Senaat (België)

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zie ook Bestuurlijke indeling van België
Het logo van de Senaat

De Senaat is één van de twee kamers van het Belgische Federaal Parlement. De andere kamer is de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De Senaat bestaat uit 60 leden. Zij worden indirect (onrechtstreeks) gekozen. In het Frans heet de Senaat de Sénat en in het Duits is het Senat.

De leden van de Senaat worden senatoren genoemd. De senatoren kunnen in twee categorieën verdeeld worden. Ten eerste zijn er 50 deelstaatssenatoren. Zij worden aangewezen door de parlementen van de gemeenschappen en gewesten van België. Daarnaast zijn er 10 gecoöpteerde senatoren. Zij vertegenwoordigen de taalgroepen en worden gekozen op basis van de zetelverdeling in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Tot 2014 werd een deel van de senatoren rechtstreeks door de bevolking gekozen. Senatoren zijn meestal ook lid van een ander regionaal parlement.

De Senaat heeft een voorzitter, tegenwoordig is dit Stephanie D'Hose (Open Vld). De Senaat is gevestigd in het Paleis der Natie in Brussel.

Geschiedenis

Ontstaan

De vergaderzaal van de Senaat

Na de Belgische Revolutie van 1830 kwam het Nationaal Congres samen. Dit was het eerste Belgische parlement. Het Nationaal Congres werd opgericht om de Belgische grondwet op te stellen. Op het congres werd overlegd hoe het Belgische parlement eruit moest zien.

Vóór de revolutie behoorde België bij Nederland. De Nederlandse Staten-Generaal was verdeeld in twee kamers; de Tweede Kamer (Kamer van Volksvertegenwoordigers) en de Eerste Kamer (Senaat). De Tweede Kamer werd door middel van verkiezingen door het volk gekozen. Toentertijd konden wel alleen rijke mannen stemmen. De Eerste Kamer bestond uit edelen die door de koning gekozen werden. Hoewel de Belgen eerst voorstander van de Eerste Kamer waren, kregen zij al snel nare ervaringen. De Nederlandse koning benoemde enkel vrienden tot leden van de Eerste Kamer. Ook vonden veel Belgen dat de Nederlandse koning het zuiden had achtergesteld. Hierdoor wilden veel mensen dat het Belgische parlement slechts één kamer zou krijgen (eenkamerstelsel).

Toch waren er ook voorstanders voor een parlement met twee kamers (tweekamerstelsel). Zonder een senaat zou de Kamer van Volksvertegenwoordigers radicale beslissingen kunnen nemen. De Senaat kon radicale voorstellen uit de Kamer tegenhouden. Aangezien men geen nieuwe revolutie wilde, besloot het Nationaal Congres alsnog een Senaat in te voeren. Hierdoor kreeg België een parlement met twee kamers.

Elitaire kamer

Op 9 april 1853 legt kroonprins Leopold, de zoon van koning Leopold I, zijn eed af in de Senaat. Hij wordt senator van rechtswege en krijgt dus een zetel.
De Senaat in 1880

In 1831 kwam de Senaat voor het eerst samen. Volgens de grondwet zouden de senatoren rechtstreeks gekozen worden. Toentertijd konden enkel rijke mannen stemmen (censuskiesrecht). Dit betekende dat mannen een bepaald bedrag moesten verdienen of bezitten om te kunnen stemmen. Voor de Senaat gold echter een nog hogere bedrag dan voor de Kamer. Hierdoor waren slechts 400 personen verkiesbaar voor de Senaat. Hierdoor was de Senaat enorm elitair.

Om senator te worden moest je toentertijd:

  • De Belgische nationaliteit hebben en in België wonen.
  • Minstens 1.000 gulden aan rechtstreekse belastingen betalen. Voor die tijd was dit een enorm bedrag.
  • Minstens 40 jaar oud zijn.
  • Niet uit het kiesrecht ontzet zijn.

Iedere vier jaar werd de helft van de senatoren gekozen. Een senator zat dus normaal gesproken acht jaar in de Senaat. Het systeem was gebaseerd op de Amerikaanse Senaat.

Daarnaast was er een senator van rechtswege. Volgens de Belgische grondwet had het oudste meerjarige kind van de Belgische koning (de troonopvolger) recht op een zetel in de Senaat. Hij/zij hoefde hiervoor niet mee te doen aan de verkiezingen en behield deze zetel totdat hij/zij gekroond werd. De senator van rechtswege had dezelfde bevoegdheden. Zo kon hij stemmen, debatteren en voorstellen inbrengen. De latere koning Leopold II was de eerste senator van rechtswege. Hij zat in de Senaat tussen 1853 en 1865. Later bekleedden ook Albert I (1906-1909), Leopold III (1927-1934) en Albert II (1958-1993) deze functie.

