Wikikids:Opbouw van een zin

Uit Wikikids
Versie door Mike1023 (overleg | bijdragen) op 6 feb 2022 om 20:22 (→‎Hoofdletter)
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Handleiding: Taalgebruik
Spelling
Ei of ij
Au of ou
Samenstellingen
Zinsbouw
Opbouw van een zin
Hoofdletters
Leestekens

Op deze pagina leer je hoe een zin is opgebouwd. Sommige schrijvers hebben moeite met het bepalen waar een zin precies eindigt. Daarom vind je hieronder een kort overzicht over de algemene opbouw van een zin.

Wij raden aan zinnen niet te lang te maken. Lange zinnen kunnen voor sommige lezers erg moeilijk zijn!

Onderwerp en werkwoord

  • Een goede zin heeft altijd een werkwoord! (Wat wordt er gedaan?) Hierdoor wordt het duidelijk wat er in een zin gedaan wordt.
  • Een goede zin heeft altijd een onderwerp! (Wie of wat doet dat?) Hierdoor wordt wie of wat het werkwoord uitvoert.

Voorbeelden:

  • "Nederland is een land in West-Europa."
    • Dit is een goede zin! Er is een werkwoord (is) en een onderwerp (Nederland).
  • "is een land in West-Europa."
    • Dit is geen goede zin! Het is onduidelijk wat een land in West-Europa is. Is het Nederland, België of Frankrijk?
  • "Nederland land in West-Europa."
    • Dit is geen goede zin! Er mist een werkwoord, waardoor de zin lastig te lezen is.

Hoofdletter

Een zin begint altijd met een hoofdletter!

Hierbij zijn twee uitzonderingen:

  • Een zin begint met een wordt met 's (hoge komma met s), zoals in 's morgens en 's-Hertogenbosch. In dit geval wordt de eerste letter van het tweede woord met een hoofdletter geschreven. Bijvoorbeeld: "'s Morgens maakte Immanuel Kant altijd een wandeling." en "'s-Hertogenbosch wordt ook wel Den Bosch genoemd."
  • Een zin begint met een getal (in cijfers). Bijvoorbeeld: "95% van de bevolking van Saoedi-Arabië is islamitisch."
    • Let op! Wanneer het getal uitgeschreven is, wordt er weer wél een hoofdletter gebruikt. Vergelijk: "Vijfennegentig procent van de bevolking van Saoedi-Arabië is islamitisch."

Punt

Een zin eindigt altijd met een punt!

Let op! Soms kun je in plaats van een punt ook een vraagtaken (?) of uitroepteken (!) schrijven.

Zinnen met verbindingswoorden

Soms kun je twee zinnen verbinden door een verbindingswoord. Voorbeelden hiervan zijn "maar", "omdat", "en", "of", "terwijl", "in tegenstelling tot", "zoals", "bijvoorbeeld", "want" etc.

In de meeste gevallen zet je dan een komma (,) vóór het verbindingswoord. Je gebruikt geen komma bij de woorden "en" en "of".

Voorbeelden:

  • Nederland heeft verschillende steden, zoals/bijvoorbeeld Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.
  • In Canada heeft de premier een zetel in het parlement, in tegenstelling tot Nederland en België.
  • Goede spelling is erg belangrijk, want teksten worden hierdoor duidelijk voor lezers.

Nogmaals, maak zinnen niet te lang! Voor sommige lezers zijn zij moeilijk te begrijpen.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Wikikids:Opbouw_van_een_zin&oldid=705545"