Griekenland

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Helleense Republiek
Ελληνική Δημοκρατία
(Elliniki Dimokratia)

Flag of Greece.svg Coat of arms of Greece.svg EU-Greece.svg

Hoofdstad Athene
Aantal inwoners 10.678.632 (2021)
Oppervlakte 131.957 km²
Regeringsvorm Parlementaire republiek
President Katerina Sakellaropoulou (sinds 2020)
Premier Kyriakos Mitsotakis (sinds 2019)
Godsdienst Christendom (93%)
Geen religie (4%)
Islam (2%)
Overig (1%)
Taal Grieks (Ελληνικά)
Munteenheid Euro
Volkslied Ymnos is tin Eleftherian
Nationale feestdag 25 maart
Landcode GRC
Portaal Portal.svg Griekenland

Griekenland, officieel de Helleense Republiek (Grieks: Ελληνική Δημοκρατία), is een land in het zuidoosten van Europa dat aan Albanië, Noord-Macedonië, Bulgarije en Turkije grenst.

Het bestaat uit vast land met daaraan een schiereiland, de Peloponnesos. Bij Griekenland horen ook nog zo'n 1500 eilanden en daarvan zijn er 160 bewoond. Griekenland is rond de 132.000 km² groot en er wonen bijna 11 miljoen mensen. Het is een bergachtig land.

Griekenland staat vooral bekend om z'n stranden, eilanden, het eten en de rijke geschiedenis.

Naam

De Grieken hebben zichzelf eigenlijk nooit Grieken genoemd, maar Hellenen. Ze noemen hun land Ελλάδα (Ellada) en officieel ook wel Ελλάς (Ellas of Hellas). Het zijn de Romeinen die de naam Griekenland (Graecia) hebben bedacht, waarmee ze het zuiden van Italië bedoelden waar toen ook Grieks werd gesproken. Later werd Graecia meer een naam voor Griekenland zelf. Graecia is weer afgeleid van het Griekse "Γραικός" (Graikos). Dit was volgens de Griekse filosoof Aristoteles een andere naam voor de Grieken.

Officieel heet het land waar de Grieken nu wonen de Helleense Republiek (Ελληνική Δημοκρατία), dus níet Griekenland of de Griekse Republiek of zoiets!

Geschiedenis

Oudheid

Zie Griekse oudheid voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Parthenon in Athene.

In de oudheid waren er al verschillende beschavingen in Griekenland. Op het eiland Kreta bloeide van 2600 tot 1400 voor Christus de Minoïsche cultuur en op het vasteland de Aegeïsche beschaving. Rond 1100 v.Chr. werden beide beschavingen onderworpen door de Doriërs, een volk uit het noorden dat militair sterker was maar cultureel minder ontwikkeld. Na deze aanvallen werd het weer wat rustiger in Griekenland. Er ontstonden verschillende stadstaten waarvan Athene en Sparta uiteindelijk de machtigste zouden worden. In 508 v.Chr. was er een belangrijke verandering in Athene: het werd een democratie, waar de bevolking mocht meebeslissen over de politiek. Maar het was niet helemaal democratisch, omdat vrouwen, slaven en vreemdelingen niet mochten stemmen. In Sparta had het volk helemaal niets te vertellen en was de samenleving helemaal gericht op het leger en de oorlog.

Vanaf 500 v.Chr. moesten de verschillende stadstaten samenwerken tegen het Perzische Rijk in het oosten. Dat land had namelijk de Griekse stadstaten aan de westkust van het huidige Turkije veroverd. De Grieken die daar woonden kwamen in opstand, geholpen door de nog vrije stadstaten. Die opstand werd echter onderdrukt en de Perzische koning wilde wraak: in 490 v.Chr. stuurde hij een grote oorlogsvloot naar Griekenland. Bij het plaatsje Marathon werd een veldslag uitgevochten, die werd gewonnen door de Grieken hoewel de Perzen meer soldaten hadden. Maar in 480 v.Chr. kwamen de Perzen weer terug, veroverden ze Sparta en staken ze Athene in brand. Een jaar later werden ze weer definitief verslagen door de Grieken.

Buste van de bekende filosoof Socrates.