Democratisering

In 1893 begon de democratisering van de Senaat. Als eerste werd de kiescijns verlaagd. Het censuskiesrecht bleef gelden voor de Senaat, maar ook rijke mannen die minder verdienden/bezaten konden voor het eerst stemmen. Ook werden de provinciale senatoren ingevoerd. Iedere provincie kreeg bepaald aantal senatoren. Deze werden door de provincieraad benoemd. Hierdoor werden de provincies ook bij de nationale besluitvorming betrokken. Vanaf 1893 waren er dus drie categorieën:

  • Direct gekozen senatoren
  • Provinciale senatoren
  • Senator van rechtswege (niet altijd aanwezig)

In 1921 werd de kiescijns compleet afgeschaft door de Senaat. Hierdoor konden alle mannen boven 40 jaar verkozen worden tot de Senaat. Weliswaar kwam er een lijst met 21 voorwaarden. Een senator moest aan een van deze voorwaarden voldoen om senator te worden. Deze voorwaarden waren echter zo ruim dat vrijwel iedereen aan minstens één voorwaarde voldeed.

In 1921 werd ook een vierde categorie toegevoegd: De gecoöpteerde senator. Dit waren mensen die op basis van hun verdiensten en kwaliteiten verkozen werden. Zij hadden vaak veel kennis over een bepaald onderwerp (zoals artsen, wetenschappen, generaals, rechters), waardoor zij de inhoud van wetten goed konden bestuderen.

Ook besloot men de kieswijze aan te passen. De Senaat werd nog volledig opnieuw gekozen iedere vier jaar in plaats van enkel de helft.

Wijziging van 1993

Een kopje met het logo van de Senaat

In 1993 werd België omgevormd van een eenheidsstaat tot een federatie. De Senaat bestond vóór 1993 uit 184 leden. Door de federalisering kregen de verschillende gewesten en gemeenschappen hun eigen parlement. Ook werden taken overgedragen aan deze gewesten en gemeenschappen. Hierdoor was er minder noodzaak aan zoveel senatoren. Net als de Kamer van Volksvertegenwoordigers werd de Senaat flink ingekrompen; er bleven slechts 71 senatoren over.

Ook de samenstelling werd gewijzigd. De nieuwe Senaat bestond uit:

  • 40 rechtstreeks gekozen senatoren: Deze senatoren werden door rechtstreekse verkiezingen door de Belgische bevolking gekozen. Hiervan werden 25 door Vlaamse kiezers (via het Nederlandstalig kiescollege) en 15 door Franstalige kiezers (via het Franstalig kiescollege) gekozen.
  • 21 gemeenschapssenatoren: Deze senatoren werden aangewezen door de gewestelijke en gemeenschappelijke parlementen. 10 gemeenschapssenatoren waren Nederlandstalig, 10 Franstalig en 1 Duitstalig.
  • 10 gecoöpteerde senatoren: Deze senatoren vertegenwoordigden de taalgemeenschappen. Er waren 6 Nederlandstalig en 4 Franstalige gemeenschapssenatoren. De zetelverdeling werd bepaald aan de hand van de uitslag van de federale verkiezingen.

Dit betekende dat de provinciale senatoren verdwenen.

De senator van rechtswege bleef bestaan, maar de functie veranderde iets. Op aandringen van de koning werd bepaald dat alle kinderen van de koning een zetel kregen zodra zij 18 jaar oud waren. Voorheen was dit enkel de oudste troonopvolger. Als gevolg hiervan kregen kroonprins Filip (1994-2013), prinses Astrid (1996-2013) en prins Laurent (2000-2013) een zetel. Hoewel zij dezelfde rechten hadden, maakten zij hier geen gebruik van.

Wijziging van 2014

De meeste recente wijziging komt uit 2014. Het Vlinderakkoord drong het aantal senatoren terug van 71 naar 60. Ook werd de kiesleeftijd verlaagd van 21 naar 18 jaar. Hierdoor geldt voor de Senaat dezelfde leeftijd als voor andere verkiezingen.

Door de grondwetswijziging verdwenen de rechtstreeks gekozen senatoren. Tijdens de Belgische federale verkiezingen 2014 konden Belgen voor de laatste rechtstreeks de Senaat kiezen. Wat overbleef waren de volgende categorieën:

  • 50 deelstaatssenatoren: Deze senatoren werden aangewezen door de gewestelijke en gemeenschappelijke parlementen.
  • 10 gecoöpteerde senatoren: Deze senatoren vertegenwoordigden de taalgemeenschappen.

De senator van rechtswege verdween in 2014. De kinderen van de Belgische koning konden hierdoor geen plaats in de Senaat meer krijgen.

