Werkwoord: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
(Verleden tijd) |
k |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
Schrijf je loopt nou met een t of een d? |
Schrijf je loopt nou met een t of een d? |
||
+ | De 3 belangrijkste tijden zijn: Tegenwoordige Tijd (t.t.), Verleden Tijd (v.t.) en Voltooide Tijd. |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
− | + | * De ik-vorm is de stam |
|
− | voorbeeld: |
||
+ | Voorbeeld: |
||
− | tegenwoordige tijd: |
||
+ | * '''Tegenwoordige tijd''': |
||
− | + | :* Ik '''loop''': de ik-vorm van lopen is loop, dus loop is de stam |
|
⚫ | |||
+ | :* Hij '''loopT''' |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
− | + | * '''Verleden tijd''': |
|
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
+ | * '''Voltooide Tijd''': |
||
− | bij hij komt er een t achter: |
||
+ | :* Ik heb '''gelopen''' |
||
+ | :* Jij hebt '''gelopen''' |
||
+ | :* Hij heeft '''gelopen''' |
||
+ | :* Wij hebben '''gelopen''' |
||
+ | :* Jullie hebben '''gelopen''' |
||
+ | :* Zij hebben '''gelopen''' |
||
+ | Alleen bij de laatste is het werkwoord altijd hetzelfde. |
||
⚫ | |||
− | |||
⚫ | |||
− | |||
⚫ | |||
− | |||
⚫ | |||
− | |||
− | |||
− | verleden tijd (het werkwoord lopen verandert in de verleden tijd): |
||
− | |||
⚫ | |||
− | |||
⚫ | |||
− | |||
⚫ | |||
− | |||
⚫ | |||
− | |||
⚫ | |||
− | |||
⚫ |
Versie van 11 jun 2007 16:08
Een werkwoord is een heel belangrijk iets voor de taal. Schrijf je loopt nou met een t of een d?
De 3 belangrijkste tijden zijn: Tegenwoordige Tijd (t.t.), Verleden Tijd (v.t.) en Voltooide Tijd.
Hier zie je een paar regels en feiten:
- De ik-vorm is de stam
Voorbeeld:
- Tegenwoordige tijd:
- Ik loop: de ik-vorm van lopen is loop, dus loop is de stam
- Jij loopT
- Hij loopT
- Wij lopen
- Jullie lopen
- Zij lopen
- Verleden tijd:
- Ik liep
- Jij liep
- Hij liep
- Wij liepen
- Jullie liepen
- Zij liepen
- Voltooide Tijd:
- Ik heb gelopen
- Jij hebt gelopen
- Hij heeft gelopen
- Wij hebben gelopen
- Jullie hebben gelopen
- Zij hebben gelopen
Alleen bij de laatste is het werkwoord altijd hetzelfde.