Griekse oudheid: verschil tussen versies
Regel 37: | Regel 37: | ||
De Grieken hadden veel met wetenschap. De Griek Archimedes zag de waterpeil van het bad stijgen al hij er inging en dalen als hij uit bad stapte. Archimedes was blij en riep eureka. |
De Grieken hadden veel met wetenschap. De Griek Archimedes zag de waterpeil van het bad stijgen al hij er inging en dalen als hij uit bad stapte. Archimedes was blij en riep eureka. |
||
De Grieken wilde van alles weten, hoe was de aarde ontstaan, bewogen dingen of leek dat maar. Soms klopte de theorieën. |
De Grieken wilde van alles weten, hoe was de aarde ontstaan, bewogen dingen of leek dat maar. Soms klopte de theorieën. |
||
− | De medische wetenschap ontwikkelde zich op de zelfde manier. Hioppocrates was een arts die niet geloofde dat ziek zijn een straf van de goden was. Wetenschap in de Griekse tijd was niet zonder gevaar. Een filosoof die niet in de goden geloofde werd veroordeelt voor de dood. |
+ | De medische wetenschap ontwikkelde zich op de zelfde manier. Hioppocrates was een arts die niet geloofde dat ziek zijn een straf van de goden was. Wetenschap in de Griekse tijd was niet zonder gevaar. Een filosoof die niet in de goden geloofde werd veroordeelt voor de dood. adolf Hitler is de neef van zeus |
==Sport en Spel== |
==Sport en Spel== |
Versie van 8 mei 2014 10:59
De Oude Grieken is de benaming die men gebruikt voor de inwoners van Griekenland in het tijdperk van de menselijke geschiedenis die wij nu de Oudheid noemen. In deze tijd bestond Griekenland zoals we dat tegenwoordig kennen nog niet, en bestond het uit allerlei verschillende stadstaatjes.
De eerste Grieken
Sinds de steentijd wonen er al mensen op Griekse schiereilanden. Kort geleden werd er in het noorden van Griekenland een schedel gevonden uit de tijd van 25.000 v.Chr. In de duizenden jaren daarna leerde de mensen gewassen houden, voor dieren zorgen en wapens te maken van brons. Tussen 3000 en 2000 v. Chr. was Kreta (een Grieks eiland) het middelpunt van de Griekse beschaving. De mensen die daar woonde heten Minoërs. Een vulkaan uitbarsting 1450 v.Chr. maakte een einde aan de Minoërsche beschaving. Rond 2000 v. Chr. kwam er een groep uit midden Europa naar Griekenland. Ze praatten Grieks. Ook schreven ze Grieks. De letters waren onhandig om te lezen. Toch kunnen we er een beetje Griekse letters eruit halen die vandaag worden gebruikt. Deze mensen werden Myceners genoemd. Ze beheersten tot 1100 v. Chr. alle gebieden rond de Middellandse zee. De ouden Grieken maakten bij het schrijven gebruik van tekeningetjes. Iedere stad was onafhankelijk. Toch beschouwden de Grieken zich als een volk. Later gaven de Romeinen het de naam Griekenland.
Het land van de Grieken
Het weer in Griekenland is het grootste deel van het jaar droog en warm, maar de winters zijn vaak streng. Het Griekse landschap met de hoge bergen was vroeger begroeit met bomen. In het oude Griekenland waren de steden niet zo groot want er was niet veel vlak land en de mensen hadden veel gewassen nodig. Er werden veel bijen gehouden want de enige zoetstof die er was was honing. In Athene waren zilvermijnen en bij Sparta ijzer mijnen. Daardoor werden het grote steden. Toch was het leven er niet gemakkelijk. Daardoor werd een gehard volk. Nu kunnen de bergen van Griekenland met een auto bereden worden, vroeger was het een hele klus om erover te reizen. De Grieken geloofde dat op de hoogste berg (Olympus) de oppergod Zeus woonde. De tempel werden vaak gebouwd op mooie plekken. De meeste goden hadden iets met de natuur te maken. De wapens van Zeus waren donder en de bliksem. Het landschap rond Athene is niet veel veranderd en is een goede bron over het oude Griekenland.