Taken

In vergelijking met de Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft de Senaat minder taken en daardoor minder macht. De taken van de Senaat bestaan uit het volgende:

Het Paleis der Natie in Brussel, waar de Senaat vergadert.
  • De Senaat is betrokken bij het wetgevingsproces. Dit betekent dat de Senaat stemt over wetsontwerpen, nadat deze door de Kamer zijn goedgekeurd. Toch hoeven niet alle wetsontwerpen door de Senaat heen; alleen de belangrijkste. Sommige wetsontwerpen hoeven enkel door de Kamer goedgekeurd te worden. Andere wetsontwerpen moeten verplicht door beide kamers heen. Bij sommige wetsontwerpen heeft de Senaat de optie (keuze) om het wetsontwerp te behandelen, maar is dit niet verplicht. De Senaat is altijd betrokken bij grondwetswijzigingen, wetten over de staatsinrichting en taalgroepen, politieke partijen en de Senaat zelf.
  • Senatoren kunnen schriftelijke vragen aan de federale regering. Dit moeten wel korte en bondige vragen zijn en geen "vragen om uitleg". In tegenstelling tot de Kamer kunnen senatoren geen mondelinge vragen stellen. Sinds 2014 kan de Senaat geen minister of staatssecretaris oproepen om naar de Senaat te komen.
  • De Senaat maakt verslagen over de invloed van wetten op andere bestuursniveaus. Bijvoorbeeld: de Kamer een wet aanneemt die de regelgeving van de gemeenschappen of gewesten beïnvloedt. In dit geval stelt de Senaat een informatieverslag op, waarin de gevolgen worden besproken.
  • De Senaat kan conflicten tussen de federale overheid en gemeenschappen/gewesten oplossen. Sinds 1993 is de Senaat ook bedoeld als kamer, waarin de verschillende groepen in België samenkomen.
  • De Senaat betrokken bij de benoeming van rechtscolleges, zoals het Grondwettelijk Hof.

In het verleden had de Senaat veel meer taken en bevoegdheden. Zo kon de Senaat tot 2014 ook onderzoekscommissies opstellen. Tegenwoordig kan alleen de Kamer dit nog.

Samenstelling

Gecoöpteerde en deelstaatsenatoren

Sinds 2014 wordt de Senaat door enkele andere parlementen en organen samengesteld. Dit gebeurd op de volgende manier:

  • In totaal zijn er 50 deelstaatsenatoren. Deze worden gekozen op de volgende manier:
  • Daarnaast zijn er 10 gecoöpteerde senatoren. Deze worden gekozen op de volgende manier:
    • 6 senatoren worden gekozen door de 29 Nederlandstalige senatoren.
    • 4 senatoren worden gekozen door de 20 Franstalige senatoren.

Ondanks de naam hebben gecoöpteerde en deelstaatsenatoren dezelfde taken en bevoegdheden. De naam verwijst dus naar de manier waarop zij verkozen worden.

Zetelverdeling

Hieronder vindt je de huidige samenstelling van de Senaat:

De stoelen in de Senaat
Partij Zetels Fractievoorzitter
FileLogo N-VA (Nieuw-Vlaamse Alliantie).png Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) 9 Karl Vanlouwe
Ecolo Logo.svg Ecolo-Groen 9 France Masai
Groen logo 2022.svg
Socialist Party (Belgium) logo.svg Parti Socialiste (PS) 7 Latifa Gahouchi
Vlaams Belang 7 Guy D'haeseleer
Mouvement Réformateur logo.svg Mouvement Réformateur-PFF 7 Gaëtan Van Goidsenhoven
Logo of the Perspectives Freedom Progress.png
Logo of the Christian Democratic and Flemish (2022).svg Christen-Democratisch en Vlaams (CD&V) 5 Karin Brouwers
PTB-PVDA-1080x767.png Partij van de Arbeid (PVDA)
Parti du Travail de Belgique (PTB)
5 Antoine Hermant
Open VLD.svg Open Vlaamse Liberalen en Democraten (Open Vld) 4 Rik Daems
Vooruit logo (2020).svg Vooruit 4 Bert Anciaux
Les Engagés 2 André Antoine
Onafhankelijke leden 1 Geen
Totaal aantal zetels 60

Opmerkingen:

Afschaffing van de Senaat?

In de laatste jaren is er een discussie in de Belgische politiek over de afschaffing van de Senaat. Volgens voorstanders is de Senaat niet meer nodig. Veel taken zijn overgedragen aan de gemeenschappen en gewesten. Ook zou de Kamer zelf beter beslissingen kunnen maken. België heeft een groot aantal parlementsleden. De afschaffing van de Senaat zorgt ervoor dat dit aantal wordt teruggebracht. Dit zou ook veel kosten besparen. Voornamelijk in Vlaanderen gaan hier veel stemmen voor op. Onder andere Vooruit, Groen, N-VA, CD&V, Vlaams Belang en PVDA-PTB pleiten voor de afschaffing van de Senaat. Ook senaatvoorzitter Stephanie D’Hose (Open VLD) is voorstander.

Het afschaffen van de Senaat heeft echter ook tegenstanders. Onder andere Open Vld en veel Franstalige partijen (waaronder Mouvement Réformateur en Parti Socialiste) zijn voorstander van de Senaat. Open Vld en MR willen juist de rol van de Senaat versterken.

Links

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Senaat_(België)&oldid=867571"