Na het eind van de Perzische Oorlogen bloeide de Oudgriekse beschaving, vooral in Athene. Er werd veel kunst gemaakt en veel beroemde wetenschappers en filosofen (mensen die veel nadenken over vragen) kwamen met nieuwe ideeën. Bekende Oudgriekse filosofen waren Plato, Socrates en Aristoteles. Maar op een gegeven moment, in 431 v.Chr., had Sparta genoeg van de Atheense macht en kwam er oorlog tussen de bondgenoten van Athene en de bondgenoten van Sparta: De Peloponnesische Oorlog. Die oorlog verliep rampzalig voor Athene en in 404 v.Chr. werd de stad dan ook verslagen. Sparta had nu dus de oppermacht, maar niet voor lang: In 371 v.Chr. werd de stad verslagen door de stadstaat Thebe. Ook de Thebaanse macht zou niet lang duren, want het Noord-Griekse koninkrijk Macedonië breidde zich steeds verder uit. In 338 v.Chr. versloeg koning Filippos II de Grieken en werd hij de baas over heel Griekenland. Zijn zoon Alexander ging zelfs nog verder en veroverde een enorm gebied, helemaal tot in India. Daarom werd hij bekend als Alexander de Grote. Na de dood van Alexander de Grote in 323 v.Chr. werd zijn rijk verdeeld onder zijn generaals. In de verschillende landen die die generaals bestuurden gingen veel Griekse kooplui, wetenschappers en kunstenaars wonen, die de Griekse cultuur verspreidden. Vooral de stad Alexandrië in Egypte stond bekend om de grote bibliotheek.

Romeinse provincie

De Romeinse provincie Acheae.

In 197 v.chr. hadden de Grieken genoeg van de Macedonische overheersing en kwamen ze in opstand, waarbij ze hulp kregen van het Romeinse Rijk. Samen wisten ze de Macedoniërs te verjagen, maar in plaats van dat ze hun onafhankelijkheid terugkregen werden de Griekse stadstaten onderdeel van het Romeinse Rijk. In 146 v.Chr. namen de Romeinen wraak voor een opstand door de oude stad Korinthe te verwoesten. Griekenland werd onderdeel van de Romeinse provincie Macedonië totdat keizer Augustus er in 27 v.Chr. de zelfstandige provincie Achaea van maakte. Tijdens de Romeinse overheersing gebeurde er niet bijzonder veel, maar in de derde eeuw begon het Romeinse Rijk te verzwakken; in 267 n.Chr. werd Attica, de streek rondom Athene, geplunderd door de Goten. Uiteindelijk werd Griekenland weer belangrijker toen keizer Constantijn de Grote in het jaar 330 de Griekse stad Constantinopel (het huidige Istanbul in Turkije als hoofdstad van het oostelijke deel van zijn rijk instelde. In 395 werd het Romeinse rijk tenslotte verdeeld in twee delen: het West-Romeinse Rijk met als hoofdstad Rome en het Oost-Romeinse of Byzantijnse rijk met als hoofdstad Constantinopel. In het Byzantijnse Rijk was het Grieks de voertaal Vraagteken2.png.

Middeleeuwen

Byzantijnse verdedigingswerken in Rhodos-stad.

Het West-Romeinse rijk viel in 476, maar het Byzantijnse rijk bleef bestaan. Wel werd Griekenland vaak binnengevallen, onder andere in de zesde eeuw door de Slavische volkeren en de Hunnen, in de negende eeuw door de Arabieren en in de elfde eeuw door de Vikingen. Tijdens de vierde kruistocht (1202-1204) werd Constantinopel veroverd door West-Europese ridders, die door de Grieken 'Franken' werden genoemd. Het Byzantijnse Rijk maakte plaats voor het zogenaamde Latijnse Keizerrijk en een aantal kleinere staten. Sommige eilanden, bijvoorbeeld Kreta en de Ionische Eilanden, werden onderdeel van de republiek Venetië. In 1261 wisten de Byzantijnen Constantinopel te heroveren, maar hun rijk zou nooit meer zo machtig worden als het ooit was. Uiteindelijk werd Constantinopel in 1453 veroverd door de Turken, die het tot de hoofdstad van hun Ottomaanse Rijk maakten. In de jaren die volgden werd ook de rest van Griekenland veroverd door de Turken, uitgezonderd sommige eilanden zoals Rhodos (veroverd in 1523) en Kreta (veroverd in 1669). Hoewel de Grieken het nu niet meer voor het zeggen hadden, bleven ze domineren in de handel en de scheepvaart, maar de hoge belastingen voor niet-moslims zorgden ervoor dat het slecht ging met de economie. Bovendien moesten Griekse families één op de vijf van hun zonen afstaan om te dienen in het korps van de janitsaren, een belangrijke eenheid in het Ottomaanse leger. Ze werden dan weggehaald bij hun gezinnen om een lange en zware training te volgen. Veel janitsaren kregen belangrijke posities in het Ottomaanse bestuur.

