Verzilting

Een plaats waar veel verzilting plaatsvindt is het Aralmeer. Het wordt veroorzaakt door de opdroging van het meer.

Met verzilting wordt bedoeld dat water of de bodem steeds zouter wordt. Verzilting kan verschillende oorzaken hebben en komt al eeuwenlang voor. De oudste vermelding van verzilting is dan ook in 2400 v.Chr. toen men besloot een kanaal aan te leggen wat uiteindelijk een ecologische ramp werd in Sumer. Verzilting is een vorm van landdegradatie; hierbij wordt een stuk land minder bruikbaar voor de mens voor een bepaalde termijn.

Er zijn verschillende oorzaken van verzilting:

• Overstromen vanuit zee: Zeewater is zout. Wanneer een stuk land vanuit zee overstroomt verdampt op een gegeven moment het water, maar het zout blijft achter. Ook sijpelt een gedeelte van het zoute water door de bodem. Hierdoor verzilt het stuk land. Voornamelijk gebieden aan de kust kunnen hiermee te maken krijgen.
• Zoute kwel: In het grondwater zit van boven naar onder eerst een laag zoet water en daarna een laag zout water. In droge periode raakt dit zoete water op en werkt het zoute water zich omhoog (kwellen). Het gevolg is dat een stuk land verzilt. Voornamelijk in West-Nederland heeft men hier last van, aangezien men daar onder zeeniveau woont en dus veel sneller zout water heeft. In andere delen van Nederland komt het zoute water eigenlijk nooit zo snel omhoog, omdat men ervoor te hoog ligt.
• Slechte irrigatie: In al het water zit sowieso een heel klein beetje zout. Als men een stuk land beregent (regenirrigatie) of via geultjes water geeft (geulirrigatie) dan verdampt er een hoop water, maar het zout blijft achter. Langzaamaan verzilt het stuk land dus. Een oplossing is het gebruik maken van druppelirrigatie, waarbij planten bij de wortels water krijgen en er haast niets verdampt. Hierdoor blijft er haast geen zout achter. Voornamelijk heeft men hier rondom de Middellandse Zee last van.

Verzilting is slecht voor voornamelijk de landbouw en ook het drinkwater. De grond heeft poriën, hele kleine openingen, voor onder meer water en ook lucht. Zout verstopt deze openingen en daardoor kunnen veel planten niet overleven. Op den duur gaat het zout weer weg als een gebied lang niet gebruikt wordt. Wilde planten zorgen door middel van afspoelen dat dit zout verdwijnt. Tegenwoordig proberen wetenschappers ook planten te veredelen, waardoor ze beter tegen zout kunnen. Het probleem is dat dit jaren in beslag neemt en ook niet bij ieder gewas kan.