Schijfkwallen
| Schijfkwallen familie Scyphozoa | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Onbekend | |||
| Leefgebied | Vrijwel wereldwijd | ||
| Leefomgeving | Zeeën | ||
| Behoort tot de | Holtedieren of Neteldieren (Cnidaria) | ||
| |||
Schijfkwallen (Scyphozoa) komen voor in de zee. Ze worden ook wel ware kwallen genoemd. De Latijnse naam Scyphozoa verwijst naar het Griekse woord skyphos (σκύφος), dat een soort drinkbeker aanduidt en verwijst naar de bekervorm van het organisme.
De meeste soorten Schijfkwallen hebben twee levensfasen, waaronder de planktonische medusa of poliepfase. Ze variëren meestal van 2 tot 40 cm. In de poliepfase eten ze een verscheidenheid aan schaaldieren en vissen, die ze vangen met behulp van stekende cellen. Na verloop van tijd krijgen ze de kenmerkende zwevende 'parapluvorm' als kwal. De kwal zwemt door spieren die aan de rand van de 'paraplu' zitten afwisselend samen te trekken en te ontspannen. Het periodiek samentrekken en ontspannen stuwt de kwal door het water, waardoor hij kan ontsnappen aan roofdieren of als het zelf zijn prooi kan vangen. Midden onder de 'paraplu' zit de mond die uitkomt in een centrale maag.
Kwallen in de Noordzee
- Oorkwal (Aurelia aurita)
- Kompaskwal (Chrysaora hysoscella)
- Gele haarkwal (Cyanea capillata)
- Blauwe haarkwal (Cyanea lamarckii)
- Bloemkoolkwal of Zeepaddenstoel (Rhizostoma pulmo)
De parelkwal of lichtende kwal (Pelagia noctiluca) komt voor in alle warmere oceanen en zeeën, waaronder de Middellandse Zee.