Werking van licht: verschil tussen versies
Regel 20: | Regel 20: | ||
Wit licht bestaat uit alle kleuren. Zo kunnen we met wit licht alle kleuren zien die er bestaan. Maar waarom zien wij geen voorwerpen zonder licht? Dat heeft te maken met twee onderwerpen: |
Wit licht bestaat uit alle kleuren. Zo kunnen we met wit licht alle kleuren zien die er bestaan. Maar waarom zien wij geen voorwerpen zonder licht? Dat heeft te maken met twee onderwerpen: |
||
− | 1. Absorberen |
+ | 1. [[Absorberen]] |
− | 2. Werking van de ogen |
+ | 2. [[Werking van de ogen]] |
1. Absorberen |
1. Absorberen |
||
+ | |||
Als wij naar een voorwerp kijken heeft dat voorwerp een bepaalde kleur. Wit, zwart, groen, geel, je kunt het je zo gek niet bedenken. Eigenlijk heeft dat voorwerp niet die kleur maar wordt het licht geabsorbeerd (opgenomen) door het voorwerp. Elk voorwerp heeft deeltjes in zich die bepaalde kleuren licht absorberen. Zo heeft een rood met wit STOP-bord rode en witte deeltjes in zich waardoor we die kleuren zien. Het licht moet dan wel wit zijn! De rest van de kleuren die in wit licht zitten zie je dan niet op het bord. Die worden weerkaatst. |
Als wij naar een voorwerp kijken heeft dat voorwerp een bepaalde kleur. Wit, zwart, groen, geel, je kunt het je zo gek niet bedenken. Eigenlijk heeft dat voorwerp niet die kleur maar wordt het licht geabsorbeerd (opgenomen) door het voorwerp. Elk voorwerp heeft deeltjes in zich die bepaalde kleuren licht absorberen. Zo heeft een rood met wit STOP-bord rode en witte deeltjes in zich waardoor we die kleuren zien. Het licht moet dan wel wit zijn! De rest van de kleuren die in wit licht zitten zie je dan niet op het bord. Die worden weerkaatst. |
||
− | Dit werkt ook zo met een reflector. Zonder licht zie je de reflector niet en schijn je er met een lamp met wit licht op, dan zie je hem rood oplichten. Het rode licht uit het witte licht wordt dan geabsorbeerd of wel gereflecteerd. |
+ | Dit werkt ook zo met een reflector. Zonder licht zie je de reflector niet en schijn je er met een lamp met wit licht op, dan zie je hem rood oplichten. Het rode licht uit het witte licht wordt dan [[geabsorbeerd]] of wel [[gereflecteerd]]. |
2. Werking van de ogen |
2. Werking van de ogen |
||
+ | |||
− | Licht bestaat uit 3 primaire lichtkleuren, namelijk: rood, blauw en groen. In je oog zitten staafjes en kegeltjes. Er zijn 3 soorten kegeltjes die gevoelig zijn voor de drie kleuren. Zie je een andere kleur, dan worden die kleurenkegeltjes gecombineerd tot de goede kleur. |
+ | Licht bestaat uit 3 [[primaire lichtkleuren]], namelijk: rood, blauw en groen. In je oog zitten [[staafjes]] en [[kegeltjes]]. Er zijn 3 soorten kegeltjes die gevoelig zijn voor de drie kleuren. Zie je een andere kleur, dan worden die kleurenkegeltjes gecombineerd tot de goede kleur. |
De staafjes zorgen ervoor dat je contrast kan zien. Je ziet met de staafjes alleen zwart, wit en grijstinten. Ze kunnen geen kleuren van elkaar onderscheiden maar letten alleen op lichtsterkte. Hoe sterker het licht hoe witter, hoe zwakker het licht hoe donkerder. |
De staafjes zorgen ervoor dat je contrast kan zien. Je ziet met de staafjes alleen zwart, wit en grijstinten. Ze kunnen geen kleuren van elkaar onderscheiden maar letten alleen op lichtsterkte. Hoe sterker het licht hoe witter, hoe zwakker het licht hoe donkerder. |
||
Versie van 16 jan 2017 10:54
Wat is een lichtbron?
Een lichtbron is een voorwerp dat zelf licht produceert. Bij veel voorwerpen lijkt het alsof het een lichtbron is, maar dat is het niet! De maan, een spiegel, een regenboog en glow-in-the-dark-sterretjes weerkaatsen allemaal licht. Zo’n voorwerp noem je ook wel een indirecte lichtbron. Denk ook maar eens aan een bioscoopscherm waar je een film op ziet.