Onafhankelijkheid

Zie Griekse Onafhankelijkheidsoorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Doordat de Grieken vaak werden onderdrukt door de Turken, was er veel verzet. Sommige arme boeren sloten zich aan bij de 'kleften', dat waren een soort struikrovers die vochten tegen de Turkse overheersing. In 1821 besloten de Grieken om openlijk in opstand te komen; de eerste jaren hadden ze veel succes, maar in 1824 kregen de Turken hulp van de Egyptische generaal Ibrahim Pasja, die in 1826 Athene heroverde. Een jaar later ging het echter weer beter met de Grieken toen ze hulp kregen van Engeland, Frankrijk en Rusland, die de Ottomaanse vloot versloegen bij de stad Navarino. In 1830 werden de Peloponnesos (een groot schiereiland in het zuiden) en het midden van Griekenland een onafhankelijke staat. De president werd Ioannis Kapodistrias en de hoofdstad Nauplion, maar al een jaar later werd de president vermoord en werd er besloten om van Griekenland een koninkrijk te maken. De eerste koning was Otto I uit Beieren. Hij was niet erg populair bij het volk, omdat het hem niet lukte de grote geldproblemen die het land had op te lossen. Hij werd dan ook afgezet in 1861, waarna de Deense George I de nieuwe koning werd. Onder zijn bewind werd het grondgebied uitgebreid: in 1864 de Ionische eilanden (voor de westkust), in 1877 Thessalië (in het midden) en na de Balkanoorlogen in 1913 Noord-Griekenland en Kreta. Datzelfde jaar werd George I vermoord; hij werd opgevolgd door zijn zoon Constantijn I.

Eerste Wereldoorlog & Grieks-Turkse oorlog

Franse artillerie in Athene, 1917.

Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, wilde premier Eleftherios Venizelos de kant kiezen van de Geallieerden, maar de koning was juist voor Duitsland: hij was namelijk getrouwd met de zus van de Duitse keizer Wilhelm II. Griekenland bleef dus neutraal, totdat de Geallieerden in 1917 Athene (sinds 1834 de hoofdstad) bombardeerden. Koning Constantijn vertrok naar Zwitserland en onder leiding van Venizelos ging Griekenland meevechten aan de kant van de Geallieerden. Constantijns zoon Alexander I werd de nieuwe koning, maar het volk wilde het liefst dat Constantijn weer zou terugkeren. Dat gebeurde dan ook in 1920, nadat Alexander I was overleden.

Ondertussen had Griekenland er als winnaar van de Eerste Wereldoorlog grondgebied bijgekregen: West-Thracië van Bulgarije en het gebied rond de stad Izmir (Smyrna in het Grieks) van Turkije. De Turkse president Kemal Atatürk was het hier niet mee eens en er ontstond een oorlog tussen Griekenland en Turkije, die eindigde toen de Turken in 1922 Izmir veroverden.

Griekse soldaten poseren bij hun machinegeweren,

Het deel van de stad waar Grieken en Armenen woonden werd in brand gestoken, waarbij 50.000 tot 100.000 Griekse en Armeense burgers stierven. Tijdens de oorlog werden ook veel Turkse burgers vermoord door het Griekse leger. In 1923 sloten de twee landen het verdrag van Lausanne; hierin werd bepaald dat de meeste Turken Griekenland moesten verlaten en de meeste Grieken weg moesten uit Turkije: hierdoor kreeg Griekenland er anderhalf miljoen inwoners bij. In hetzelfde jaar werd Constantijn I opgevolgd door zijn zoon George II, maar al een jaar later werd hij afgezet en werd Griekenland een republiek. Griekenland had in deze tijd grote problemen: het ging slecht met de economie en het was lastig om voor werk, voedsel en huizen voor de nieuwe inwoners te zorgen. Van 1928 tot 1932 was Venizelos de president en zorgde hij ervoor dat het weer wat beter ging met de economie. In 1935 kwam George II weer terug, maar hij regeerde niet zelf: vanaf 1936 was de dictator Ioannis Metaxas de baas.

Tweede Wereldoorlog

Britse troepen op Kreta.

