Zeilen

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Zeilen
Olympic pictogram Sailing.svg
Aangesloten bij
Wereldbond
Europese bond
Olympisch comité NOC*NSF
Nationale bond Watersportverbond
Aangesloten liga's
Website: https://www.zeilen.nl/
Portaal Portaalicoon Sport

Zeilen is een techniek van voortbeweging door de wind op een zeilboot of met een surfplank over het water.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van de kracht van de wind.

Geschiedenis

Egyptische zeilboot

Vroeger kende men alleen de directe voortstuwing door de wind, waartoe men een zeil gebruikte in de vorm van een vierkante lap, die met behulp van een dwarshout of ra aan de top van de mast werd opgehangen. Zo'n tuig heet vierkante tuigage en van het schip zegt men dat het dwarsgetuigd is. Dergelijke zeilen hadden de vroege zeilboten in Egypte, zo'n 3.200 jaar v. Chr.

Later ontwikkelde men tuig dat de zeilen meer bewegingsvrijheid geeft ten opzichte van de mast (langsscheepse tuigage) en waarmee het schip ook in aan-de-windse koersen kan varen.

Alleen de windrichtingen die in de dode hoek liggen zijn niet te bezeilen.

Vroeger werd er bijna alleen gezeild in het kader van de beroepsvaart. Nu is dat omgekeerd, zeilen is bijna alleen nog pleziervaart. Tegenwoordig gaat het ook allemaal met een motor, want het zeilen is natuurlijk net als alles ook moderner geworden.

Als je wilt leren zeilen, kan je op bijvoorbeeld een zeilschool gaan of op scouting bij waterscouts of bij de zeeverkenners.

Zeilsport

Er zijn verschillende klassen waarin wedstrijden gezeild worden:

Koersen en zeilstanden

Weergave van de zeilstand en de romp ten opzichte van de inkomende wind en het water: 1. voor de wind, 2. halve wind (wind van opzij), 3. aan de wind (schuin van voren), 4. en 5.: hoog aan de wind, 6. in de wind (de wind komt van voren). Indien een doel zodanig tegen de wind in gelegen is dat het niet in één keer bezeild kan worden, dan is laveren een oplossing: 4 en 5.
  1. Als de wind van achter komt, dan heet dat Voor de wind
  2. Als de wind van de zijkant komt, dan heet dat Halve wind.
  3. Als de wind schuin van voren komt, dan heet dat aan de wind.
  4. Als de wind schuin links van voren komt (grootzeil aan stuurboord), dan heet dat hoog aan wind.
  5. Als de wind schuin rechts van voren komt (grootzeil aan bakboord), dan heet dat hoog aan wind.
  6. Als de wind van voren komt, dan heet dat In de wind. Je kan niet In de wind varen, dan moet je opkruisen (4 en 5), dat is naar links varen en als je dan bijna bij de kant bent dan moet je overstag gaan, en dan ga je dus naar rechts. Als je vervolgens weer bijna bij de kant bent, dan ga je weer overstag. En zo maar door. Dit telkens overstag gaan heet wenden. De stuurman roept tegen de bemanning: "klaar om te wenden ... ree". Bij "ree" gooit de stuurman het roer naar de andere kant en dan moet de bemanning ervoor zorgen dat de zeilen ook naar de andere kant gaan. Je legt de boot wel in de wind als je het zeil heist, of laat zakken.

Als je halve wind vaart ga je het snelst

Op elk van deze koersen moet je je zeil wat meer of wat minder aanhalen, dit noemt men de zeilstand. Om de juiste zeilstand te bepalen moet je de kilgrens zoeken. De kilgrens zoek je door je zeil te vieren (lossen) tot het kilt (klappert), vervolgens haal je het weer juist zoveel aan dat het zeil net niet klappert. Als je dit hebt toegepast staat je zeil altijd in de juist zeilstand.

Voorrangsregels

Tussen een zeilboot en een ander soort boot

Beroepsvaart heeft op iedereen voorrang.

  1. Wind
  2. Spierkracht
  3. Mechanisch

Met andere woorden: Zeilboten gaan voor roeiboten, en die gaan voor motorboten.

Tussen twee zeilboten:

  1. Goed zeemanschap. Betekent: niet zomaar tegen iemand botsen als hij of zij niet uitwijkt.
  2. Stuurboord (Rechts, groen) wijkt voor Bakboord (Links, rood). Wanneer je zeil over stuurboord (Rechts) staat en je komt iemand tegen met zeil over bakboord (Links) moet je hem of haar voorrang geven.
  3. Loef wijkt voor lij. Wanneer je tegen iemand gaat botsen die zijn zeil over dezelfde boeg heeft staan geld de regel loef wijkt voor lij. (Lij: de zijde waar het zeil staat.Loef: de zijde waar het zeil niet staat en waar je zit.)
  4. Voorrang geven bij de boei. Dit geld alleen in een wedstrijd maar als je met twee boten naast elkaar vaart binnen een straal van 5 bootlengtes van de boei, dan moet de buitenste boot de binnenste boten voorrang geven.