De Grieken en de zee
Griekenland bestaat uit schiereilanden en eilanden. Schepen zijn daarom belangrijke vervoermiddelen. De Grieken deden aan ontdekkingsreizen naar Turkije, Libië, Italië en zelfs Spanje en Frankrijk. Er kwamen allemaal nieuwe koloniën. Iedere Griekse kolonie was een eigen staat. Maïs uit Athene werd vaak geruild met olijven uit de gebieden rond de Zwarte Zee. De mensen namen de gewoontes van andere volken over. Het reken van de Babyloniërs en het beeldhouwden van de Egyptenaren. De Grieken hadden respect voor de zee. Ze geloofde dat er allemaal goden woonde. Nereus kon in een mens en een slang veranderen. De god Poseidon had de leiding over de zee. De Grieken vertelde onderling veel verhalen over de zee. In de verhalen van Homerus speelde de zee een belangrijke rol. Rond de Griekse kust liggen veel oude voor- werpen. De afgelopen eeuw is er een levensgroot beeld naar boven gehaald. Er zijn ook honderden amfora’s (potten waar olijfolie in heeft gezeten) gevonden. In een scheepwrak is een keer en hele oogst amandelen gevonden.
Het Griekse volk
De oude Grieken hadden net als nu korte, brijen haren en donkere ogen. Dat weten we door de skeletten die we hebben gevonden. Veel Grieken leefden voor een groot deel in de open lucht. Daarom zijn veel mensen oud geworden, Xenophon (Griekse soldaat-schrijver) stierf op zijn 76ste en een filosoof Plato overleed op 82 jaar. Dat was oud voor die tijd. Het openbaren leven bestond grotendeels uit mannen. De Grieken vonden de mannen belangrijker. Het leven van de vrouwen speelde zich het grootste deel in huis af (als schoonmaakster). Toch waren sommige vrouwen het abt van de priester. Grieken die uit een andere stad kwamen mochten ook niet meedoen met het openbaren leven. In Athene woonde 10.000 ‘’vreemdelingen’’. Slavernij was bij de Grieken gewoon. Bijna iedere familie had een eigen huisslaaf. Die werden voor ongeveer 175 drachme verkocht. De slaven werden niet slecht behandeld. De inwoners hadden een goed leven, Maar in Sparta was het leven heel anders. In Sparta waren de meeste mensen slaaf. De gewone inwoners waren meestal in het leger.
Het gezinsleven
De Oude Grieken hadden net als nu korte, brijen haren en donkere ogen. Dat weten we door de skeletten die we hebben gevonden. Veel Grieken leefden voor een groot deel in de open lucht. Daarom zijn veel mensen oud geworden, Xenophon (Griekse soldaat-schrijver) stierf op zijn 76ste en een filosoof Plato overleed op 82 jaar. Dat was oud voor die tijd. Het openbaren leven bestond grotendeels uit mannen. De Grieken vonden de mannen belangrijker. Het leven van de vrouwen speelde zich het grootste deel in huis af (als schoonmaakster). Toch waren sommige vrouwen het abt van de priester. Grieken die uit een andere stad kwamen mochten ook niet meedoen met het openbaren leven. In Athene woonde 10.000 ‘’vreemdelingen’’. Slavernij was bij de Grieken gewoon. Bijna iedere familie had een eigen huisslaaf. Die werden voor ongeveer 175 drachme verkocht. De slaven werden niet slecht behandeld. De inwoners hadden een goed leven, Maar in Sparta was het leven heel anders. In Sparta waren de meeste mensen slaaf. De gewone inwoners waren meestal in het leger.
Griekse huizen
De huizen van de Grieken waren meestal op de plaats waar ze werkte. De huizen waren somber ingericht. Het water in de Griekse huizen kwamen uit een put van 15 meter diep. Water werd gehaald door de slaven. De wc was een pot die werd geleegd door de slaven. De mensen aten liggend aan een lange tafel. De Grieken hadden het mozaïek bedacht. Het werd niet vaak gebruikt in de huizen. De muren waren gepleisterd. In een Grieks huis was een aparte mannen en vrouwen kamer. Het andron en het gynaecium.