Op 28 oktober 1940 bood Italië overgave aan aan Griekenland, de dictator van Griekenland weigerde echter. Vrijwel meteen werd Griekenland aangevallen door Italië, dat een bondgenoot was van Nazi-Duitsland en een jaar eerder al Albanië had veroverd. Het lukte de Italianen niet om Griekenland te veroveren, omdat de Grieken het landschap beter kenden. De Grieken sloegen terug en verjoegen het Italiaanse leger tot ver in Albanië. Tijdens deze oorlog kregen de Grieken hulp van de Britten, die troepen lieten landen op Kreta. Adolf Hitler was hier niet blij mee, omdat de Britten vanaf daar olievelden in Roemenië (ook een bondgenoot van Duitsland) konden bombarderen. Hitler besloot daarom om in april 1941 Griekenland te veroveren. De Duitsers versloegen het Griekse leger en Griekenland werd bezet door Duitse, Italiaanse en Bulgaarse troepen. In september 1943 koos Italië de kant van de Geallieerden en werden de Italiaanse gebieden overgenomen door de Duitsers. Door de bezetting konden de Grieken geen voedsel importeren en ontstond er hongersnood, waardoor 300.000 mensen stierven. In oktober 1944 werd Griekenland door de Duitsers overgegeven aan de Engelsen, hiermee werd Griekenland bevrijd.

Sinds de Tweede Wereldoorlog

Griekse rebellen.

Nadat de Tweede Wereldoorlog over was in Griekenland, brak er in 1945 een nieuwe oorlog uit. Deze kennen we nu als de Griekse Burgeroorlog. De communisten wilde de macht overnemen in Griekenland, maar de Britten en de Amerikanen schoten de regering te hulp. Toch heerste er geen rust. Het ging slecht met de economie en in de politiek ging het ook niet al te best. Daarom kregen de communisten veel aanhang van de bevolking, vooral in het noorden. In 1947 was de oorlog het ergst. De communisten waren goed-bewapend en ontvoerden 26.000 Griekse kinderen naar communistische buurlanden. In 1948 werd het rustiger, onder andere omdat de communisten geen wapens meer handen, en in 1949 was de oorlog afgelopen. De Griekse regering had gewonnen. Huizen waren verwoest, vee was verdwenen en mensen hadden geen vertrouwen meer in de regering. Hierdoor werd na de burgeroorlog de schade vergoed en de communistische partij werd verboden (hoewel dat nu niet meer het geval is). In 1956 kregen vrouwen kiesrecht en het land kon verder opgebouwd worden door hulp van de Verenigde Staten.

Maar ook na de Griekse Burgeroorlog bleef het soms onrustig. Griekenland werd immers omringd door communistische buurlanden, op Turkije na. Nadat er een geheim genootschap werd opgerold, waar de zoon van de premier lid van zou zijn, werd de premier ontslagen door de koning. Vele kabinetten volgden. Op 21 april 1967 werd er een staatsgreep gepleegd en er kwam nieuwe een regering, het Kolonelregime. Griekenland werd minder democratisch en steeds meer een dictatuur. Tot en met 1973 duurde het kolonelregime, dat uiteindelijk na een studentenopstand werd afgeschaft. Datzelfde jaar werd er een gestemd over het houden van de monarchie. 70% stemde tegen, waarna de monarchie werd afgeschaft. Griekenland werd een republiek. In 1980 werd het land lid van de NAVO, maar na een jaar stapte het als protest weer uit de NAVO, omdat de organisatie de Turkse invasie van Cyprus niet bestrafte. Op 1 januari 1981 werd Griekenland lid van de Europese Unie en in 2002 werd de Griekse drachme vervangen door de euro. In 2008 maakte de regering bekend dat er een hele hoge staatsschuld was, hierdoor moest Griekenland van de Europese Unie veel bezuinigen.

Bevolking en cultuur

Bevolking

In Griekenland woonden in 2015 rond de 10.750.000 mensen. Hiervan was het overgrote deel Grieks (>95%). Verder wonen er ook nog kleine aantallen Turken, Albanezen, Macedoniërs en Bulgaren in Griekenland. Ook zijn er nog wat Russen, Roemenen, Armenen en Georgiërs. De gemiddelde levensverwachting is zo een 79 jaar.

Godsdienst

Het Moni Toplou-klooster op Kreta.

Griekenland is een erg christelijk land. Wel 98% is lid van de Grieks-Orthodoxe Kerk! Verder is nog 1,3% moslim en hangt 0,7% andere godsdiensten aan. Vroeger woonden er ook veel joden in Griekenland. Rond 1900 waren de joden in Thessaloniki zelfs in de meerderheid! Helaas zijn door de Holocaust en de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog ontzettend veel joden omgekomen. Ook zijn veel joden naar Israël vertrokken.