Onderdelen van de zeilboot

Valk 757 met namen van onderdelen

Hier heb je een aantal onderdelen van een zeilboot (in dit voorbeeld een Valk):

  • Romp (in feite de boot, het deel waar de zeiler in zit)
  • Zeil
  • Grootzeil - de naam zegt het eigenlijk al; het grote zeil. Hierin zitten vaak zeillatten. Op het grootzeil staat ook vaak het zeilteken met een volgnummer waaraan je kunt zien welk type boot het is. Dit kan ook een visserijnummer zijn.
  • Fok (voorste zeil, zit niet bij elke boot). Er zijn ook typen boten die een genua hebben (groter dan een fok) en ook een felgekleurde ballonfok of spinaker.
  • Giek - stalen of houten balk wat aan de onderkant aan het grootzeil zit.
  • Gaffel - balk aan de bovenzijde van het zeil. Deze verlengt als het ware de mast. De gaffel kan met een soort vork rond de mast zitten. Er zijn er ook die er langs steken.
  • Mast - staat verticaal op de boot, grootzeil zit daaraan vast. Deze balk wordt overeind gehouden met stagen. Mast, giek en gaffel worden samen het rondhout genoemd, ook al zijn ze tegenwoordig ook gemaakt van aluminium of kunststof.
  • Schoot - touw waarmee je de zeilen kan aantrekken of losser doen. Het touw zet je vast op een kikker.
    1. grootschoot
    2. fokkenschoot
  • Roer (om mee te sturen). Bij sommige typen boten is het handvat van het roer verlengd met een scharnierbare helmstok.
  • Hangbanden - hiermee kan je de boot weer rechttrekken. Je steekt je voeten erachter en gaat dan achterover leunen. Hiermee geef je tegengewicht aan de winddruk in de zeilen, waardoor de boot niet gaat kapseizen. Andere typen boten hebben hiervoor een trapeze. Dit is een tuigje dat aan de mast hangt en waarmee de zeiler buitenboord hangt voor meer stabiliteit.
  • Tell tales - dit zijn eigenlijk kleine wollen draadjes of lintjes die met een plakkertje aan de zeilen vast zitten. Hiermee kan je zien of je bij aan de wind goed vaart. Als de tell tales horizontaal staan betekent dat dat je goed vaart, als ze een beetje naar beneden staan moet je iets hoger gaan varen dus iets meer naar de wind toe sturen, als ze omhoog staan moet je lager sturen dus van de wind af.)
  • Windvaan of windpijl - de meeste type boten hebben boven in de mast een windvaan of kleinere windpijl waaraan je kunt zien waar de wind vandaan komt. Een vaan waait met de wind mee en een pijl wijst naar de windrichting toe.
  • Kiel - dit kan een vaste kiel zijn of een neerlaatbare kiel. Het is een soort plank middenonder de boot in de lengterichting die voor extra stabiliteit zorgt en dat je minder afdrijft (verleieren) en dus beter koers houdt. Soms is er een hele kleine 'kiel' in de vorm van een vin. Er zijn ook hele zware kielen waar ze ballast (bijvoorbeeld lood) in doen.
  • Zwaard - dit heeft dezelfde functie als een kiel, maar dan zitten ze als neerlaatbare planken aan de zijkant van de boot. Bij het zogeheten laveren tegen de wind in moet het zeil telkens omgezet worden (wenden). Aan de kant waar het zeil dan staat (grootzeil en fok) wordt het zwaard neergelaten. Aan de andere zijde wordt het zwaard juist opgetrokken. Zwaarden vind je vooral bij rond- en platbodems die in tamelijk ondiep water kunnen zeilen.

Er kunnen nog meer onderdelen zijn, maar dat hangt ook af in wat voor een boot je vaart.

Kapseizen

Wanneer je kapseist (of omslaat) is het zeer belangrijk steeds rustig te blijven en in de buurt van je boot te blijven. Om je boot weer recht te krijgen klim je op het zwaard. Vervolgens moet je eraan gaan hangen, zo komt de boot stilletjes weer recht. Nu de boot weer recht ligt kun je er zelf weer in kruipen, kruip nooit langs de lange zijde van de boot aan boord want dan kapseis je opnieuw, klim wel langs de spiegel in je boot.

Indien je op een schip of een grotere boot zeilt zal het zeer moeilijk zijn je boot weer recht te krijgen, dan moet je wachten tot de reddingsdienst ter plaatse is.

TIP: Om te vermijden dat je boot helemaal omslaat ga je hangen aan je hangbanden, is dit niet genoeg doe dan je zeil een beetje losser.


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Zeilen&oldid=818562"