwe en gewone huizen op brandveiligheid. Bijna alle gemeentes hebben een eigen brandweerorganisatie. Je kan in Nederland de brandweer bellen met het nummer 112. In Nederland moet de brandweer na 8 minuten bij de brand zijn. Bij de brandweer werken, is heel moeilijk, je moet veel leren en het werk is zwaar, maar het is fijn om mensen en dieren te redden.

De brandweerman,

In 30 seconde moet de brandweer man/vrouw klaarstaan. Hij moet een goede broek aan hebben, goede schoenen, een goede jas en een lichtgevende helm en handschoenen. Dat is allemaal brandwerend. Brandwerend betekend dat het de brand een tijdje tegen houdt.

Ook heeft hij soms perslucht nodig om zijn longen te beschermen. Daar heeft hij ook een masker voor nodig. Soms heeft hij een bijl of een kettingzaag bij zich om brandende bomen om te hakken.

In de brandweerauto kunnen 6 mensen zitten. Er zit ook een ladder aan om in huizen te klimmen. Sommige ladders kunnen 20 meter hoog uitschuiven, er zit boven aan de lader ook een brandblusser , die kan van beneden worden bestuurd. Het wiebelt heel erg als je bovenin zit. Met windkracht 6 mag je niet op de ladder zitten omdat het dan te erg schudt Soms moeten ze water oppompen uit putten om het vuur uit te krijgen. Ze kunnen ook water uit sloten of meren halen. Er zitten ook voor iedereen luchtflessen in .

Er zitten niet alleen spullen in de auto maar ook 2000 liter water, dat kunnen ze in 30 seconden op spuiten op vol vermogen. Ze hebben ook schuim om over olie te spuiten, want olie drijft op water en water blust niet alles.

Er zijn ook speciale brandweerwagens op vliegvelden. En ook in het leger zijn er brandweerauto’s voor als er een ontploffing is. Om auto’s open te knippen hebben ze een hydraulische schaar.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Brandweerman&oldid=7466"