In Griekenland mag iedereen zijn eigen geloof hebben, maar de Grieks-Orthodoxe Kerk wordt in de grondwet toch genoemd als belangrijkste kerk, omdat zij ook veel met de Griekse geschiedenis te maken heeft. In Griekenland heeft elk dorpje wel een kerk en er zijn ook erg veel kloosters, waarvan sommigen zelfs of de werelderfgoedlijst van UNESCO staan! Er wonen ook nog rond de 50.000 rooms-katholieken in Griekenland.

Vroeger, tijdens de Griekse oudheid, geloofden de Grieken in de oud-Griekse goden. Tegenwoordig gelooft bijna niemand meer in deze goden, maar hun verhalen zijn nog steeds wereldberoemd.

Taal

Zie Grieks voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een Grieks straatnaambordje.

De officiële taal van Griekenland is het Grieks. Dit is ook veruit de meest gesproken taal. Het Grieks is een heel oude taal en wordt al duizenden jaren gesproken. In Nederland en België leer je Oudgrieks als je gymnasium doet. Grieks was in de oudheid de taal van de rijken in heel Zuid-Europa en in het Midden-Oosten. Bijzonder aan het Grieks is dat het een eigen alfabet heeft, dat door geen enkele taal wordt gebruikt. Ook is het een eigen taalfamilie, binnen de Indo-Europese talen. Kleine minderheden in Griekenland spreken Turks, Bulgaars en Albanees.

Eten

Baklava, een bekend Grieks gerecht.

De Griekse keuken is enorm bekend in de wereld. Ook in Nederland. Erg veel Nederlandse dingen wat wij ook eten. Zoals: kaassaus, biefstuk, rijst, gehakt en nog veel meer. Maar er zijn natuurlijk ook veel typisch Griekse gerechten, bijvoorbeeld souvlaki (gegrilde stukjes vlees aan een spies), dolmades (wijnbladeren gevuld met rijst) of gyros (reepjes gekruid varkensvlees). Veel van deze gerechten komen ook voor in de Turkse keuken. Het is een erg mediterrane keuken, dat betekent dat hij vrij veel lijkt op de gerechten die je vindt in Italië, aan de kust van Kroatië en aan de kust van Spanje en in mindere mate Frankrijk.

Grieken zijn bekende koffiedrinkers. De basis-ingrediënten in de Griekse keuken zijn olijfolie, kaas, aubergine, courgette en Griekse yoghurt (tzatziki). In de toetjes zitten meestal veel noten en ook honing wordt vaak gebruikt.

Werelderfgoed

Het theater in Delphi.
Een van de Meteorakloosters.

Griekenland heeft vrij veel monumenten op de Werelderfgoedlijst van UNESCO, namelijk 17. Hiervan zijn 15 cultureel erfgoed en 2 gemengd erfgoed. Dat wil zeggen dat ze zowel cultureel als natuurerfgoed zijn.

Sinds Soort Werelderfgoed
1986 Cultuur Tempel van Apollon Epikourios in Bassae
1987 Cultuur Archeologisch Delphi
1987 Cultuur Akropolis van Athene
1988 Cultuur/Natuur Berg Athos
1988 Cultuur/Natuur Meteora
1988 Cultuur Vroeg-christelijke en Byzantijnse monumenten in Thessaloniki
1988 Cultuur Heiligdom van Asklepios in Epidaurus
1988 Cultuur Middeleeuwse stad Rhodos
1989 Cultuur Archeologisch Mystras
1989 Cultuur Archeologisch Olympia
1990 Cultuur Delos
1990 Cultuur

Kloosters van Daphni, Osios Loukas en Nea Moni op Chios

1992 Cultuur Pythagoreion en Heraion van Samos
1996 Cultuur Archeologische site van Argai
1999 Cultuur Archeologisch Mycene en Tiryns
1999 Cultuur Historisch centrum (Chorá) met klooster van de Heilige Johannes "de Theoloog"
en grot van de Apocalyps op het eiland Pátmos
2007 Cultuur Oude stad Korfoe

Bestuur

Politiek

Het Griekse parlement.
Het gebouw van de buitenkant.

