Gebruiker:Gerarddummer/zandbak: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 1: Regel 1:
 +
  1. klimaat: wat voor klimaat heeft het land? Is het een zeeklimaat of een landklimaat. Wat betekent dat precies voor het land?
  
 +
  2. Voedsel: wat eten en drinken mensen in het land? Lijkt het eten heel erg op het eten in Nederland? Of is het heel anders? Eten ze net zo laat als in Nederland? En ook drie keer per dag?
  
 +
  3. Geschiedenis: de geschiedenis van een land, provincie of plaats is heel interessant. Je kunt hier zo veel over vertellen. Wanneer is een plaats ontstaan, wie woonden er als eerste, hoe komt de plaats aan zijn naam, waarom heten straatnamen zoals ze heten, zijn er belangrijke families geweest, waren er oorlogen, was de stad altijd al zo groot, …teveel om op te noemen.
  
Elektriciteit gebruik je bijna nooit op zichzelf, tenzij bij elektrische schokken in de geneeskunde of elektrocutie op de elektrische stoel.
 
  
In alle andere gevallen wordt elektriciteit eerst omgezet in een voor ons bruikbare vorm. Zo een omzetter (omvormer) noem je een verbruiker.
+
  4. Economie: waarmee verdienen de mensen hun geld? Is het een klein dorp met veel boerderijen (wat voor boerderijen dan precies)? Of is het een grote stad (met universiteiten en grote winkelcentrums)? Zijn de mensen rijk of arm? Is het geld ook eerlijk verdeeld? Of hebben sommige mensen alles en anderen helemaal niets? Of leven heel veel mensen van het toerisme?
  
Wanneer je rondom jou kijkt, dan kom je dagelijks zo'n verbruikers tegen.
+
  5. Politiek: is één iemand de baas in het land of hebben de mensen het voor het zeggen? Zijn er politieke partijen? Is er een president of een koningshuis? En hoe worden de verkiezingen georganiseerd?
  
 +
  6. Bevolking:Wat voor soort mensen wonen er? Wonen er heel veel verschillende soorten mensen? Leven de mensen vredig naast elkaar? Of kunnen ze niet goed met elkaar opschieten?
  
== De elektrische stroomkring. ==
+
  7. Geloof: wat geloven de mensen? Zijn het christenen, moslims of hebben ze nog een ander geloof? Zie je ook wat het geloof voor de mensen betekent in het dagelijks leven?
'''hoe stel je een eenvoudige stroomkring samen?'''
 
  
De verschillende onderdelen om een elektrische stroomkring samen te stellen zijn.
+
  8. Afbeeldingen: gebruik foto’s, of zelfgemaakte tekeningen om te laten zien hoe het land, de provincie of de plaats eruit ziet. Gebruik alleen foto’s die vrij zijn om te gebruiken.
  
A. ''De bron'': Dit is een toestel dat op statische wijze (geen beweging) elektriciteit voortbrengt.
+
  9. Nog meer informatie: Ken je een boek of website dat ook over het onderwerp gaat? Neem die hier dan op.
b.v. een batterij
 
 
 
B. ''De geleider'': Dit is een koperdraad die zorgt voor de verbinding tussen bron en verbruiker.
 
b.v. V.O.B.-draden,kabels
 
 
 
C. ''De verbruiker'': Dit is een toestel dat elektrische energie omzet in licht, beweging, warmte,...
 
b.v. Gloeilamp,boormachine,broodrooster,...
 
 
 
D. ''De schakelaar'' : Is een toestel dat je helpt bij het aan en uitschakelen van de energieomzetting.
 
b.v. eindeloop, schakelaar, voetschakelaar,...
 
 
 
'''De open elektrische stroomkring.'''
 
 
 
een stroomkring is open als:
 
*de schakelaar open staat
 
*ergens een onderbreking is: b.v. aan de bron, verbruiker,...
 
*gloeidraad van de lamp stuk is.
 
*geen goed contact tussen lamp en de draden in de lampvoet is.
 
 
 
''Bij een open of onderbroken stroomkring, kan er geen stroom vloeien van de bron naar de verbruiker en terug.
 
De bron levert geen stroom, de bron is onbelast.''
 
 
 
'''De gesloten elektrische stroomkring.'''
 
 
 
Een stroomkring is gesloten als de stroom kan vloeien van de + pool van de bron, (door de schakelaar),door de verbruiker en zo naar de - pool van de bron.
 
'''
 
De kortgesloten elektrische stroomkring.
 
'''
 
 
 
Een stoomkring is kortgesloten als:
 
* De L1 en de N-leider (fasedraden bij wisselspanning= AC), Met elkaar verbonden zijn, zonder verbruiker tussen!
 
* De + pool en de - pool (draden bij gelijkspanning= DC), met elkaar veronven zijn, zonder verbruiker tussen!
 
 
 
== Hoe ontstaat elektriciteit? ==
 
 
 
 
 
== Gelijkspanning en wisselspanning ==
 
 
 
'''A. Gelijkspanning'''
 
* Een bron met vaste polariteiten is een gelijkspanningsbron.
 
* De stroom die geleverd wordt door een gelijkspanningsbron vloeit steeds in dezelfde zin (richting), die stroom heet gelijkstroom.
 
 
 
Gelijkstroom en gelijkspanning worden aangegeven door:
 
 
 
*Het gelijkheidsteken (=)
 
*Eén horizontaal streepje (-)
 
*D.C.(afkorting van het engels "Direct Current")
 
 
 
'''
 
B. Wisselspanning.'''
 
 
 
* Een bron met polariteiten die voortdurend wisselen heet wisselspanningsbron.
 
