Zink (element)

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Chemisch element
Zinc fragment sublimed and 1cm3 cube.jpg
Zink in de vorm van kubus en natuurlijke vorm
Naam Zink / Zinke
Latijn
Symbool Zn
Atoomnummer 30
Soort Overgangsmetaal
Kleur Zilvergrijs, blauw-wit
Smeltpunt 419,53 oC
Kookpunt 907 oC
Portaal Portal.svg Scheikunde

Zink is een chemisch element met het symbool Zn en atoomnummer 30 in het Periodiek systeem. Zink is bij kamertemperatuur een licht bros metaal en heeft een zilvergrijze uitstraling wanneer oxidatie ('roestlaagje') wordt verwijderd. Het is het eerste element in groep 12 (IIB) van het periodiek systeem. In sommige opzichten is zink chemisch vergelijkbaar met magnesium (Mg). Zink staat op de 24e plaats van het meest voorkomende element in de aardkorst. De meest voorkomende zink- erts is sfaleriet (zinkblende), een zinksulfide mineraal. De grootste werkbare zink-aders bevinden zich in Australië, Azië en de Verenigde Staten. Zink wordt geraffineerd (ontdoen van verontreinigingen) door schuimflotatie (drijfproces) van het erts, roosteren (verhitting) en uiteindelijke extractie (scheiding) met behulp van elektriciteit (elektrowinning).

Zink in erts of mineraal

Herkomst

Messing, een legering van koper en zink in verschillende verhoudingen, werd al 3000 jaar voor Christus gebruikt in het Egeïsche gebied een regio die momenteel Irak, de Verenigde Arabische Emiraten, Kalmukkië, Turkmenistan en Georgië omvat. Zo'n 2000 jaar voor Christus werd het gebruikt in de regio's die momenteel West-India, Oezbekistan, Iran, Syrië, Irak en Israël omvatten. Zink als metaal werd pas in de 12e eeuw in India op grote schaal geproduceerd, hoewel het al bekend was bij de oude Romeinen en Grieken. De mijnen van Rajasthan (Noord India) hebben duidelijk bewijs geleverd van de zinkproductie die teruggaat tot de 6e eeuw voor Christus. Tot op heden is het oudste bewijs van puur zink afkomstig uit Zawar, in Rajasthan, al in de 9e eeuw na Christus, toen een distillatieproces (scheiden van zink als vloeistof door verhitting) werd gebruikt om puur zink te maken. Alchemisten (oude scheikunde wetenschappers of chemicus) verbrandden zink in de lucht om te vormen wat zij "filosoofwol" of "witte sneeuw" (Zinkoxide, een scheikundig verbinding van zink met zuurstof) noemden. Als je zink in een vlam houdt, geeft dit een groene vlam.

Het element zink is waarschijnlijk door de alchemist Paracelsus genoemd naar het Duitse woord Zinke (tand, tand). De Duitse chemicus Andreas Sigismund Marggraf wordt zeer gewaardeerd om het ontdekken van puur metallisch zink in 1746. Luigi Galvani en Alessandro Volta ontdekten de elektrochemische eigenschappen van zink rond 1800. Galvani is de uitvinder van het galvaniseren. Hierbij wordt met behulp van elektriciteit een dun laagje zink aangebracht op bijvoorbeeld ijzer, zodat dit niet meer gaat roesten. Het verzinken van ijzer (ook wel als thermisch verzinken, het onderdompelen van ijzer in gesmolten zink) is de belangrijkste toepassing voor zink.

Gebruik

Veel straatmeubilair zoals lantaarnpalen, palen van verkeersborden, vangrails, fietsenrekken enzovoorts worden thermisch verzonken. Ook kom je zink tegen bij (oudere) dakgoten. Andere toepassingen zijn in elektrische batterijen , kleine (niet-structurele) gietstukken en legeringen zoals messing.

Een grote hoeveelheid aan zinkverbindingen (zink gecombineerd met andere scheikundige elementen) wordt vaak gebruikt, zoals: zinkcarbonaat en zinkgluconaat (voedingssupplementen), zinkchloride (in deodorants), zinkpyrithion (anti- roos shampoos), zinksulfide (in lichtgevende verven) en dimethylzink of diethylzink in het organische laboratorium.

Biologie

Zink is een belangrijk mineraal, ook voor de groei en ontwikkeling van een baby. Zinktekort treft ongeveer twee miljard mensen in de derde wereldlanden en wordt in verband gebracht met veel ziekten. Bij kinderen veroorzaakt een tekort aan zink een groeiachterstand, vertraagde seksuele rijping, vatbaarheid voor infecties en diarree. Het eten van overtollig (te veel) zink kan ataxie (slecht functioneren van spieren) , lethargie (vermoeidheid) en kopertekort veroorzaken. Dierlijke producten zoals vlees, vis, schaaldieren, gevogelte, eieren en zuivel bevatten zink. De concentratie van zink in planten varieert met het niveau in de bodem. Met voldoende zink in de grond, zijn de voedselplanten die het meeste zink bevatten tarwe (kiemen en zemelen) en verschillende zaden, waaronder sesam, papaver, luzerne, selderij en mosterd. Zink wordt ook gevonden in bonen, noten, amandelen, volle granen, pompoenpitten, zonnebloempitten en zwarte bes.

Veiligheid

In poedervorm kan zink gevaarlijk zijn:

Toepassingen

Plaats in periodiek systeem

Periodiek systeem
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As S e Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Zink_(element)&oldid=682766"