Griekenland is een parlementaire republiek, dat betekent dat er wel een president is, maar die heeft bijna geen macht. Er is één parlement, dat ook gewoon Parlement heet. Het parlement heeft 300 leden, deze worden in de verkiezingen gekozen. Het parlement zetelt in het voormalige Koninklijke Paleis in Athene.

De politiek in Griekenland is op het moment erg onrustig. Door de grote crisis waar het land in verkeert staat er een grote druk op de partijen, maar geen van hen weet een goede oplossing voor de crisis. Het is in de Griekse politiek trouwens nooit rustig geweest. Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben er nog maar weinig kabinetten de volle termijn uitgezeten. De president is op dit moment Prokopis Pavlopoulos en de premier Kyriakos Mitsotakis. De grootste partij is de centrumrechtse Nea Dimokratia, dat in zijn eentje de meerderheid van de zetels heeft.

Griekenland is lid van de Europese Unie en van de NAVO.

Bestuurlijke indeling

Griekenland bestaat uit 13 periferieën (regio's). Deze bestaan sinds 2011. Deze periferieën zijn opgedeeld in districten, maar die hebben bijna geen macht. Onder de districten komen de gemeentes, waarvan er 325 zijn. Verder is er nog de Autonome Monastieke Staat van de Heilige Berg Athos. Dit is eigenlijk een soort apart landje rond de berg Athos waar alleen maar monniken wonen. Vrouwen hebben er geen toegang. Deze autonome staat hoort wel bij Griekenland, maar valt recht onder het gezag van de patriarch van Constantinopel (het hoofd van de Oosters-Orthodoxe Kerk). Hieronder zie je alle dertien periferieën:

De dertien periferieën van Griekenland.
  1. Attica (Αττική)
  2. Centraal-Griekenland (Στερεά Ελλάδα)
  3. Centraal-Macedonië (Κεντρική Μακεδονία)
  4. Kreta (Κρήτη)
  5. Oost-Macedonië en Thracië (Ανατολική Μακεδονία και Θράκη)
  6. Epirus (Ήπειρος)
  7. Ionische Eilanden (Ιόνια νησιά), met onder andere de eilanden Zakynthos en Lefkas
  8. Noord-Egeïsche Eilanden (Βόρειο Αιγαίο)
  9. Peloponnesos (Πελοπόννησος)
  10. Zuid-Egeïsche Eilanden (Νότιο Αιγαίο), met onder andere de eilanden Santorini en Karpathos
  11. Thessalië (Θεσσαλία)
  12. West-Griekenland (Δυτική Ελλάδα)
  13. West-Macedonië (Δυτική Μακεδονία)

Het kleine rode gebiedje onder Centraal-Macedonië (nr. 3 op de kaart) is de Autonome staat van de Berg Athos.

Leger

Een fregat van de Griekse marine.

Het Griekse leger bestaat uit de landmacht, de marine en de luchtmacht. 2,3% van het bruto nationaal product gaat naar het leger. Griekenland is lid van de NAVO, en doet daarom ook mee met missies van de NAVO. De opperbevelhebber van het leger is nu admiraal Evangelos Apostolakis, de minister van Defensie Panos Kammenos.

Het leger is opgericht rond 1830 en heeft al aan veel oorlogen deelgenomen, waaronder de Eerste Wereldoorlog, de Grieks-Turkse oorlog en de Tweede Wereldoorlog. In de Griekse oudheid was Griekenland toonaangevend op het gebied van defensie. De Grieks-Macedonische Alexander de Grote veroverde bijvoorbeeld een immens rijk. In latere tijden, om precies te zijn tijdens de dagen van het Byzantijnse Rijk, was het Griekse leger weer een van de grootste ter wereld, maar de moslims veroverden uiteindelijk het gehele rijk en zo verdween het Griekse leger voor 400 jaar. Nu heeft Griekenland een vrij groot leger, onder andere omdat het lange tijd op gespannen voet leefde met Turkije.

Het leger van Griekenland heeft zo een 116.000 mensen in actieve dienst.

Geografie

Griekenland heeft in totaal 1220 kilometer aan grenzen. Hiervan is 292 kilometer met Albanië, 228 kilometer met Noord-Macedonië, 494 kilometer met Bulgarije en 206 kilometer met Turkije. Op het land heeft Griekenland alleen een noordgrens, en een redelijk korte oostgrens met Turkije. De kustlijn van Griekenland is veel langer, namelijk 14.880 kilometer (dat is van Amsterdam naar Wenen, maar dan vijftien keer!). Griekenland heeft de langste kustlijn van alle landen die aan de Middellandse Zee grenzen. De hoogste berg is de Olympus, met bijna 3 kilometer. De Oude Grieken geloofden dat op deze berg de Griekse goden woonden.