* De stroom die geleverd wordt door een wisselspanningsbron, vloeit een zeer korte tijd in de ene zin en nadien in de andere zin, daarna wisselt de stroomzin weer, enz. een stroom waarvan de zin en ook de sterkte steeds wisselt heet wisselstroom.
 
 
 
Wisselspanning en wisselstroom worden aangegeven door:
 
 
 
* Het sinusteken (~)
 
* A.C. (afkorting van het engels "Alternating Current")
 
 
 
Een generator die wisselspanning levert heet "alternator"
 
 
 
==Waarheen lopen de elektriciteitsdraden?==
 
 
 
De elektriciteitscentrale leveren ons een spanning van 380.000V, dit noemt men het ''hoogspanningsnet(HS).''
 
 
 
Via onder - of bovengrondse leidingen worden deze spanningen gebracht naar een hoogspanningsstation.
 
 
 
Daar wordt de spanning verlaagd tot 6000 of 15.000V. Dit noemt men het ''middelspanningsnet (MS).''
 
 
 
Deze spanning zal op zijn beurt d.m.v. een transformator verlaagd worden tot 240/400V. Dit noemt men het ''laagspanningsnet(ls)''
 
 
 
 
 
 
 
 
 
== De elektrische grootheden in het kort ==
 
 
 
'''Spanning stroom en weerstand'''
 
 
 
Om de elektrische grootheden (spanning,strooom en weerstand) gemakkelijker te begrijpen, vergelijken we deze met een tuinslang die we aansluiten op waterkraan.
 
 
 
*Je draait de kraan open en er komt water uit de tuinslang
 
= ''Hoe meer (minder) je de kraan open draait, hoe meer (minder) water uit de tuinslang komt''
 
 
 
*Je draait de kraan open in een willekeurige stand en blijft er dan af (er stroomt water uit de tuinslang)
 
*terwijl er water uit de tuinslang stroomt, gaan we met onze voet op de tuinslang duwen.
 
= Hoe meer (minder) ik duw met mijn voet,hoe minder (meer) water eruit de tuinslang zal stromen.
 
 
 
Vergelijking met elektriciteit.
 
 
 
 
 
De waterdruk op de kraan is de spanning.
 
Symbool: U        eenheid: Volt (v)
 
Vb: U= 10V (de spanning bedraagt 10volt)
 
 
 
Het water dat uit de tuinslang vloeit is de stroom.
 
Symbool:I          eenheid: ampère (A)
 
Vb: I=2A (de stroom bedraagt 2 ampère)
 
 
 
De druk die we uitoefenen met onze voet is de weerstand.
 
Symbool:R            eenheid: ohm ()
 
 
 
De tuinslang kan je vergelijken met de aansluitdraden (koperdraden)
 
 
 
 
 
== Wet van Ohm ==
 
 
 
Formule
 
De wet van ohm : R=U/I weerstand= Spanning / stroom
 
 
 
Afgeleide formule
 
U=RxI spanning = weerstand x stroom
 
I=U/R stroom = spanning / weerstand
 
 
 
 
 
== Meten van spanning,stroom en weerstand ==
 
 
 
spanning stroom en weerstand kan je meten met 1zelfde toestel, dit noemt men een universele meter of multimeter.
 
Er bestaan ook meettoestellen die enkel spanning,stroom of weerstand meten.
 
 
 
==Schakelkast ==
 
{{Zie artikel|schakelkast}}
 

Versie van 9 apr 2011 10:10

  1. klimaat: wat voor klimaat heeft het land? Is het een zeeklimaat of een landklimaat. Wat betekent dat precies voor het land?
  2. Voedsel: wat eten en drinken mensen in het land? Lijkt het eten heel erg op het eten in Nederland? Of is het heel anders? Eten ze net zo laat als in Nederland? En ook drie keer per dag?
  3. Geschiedenis: de geschiedenis van een land, provincie of plaats is heel interessant. Je kunt hier zo veel over vertellen. Wanneer is een plaats ontstaan, wie woonden er als eerste, hoe komt de plaats aan zijn naam, waarom heten straatnamen zoals ze heten, zijn er belangrijke families geweest, waren er oorlogen, was de stad altijd al zo groot, …teveel om op te noemen.


  4. Economie: waarmee verdienen de mensen hun geld? Is het een klein dorp met veel boerderijen (wat voor boerderijen dan precies)? Of is het een grote stad (met universiteiten en grote winkelcentrums)? Zijn de mensen rijk of arm? Is het geld ook eerlijk verdeeld? Of hebben sommige mensen alles en anderen helemaal niets? Of leven heel veel mensen van het toerisme?
  5. Politiek: is één iemand de baas in het land of hebben de mensen het voor het zeggen? Zijn er politieke partijen? Is er een president of een koningshuis? En hoe worden de verkiezingen georganiseerd?
  6. Bevolking:Wat voor soort mensen wonen er? Wonen er heel veel verschillende soorten mensen? Leven de mensen vredig naast elkaar? Of kunnen ze niet goed met elkaar opschieten?
  7. Geloof: wat geloven de mensen? Zijn het christenen, moslims of hebben ze nog een ander geloof? Zie je ook wat het geloof voor de mensen betekent in het dagelijks leven?
  8. Afbeeldingen: gebruik foto’s, of zelfgemaakte tekeningen om te laten zien hoe het land, de provincie of de plaats eruit ziet. Gebruik alleen foto’s die vrij zijn om te gebruiken.
  9. Nog meer informatie: Ken je een boek of website dat ook over het onderwerp gaat? Neem die hier dan op.
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Gebruiker:Gerarddummer/zandbak&oldid=180021"