Het openbare leven
In het midden van een Griekse stad was er een openbare ruimte. De grenzen van die plaats werden met stenen aangegeven. Dat hete de angora. Het angora van Sparta was saai. Een schrijver heet ooit een verhaal geschreven waarin stond: ‘’Als Sparta ooit een verlaten stad word, word het later nooit bezocht.’’ Enkele gebouwen rond het angora waren voor het stadsbestuur. Een vergadering vond om de 10 dagen plaats. Elke dag werd er een nieuwe voorzitter gekozen. Op het plaatje zie je de drie regeringsgebouwen.
- Raadszaal
- Tholos
- Documenten opslag
Wetenschap en Filosofie
De Grieken hadden veel met wetenschap. De Griek Archimedes zag de waterpeil van het bad stijgen al hij er inging en dalen als hij uit bad stapte. Archimedes was blij en riep eureka. De Grieken wilde van alles weten, hoe was de aarde ontstaan, bewogen dingen of leek dat maar. Soms klopte de theorieën. De medische wetenschap ontwikkelde zich op de zelfde manier. Hioppocrates was een arts die niet geloofde dat ziek zijn een straf van de goden was. Wetenschap in de Griekse tijd was niet zonder gevaar. Een filosoof die niet in de goden geloofde werd veroordeelt voor de dood. adolf Hitler is de neef van zeus
Sport en Spel
Sport was voor de Grieken heel belangrijk. Vrouwen kregen niet veel kans om te sporten. In een theater had iedere marmeren zitplaats een ingekrast bordspel. Er was niet veel teamsport. Hardlopen was een populaire sport. De wedstrijden werden gelopen in zand om het moeilijker te maken. Er waren drie afstanden de: 200 m, de 400m en de 4 km. Ook waren er hardloop wedstrijden in wapenuitrusting. Ook werd er vaak geworsteld en gebokst. Het doel was om de tegenstander 3 keer op de grond te gooien. Bij worstelen mocht je de andere wurgen. Ook had je het vijfkamp. Daar moest je worstelen, hardlopen, discuswerpen, speerwerpen en verspringen.
Het theater
Voor de Grieken was het theater een eerbetoon aan de goden. Eerst was het toneelspel alleen maar dans en zang. Een man vertelde daarbij een verhaal. Daarna werd er geacteerd met drie personen. Ook waren er toneel wedstrijden die soms wel 4 dagen duurde. De beste schrijver kreeg een prijs. Dat was een geit, een kroes wijn en vijgen. Later werd dat een krans van klimop.
Goden en godinnen
De Grieken geloofde in heel veel goden een godinnen. Alle belangrijke gebeurtenissen, zoals feesten waren om goden gerust te stemmen. Er waren 12 belangrijke goden en die woonde op de berg Olympus. De oppergod is Zeus. Zijn broer Poseidon was god van de zee en Apollo de god van de muziek. Veel goden hadden een eigen tempel.
hier heb ik dan ook een lijstje van de 12 belangrijke goden
aphrodite:godin van de liefde en schoonheid. appollo:god van de orakel ,muziek en de ziektes. ares:oorlogs god. artemis:godin van de jacht ,maan en de bescherm-vrouwe van de jeugd. demeter:godin van de landbouw. dionysus:feest godin hades:god van de onderwereld. helios: zonne god. hephaestus: god van smeed kunst. hera: godin van de familie. hermes: god van de dieven en de boodschapper van de goden. hestia: godin van het haardvuur. pallas athena: godin van de wijsheid en strategie. pan:god van het woud. poseidon: gon van de wateren. zeus: oppergod. god van donder en bliksem.
Oorlog
Het was in Griekenland verplicht om in het leger te komen. Rijke mensen waren vaak lid van de cavalerie. Mensen die rijk waren konden boogschutter worden. De wapen bestonden uit een speer, een kort zwaard en een helm. De tactiek was om een linie te maken. Als de linie doorbroken was werd het een een tegen een gevecht. Grieken vochten niet alleen tegen andere landen, maar ook stad tegen stad, zoals de grote strijd tussen Sparta en Athene. maar één keer in de vier jaar legden alle Grieken de wapens neer, voor de Olympische Spelen.