Landschap

Bergachtig landschap op Kreta.
Bossen en bergen in nationaal park Pindos.

Griekenland heeft een vrij bergachtig landschap. Het binnenland is erg ruig, maar met veel natuur. Het grootste meer is het Prespameer, dat gedeeld wordt met Albanië en Noord-Macedonië. Er zijn door al die bergen maar weinig grote rivieren in Griekenland. Wel zijn er veel meertjes en bossen.

Griekenland telt zo een 1500 eilanden. Deze zijn lang niet allemaal bewoond, en zijn heel populair bij de toeristen. De eilandjes bestaan uit verschillende archipels, namelijk de Ionische Eilanden, de Sporaden, de Cycladen, de Dodekanesos en de Noord-Egeïsche Eilanden. Het grootste eiland is Kreta.

Griekenland heeft 12 nationale parken. Hier komen veel bijzondere diersoorten voor, waaronder ook de bruine beer!

Klimaat

Griekenland heeft voor een groot gedeelte een typisch Middellandse Zeeklimaat, met natte, milde winters en droge, hete zomers. In het binnenland is er ook een continentaal klimaat, met koude winters en hete zomers. De laagste temperatuur ooit gemeten in Griekenland is -28,8 graden Celsius in Ptolemaida, een plaats ver in het binnenland. De hoogste temperatuur ooit gemeten in Griekenland is 48 graden Celsius dat gemeten is in Elefsina en Tatoi. Dit is ook het Europees record.

Grootste steden

Hier zie je een lijst van de tien allergrootste steden van Griekenland:

Lijst van de 10 grootste steden

Athene
Athene
Patras
Patras
Piraeus
Piraeus

Nummer Stadsnaam Stedelijke bevolking

Thessaloniki
Thessaloniki
Iraklion
Iraklion
Larisa
Larisa

1 Athene 655.000 (agglomeratie 4 tot 5 miljoen)
2 Thessaloniki 320.000 (agglomeratie 1 miljoen)
3 Patras 215.000
4 Iraklion 175.000
5 Piraeus 165.000
6 Larisa 165.000
7 Volos 145.000
8 Peristeri 140.000
9 Rodos 115.000
10 Ioannina 110.000

De hoofdstad is Athene. Athene is ook duidelijk de primate city, de belangrijkste stad van het hele land.

Economie & toerisme

Het hoofdgebouw van de Bank van Griekenland.

De economie van Griekenland leunt vooral op scheepvaart en toerisme. 4,5% van het bruto nationaal product komt van de scheepvaart. Griekenland heeft een enorme vloot van meer dan 3000 schepen, waarvan erg veel in Piraeus liggen. Dit is de grootste vloot ter wereld. 15% van het geld komt van het toerisme. De toeristen komen vooral voor de eilanden met de mooie stranden en de resten uit de Griekse oudheid.

In 2002 nam Griekenland de euro aan als nieuwe munteenheid (met een moeilijk woord: valuta). Hiervoor was de munteenheid de drachme.

Griekenland heeft laatste tijd last van een zware economische crisis. Voor 2010 groeide de economie nog erg snel, maar in dat jaar bleek dat de regering van Griekenland heel lang had gelogen over de financiële cijfers. Hierdoor kreeg het land veel schulden. Griekenland kon deze niet betalen en kreeg nog meer schulden. Om te voorkomen dat de euro kelderde, werden sommige schulden door de Europese Unie kwijtgescholden, maar het land kreeg ook veel extra geld van de lidstaten. Het land moest in ruil daarvoor wel de belastingen verhogen en zeer veel bezuinigen. Dit was echter niet genoeg en sindsdien moet Griekenland om de zoveel tijd om hulp vragen bij de andere EU-lidstaten. Veel Europeanen zijn hier boos over, omdat zij het idee hebben dat Griekenland nu een soort bodemloze put is, waar om de zoveel tijd weer geld in moet worden gegooid. Er wordt dan ook veel gesproken over een mogelijke grexit, een gedwongen vertrek van Griekenland uit de Europese Unie.

Transport

Een Bombardier Dash 8-Q400 van Olympic Airlines landt op Korfoe International Airport.
Een Grieks station.

