Minoïsche beschaving: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | |||
− | |||
De Minoïsche beschaving was één van de eerste Europese beschavingen. Het Minoïsche Rijk was erg welvarend en dreef veel handel in het Egeïsche gebied. De archeoloog Arhtur Evens heeft de Minoïsche beschaving ondekt op Kreta. Hij noemden deze beschaving naar het legendarische figuur koning Minos. Hij heeft de ruïnes van de Minoïsche paleizen opgegraven, zoals: Knossos. De belangerijkste steden die hij heeft opgegraven zijn Knossos bij de noordkust, en Phaistos dicht bij de zuidkust. | De Minoïsche beschaving was één van de eerste Europese beschavingen. Het Minoïsche Rijk was erg welvarend en dreef veel handel in het Egeïsche gebied. De archeoloog Arhtur Evens heeft de Minoïsche beschaving ondekt op Kreta. Hij noemden deze beschaving naar het legendarische figuur koning Minos. Hij heeft de ruïnes van de Minoïsche paleizen opgegraven, zoals: Knossos. De belangerijkste steden die hij heeft opgegraven zijn Knossos bij de noordkust, en Phaistos dicht bij de zuidkust. | ||
Door de opgravingen in Knossos is men veel te weten gekomen over deze beschaving. | Door de opgravingen in Knossos is men veel te weten gekomen over deze beschaving. |
Versie van 24 jan 2011 16:54
De Minoïsche beschaving was één van de eerste Europese beschavingen. Het Minoïsche Rijk was erg welvarend en dreef veel handel in het Egeïsche gebied. De archeoloog Arhtur Evens heeft de Minoïsche beschaving ondekt op Kreta. Hij noemden deze beschaving naar het legendarische figuur koning Minos. Hij heeft de ruïnes van de Minoïsche paleizen opgegraven, zoals: Knossos. De belangerijkste steden die hij heeft opgegraven zijn Knossos bij de noordkust, en Phaistos dicht bij de zuidkust. Door de opgravingen in Knossos is men veel te weten gekomen over deze beschaving. De Minoïsche tijd is in drie periodes opgedeeld:
- De vroeg-Minoïsche periode: ca. 3300 – 2000 v. Chr.
- De midden-Minoïsche periode: ca. 2000- 1700 v. Chr.
- De laat-Minoïsche periode: ca. 1700- 1450 v. Chr.