De belangrijkste lichtbron uit de natuurlijke lichtbron, die er altijd is, is de zon. Ook sterren geven licht, maar te weinig om mee te leven. Daarnaast zie je die alleen ’s avonds. Een andere natuurlijke lichtbron is een vulkaanuitbarsting, waar veel warmte en licht vrijkomt. Om in het donker toch nog licht te hebben, maakte men gebruik van vuur als lichtbron. Dit is ook wel de oudste kunstmatige lichtbron. Daarna vond men de kaars en de gaslamp uit. Uiteindelijk ontstond de gloeilamp, die gebruik maakte van elektriciteit.
Wat is licht?
Een lichtbron bestaat uit een bundel van lichtstralen. Dat betekent dat er een heleboel lichtstralen bij elkaar zitten. Die lichtstralen gaan allemaal in een rechte lijn en dus niet alle kanten op wat bij geluid wel gebeurt! Lichtstralen waar een voorwerp voorzit, kunnen weerkaatst worden, geabsorbeerd worden of kunnen erdoorheen gaan. Als licht door een voorwerp heen kan gaan, noemen we dat ook wel doorzichtig. Een voorwerp waar niet al het licht doorheen gaat, noemen we doorschijnend. Maar waar licht is, is ook donker! Hoe dichter een ondoorzichtig voorwerp op een lichtbron af komt, hoe groter de schaduw, maar hoe komt dat? Licht beweegt in een rechte lijn. Dat betekent dat wanneer het tegen een ondoorzichtig voorwerp aan schijnt, het er niet door kan, maar het er omheen moet. Op de plek achter het voorwerp ontstaat dan schaduw. Dit noemen we ook wel kernschaduw. Aan de randen van het voorwerp komt het licht erlangs. Daardoor is de schaduw minder sterk. Dit noemen we ook wel bijschaduw.
Hoe ziet een lichtstraal eruit?
Net als geluid, ziet één lichtstraal eruit als een golfbeweging. Licht beweegt met een snelheid van 300.000 km/s. De snelheid van geluid is 343 m/s. Denk maar aan onweer. Bij bliksem zie je eerder de flits dan dat je het geluid hoort. Dat komt door de snelheid!
Waarom zien wij voorwerpen niet zonder licht?
Wit licht bestaat uit alle kleuren. Zo kunnen we met wit licht alle kleuren zien die er bestaan. Maar waarom zien wij geen voorwerpen zonder licht? Dat heeft te maken met twee onderwerpen: 1. Absorberen 2. Werking van de ogen
1. Absorberen
Als wij naar een voorwerp kijken heeft dat voorwerp een bepaalde kleur. Wit, zwart, groen, geel, je kunt het je zo gek niet bedenken. Eigenlijk heeft dat voorwerp niet die kleur maar wordt het licht geabsorbeerd (opgenomen) door het voorwerp. Elk voorwerp heeft deeltjes in zich die bepaalde kleuren licht absorberen. Zo heeft een rood met wit STOP-bord rode en witte deeltjes in zich waardoor we die kleuren zien. Het licht moet dan wel wit zijn! De rest van de kleuren die in wit licht zitten zie je dan niet op het bord. Die worden weerkaatst. Dit werkt ook zo met een reflector. Zonder licht zie je de reflector niet en schijn je er met een lamp met wit licht op, dan zie je hem rood oplichten. Het rode licht uit het witte licht wordt dan geabsorbeerd of wel gereflecteerd.
2. Werking van de ogen
Licht bestaat uit 3 primaire lichtkleuren, namelijk: rood, blauw en groen. In je oog zitten staafjes en kegeltjes. Er zijn 3 soorten kegeltjes die gevoelig zijn voor de drie kleuren. Zie je een andere kleur, dan worden die kleurenkegeltjes gecombineerd tot de goede kleur. De staafjes zorgen ervoor dat je contrast kan zien. Je ziet met de staafjes alleen zwart, wit en grijstinten. Ze kunnen geen kleuren van elkaar onderscheiden maar letten alleen op lichtsterkte. Hoe sterker het licht hoe witter, hoe zwakker het licht hoe donkerder.
Wat zie je als je kleurenblind bent?
Als je kleurenblind bent zie je wel kleuren maar veranderen de kleuren steeds. Een rood bord kan de ene keer groen zijn en de andere keer oranje. Het is lastig te zeggen wat mensen met kleurenblindheid zien omdat wij niet in hun hersenen kunnen kijken. Op het netvlies, wat achterop je oog zit en waarop beelden alle beelden binnen komen, zitten kleine cellen. Deze noem je ook wel fotoreceptoren en deze bestaan uit kegeltjes en staafjes. Bij iemand met kleurenblindheid ontbreken er fotoreceptoren of zijn ze overgevoelig. Daardoor worden de signalen van de staafjes en kegeltjes verkeerd doorgegeven en gecombineerd in de hersenen, waardoor je andere kleuren ziet.