Griekenland heeft niet echt een nationale luchtvaartmaatschappij, zoals Nederland KLM en België Brussels Airlines heeft. De grotere Griekse luchtvaartmaatschappijen zijn Olympic Air, EuroAir en Aegean Airlines. De grootste luchthaven is Luchthaven Athene.

Griekenland heeft niet heel veel spoorlijnen. Sinds de crisis rijden er veel minder treinen in Griekenland. De stations zijn dan ook niet zo druk.

Het Griekse wegennet is de laatste twintig jaar erg gemoderniseerd. Veel wegen zijn beter geasfalteerd zodat Griekenland nu een vrij modern wegennet heeft. De langste snelweg is de A1, met 550 kilometer. Deze weg loopt van de Macedonische grens naar Athene en is onderdeel van de E75. Er zijn acht hoofdsnelwegen, maar er is nog één in de planning.

Onderwijs

De kunstacademie in Athene.

Onderwijs in Griekenland bestaat al heel lang. Beroemd zijn de scholen van filosofen uit de klassieke oudheid en de gymnasia, trainingscentra die later uitgroeiden tot leerscholen voor de geest. Het gymnasium in Nederland en België is hiervan afgeleid. Maar ook in de middeleeuwen was het Byzantijnse (=Griekse) onderwijs het beste van christelijk Europa. De universiteit van Constantinopel was het belangrijkste centrum van geleerdheid in Europa en trok veel geleerden. Eigenlijk kan je dit wel de eerste universiteit ter wereld noemen.

Het Griekse onderwijs zit nu heel anders in elkaar. Sommige kleuters gaan van hun vierde tot hun zesde naar een kleuterschool, maar dit is niet verplicht. Hierna volgen de kinderen tot hun twaalfde basisonderwijs, dit is wél verplicht. Vervolgens gaan kinderen van hun twaalfde tot hun vijftiende naar gymnasio, dit is verplicht voortgezet onderwijs. Daarna is er nog niet-verplicht voortgezet onderwijs. Dat volgen kinderen die nog verder willen leren. Daarna kunnen de kinderen naar de universiteit of naar hoger technisch onderwijs.

Reisvaccinaties

Als je lang naar dit lang op vakantie gaat is raadzaam om de volgende Vaccinaties te halen:

  • Hepatitis B
  • Tekeninfectie
  • Rabiës

Nationale symbolen

Volkslied

Het volkslied van Griekenland is Ymnos is tin Eleftherian (Ύμνος είς την Ελευθερίαν). Dit is niet alleen het volkslied van Griekenland, maar ook dat van Cyprus. Het heeft wel 158 alinea's, maar gelukkig voor de Grieken hoeven ze er maar twee te zingen. Het volkslied is geschreven in 1823. Sinds 1865 is het het volkslied van Griekenland en sinds 1966 dat van Cyprus.

Hieronder staat de tekst die in het volkslied gebruikt wordt.

Griekse tekst met Griekse letters
Σε γνωρίζω απó την κóψη,
τoυ σπαθιoύ την τρoμερή,
Σε γνωρίζω απó την óψη,
πoυ με βια μετρά[ει] τη[ν] γη.
Απ' τα κóκαλα βγαλμένη,
των Eλλήνων τα ιερά,
Kαι σαν πρώτα ανδρειωμένη,
χαίρε, ω χαίρε Eλευθεριά.

Griekse tekst met Latijnse letters
Se gnorízo apó tin kópsi,
tou spathioú tin tromerí,
Se gnorízo apó tin ópsi,
pou me viá metrá[i] ti[n] yi.
Ap' ta kókala vgalméni,
ton Ellínon ta ierá,
Ke san próta andrioméni,
hére, o hére, Eleftheriá!

Vertaling naar het Nederlands
Ik herken u aan de snede
van uw zwaard, dat sidd'ren doet
Ik herken u aan uw oogblik
die met kracht de vert' ontmoet
Uit de heilige gebeenten
van de Grieken opgestaan
en als immer zo manhaftig
Bied 'k mijn groet, u Vrijheid aan!

Vlag en wapen

De vlag van Griekenland is blauw met wit met linksboven een kruis, dat staat voor de Grieks-Orthodoxe Kerk. De kleuren van de vlag zijn veranderd sinds 1821.

Het wapen van Griekenland is een blauw met wit kruis en een krans van bladeren eromheen. De kleur blauw in de vlag is het teken van de mooie blauwe zee, de kleur wit in de vlag van Griekenland staat voor de rustige golven in de zee.

Fotogalerij

Externe links

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Griekenland&oldid=884400"