Freyr
Freyr (in het Oudnoors: 'Heer'), is een god in de Noordse mythologie. Hij zou staan voor koningschap, vruchtbaarheid, vrede, welvaart, mooi weer en goede oogst. Freyr, ook wel Yngvi -Freyr genoemd , werd vooral geassocieerd met Zweden en gezien als een voorouder van het Zweedse koningshuis. Volgens Snorri Sturluson was Freyr "de meest bekende van de Æsir ", en werd hij vereerd vanwege een goede oogst en vrede.
In de Germaanse mythologie wordt hij Fro of Frea genoemd. In de mythologische verhalen in de IJslandse boeken de Poëtische Edda en de Proza Edda wordt Freyr voorgesteld als een van de Vanir, de zoon van de god Njord (Njörðr) en zijn zuster-vrouw, evenals de tweelingbroer van de godin Freyja. De goden gaven hem Alfheim (Álfheimr), het rijk van de Elfen.
Hij berijdt het glanzende, van dwergen gemaakte zwijn Gullinbursti en is in het bezit van het schip Skíðblaðnir, dat altijd een gunstige wind heeft en kan worden opgevouwen en in een buidel kan worden gedragen als het niet wordt gebruikt.
Hij heerst over de regen en het schijnen van de zon, en daarmee over de vrucht van de aarde.
Hij ontmoet zijn toekomstige vrouw Gerdr, maar hij moet zijn zwaard afstaan om haar te krijgen. Freyr had een zoon genaamd Fjölnir, die hem opvolgt als koning en regeert tijdens de aanhoudende periode van vrede en goede seizoenen. De nakomelingen van Fjölnir worden opgesomd in Ynglingatal, dat de mythologische koningen van Zweden beschrijft .