Nonsenspoëzie
Nonsenspoëzie is een vorm van dichtkunst. Nonsensgedichten staan vol met niet-bestaande woorden, vreemd taalgebruik en rare uitdrukkingen. Hierdoor is het gedicht moeilijk te volgen. Soms is er zelfs geen verhaal aanwezig. In een nonsensgedicht staat de vorm centraal. Nonsensgedichten zijn ook vaak een vorm van humor.
Een bekend nonsensgedicht is De Blauwbilgorgel van Kees Buddingh' (de apostrof is onderdeel van zijn naam). De eerste strofe van het gedicht gaat als volgt:
- Ik ben de blauwbilgorgel
- Mijn vader was een porgel
- Mijn moeder was een porulan
- Daar komen vreemde kind'ren van
- Raban! Raban! Raban!
Je ziet dat hij een hoop niet-bestaande woorden gebruikt. Veel woorden zijn een soort van taalspel. Het woord "blauwbilgorgel" werkt een bepaald beeld.
Een nonsensgedicht moet niet verward worden met een klankgedicht. In nonsenspoëzie komen nog bestaande woorden voor. Bij klankgedichten is dit niet het geval. In plaats van woorden worden hier alleen nog klanken gebruikt.