Vernietigingskamp

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Ligging van de vernietigingskampen in m.n. Polen.
De doodshoofden zijn vernietigingskampen,
de zwarte vierkantjes concentratiekampen,
de rood-gele bolletjes zijn getto's

Vernietigingskampen of dodenkampen, waren plekken waar tijdens de holocaust ongewenste mensen werden geconcentreerd en/of vermoord.

Inleiding

Vele slachtoffers, waaronder Joden, homoseksuelen, Jehova's getuigen, Roma en Sinti en mensen van Slavische afkomst, werden er veelal met goederentreinen naar toe getransporteerd vanuit de omringende landen. Alleen al vanuit Nederland zijn er duizenden naar toe getransporteerd. Er werden 107.000 Joden gedeporteerd (afgevoerd) en daarvan keerden er slechts 5.200 levend terug. Het Holocaust Namenmonument in Amsterdam herinnert daaraan, evenals het Auschwitzmonument, ook in Amsterdam.

Veelal kwamen de mensen via verzamel- en doorgangskampen. Voorbeelden zijn Kamp Westerbork en Kamp Amersfoort in Nederland, Kamp Mechelen in België en Kamp Drancy in Frankrijk.

Kampen

LEESWAARSCHUWING

Onderstaande tekst kan als schokkend worden ervaren. Niet geschikt voor jonge kinderen.

Vernietigingskampen

  • Auschwitz-Birkenau in Polen (1,1 miljoen doden)
  • Treblinka II in Polen (900.000 doden)
  • Bełżec in Polen (436.000 doden)
  • Chełmno (Duits: Kulmhof) in Polen (> 150.000 doden)
  • Majdanek bij Lublin in Polen (> 78.000)
  • Sobibór in Polen (minimaal 170.000 doden. Andere bronnen spreken van 150.000 tot 250.000 doden.)
  • Maly Trostenets in Wit-Rusland (40.000 - 65.000 doden. Eerst werd nog aangenomen dat het aantal tussen de 200.000 en 500.000 zou liggen, maar dit betrof het aantal gedode personen in de regio, niet in het kamp zelf.)
  • Jasenovac in de Onafhankelijke Staat Kroatië. Dit was toen een vazalstaat van Nazi-Duitsland waar de ustašabeweging het voor het zeggen had (de schattingen lopen uiteen van enkele tienduizenden tot bijna een miljoen doden).
Selecteren van de mensen kort na aankomst

Veelal werden de gedeporteerden bij aankomst van de trein van elkaar gescheiden. Mannen naar de ene kant en vrouwen met kinderen naar de andere kant. Dit ging op hardhandige manier. Mensen die er gezond uitzagen werden eruit gepikt en vaak kort daarna aan het werk gezet. Het kleine beetje aan bagage (een enkele koffer met wat spullen) moesten ze afgeven. Sieraden e.d. werden van ze afgenomen. Bij veel transporten die tussen 1942 en 1943 aankwamen werden grote groepen meteen richting de gaskamers gestuurd. De onwetende mensen werd wijs gemaakt dat ze moesten douchen en worden ontluisd. In aparte groepen moesten de mannen en vrouwen met kinderen zich uitkleden en werden een soort doucheruimte ingestuurd. In plaats van water kwam er gif uit de douchekoppen. Na afloop moesten andere gevangenen de dode lichamen uit de ruimte halen en naar het crematorium brengen. Daar werden de lichamen verbrand.

Werkkampen en/of concentratiekampen

Andere Duitse concentratiekampen waar velen hun leven verloren, zijn:

De vernietigingskampen waren deels dus ook werkkampen. De mensen die uit de rijen waren gepikt om te werken moesten naar het mannen- of vrouwenkamp. Daar kregen ze een nummer op hun arm getatoeëerd en moesten ze zich met koud water wassen. Ook werden hun haren afgeknipt. Ze kregen kampkleding aan. Men verbleef in houten tochtige barakken en de hygiëne was er heel slecht. Niet verwonderlijk dat er veel ziektes uitbraken. Ze sliepen op houten stapelbedden met een enkele deken en een strozak als matras (als ze die al hadden). Meerdere keren per dag moest men lang op appèl staan. Dan werden ze geteld.

De mannen moesten vaak zwaar lichamelijk dwangarbeid doen, zoals stenen sjouwen, graafwerkzaamheden en dergelijke. De vrouwen hadden vaak verzorgende of soms administratieve taken of moesten in een nabijgelegen fabriek werken, waar de werkomstandigheden ook slecht waren. Het eten wat ze kregen was slecht. Een stuk hard brood en een waterige soep was geen uitzondering. Dit leidde vaak tot ondervoeding. Wie het niet uithield of ziek werd en letterlijk onderuit ging, werd alsnog afgevoerd.

Dodenmarsen

Toen de Russen en Amerikanen in 1943-1944 de vernietigingskampen naderden, probeerden de Nazi's de sporen van de gaskamers en verbrandingsovens te vernietigen. De overgebleven gevangenen van bijvoorbeeld Auschwitz werden gedwongen te lopen naar een ander kamp, verder weg van het front. Dit worden de dodenmarsen genoemd omdat het in de winter plaatsvond en er veel mensen onderweg bezweken. Een enkeling wist te ontsnappen. Aangekomen in het andere kamp wachtten ze nog een zware tijd tot ze eindelijk bevrijd werden.

De laatste getuigen

Na 2015 zijn er een aantal boeken verschenen waarin overlevenden die op leeftijd zijn, op het laatste moment van hun leven nog verslag doen van wat ze hebben meegemaakt in de vernietigingskampen. Dramatische verhalen die voor mensen als jij en ik, die het niet hebben meegemaakt, nauwelijks te bevatten is. De verschrikkingen, het onmenselijke, het niet meer zijn dan een nummer getatoeëerd op je arm en het verlies van je familie en vrienden. Ook het onbegrip van de buurtbewoners toen de overlevenden terugkwamen vanuit de kampen naar hun oude buurt. Hun eigendommen waren weg, huizen door anderen in gebruik genomen.

Enkele van die boeken (voor 15 jaar en ouder) zijn:

  • 't Hooge nest - Roxane van Ieperen
  • Haar naam was Selma - Selma van de Perre
  • De tatoeëerder van Auschwitz - Heather Morris
  • De jongen in de gestreepte pyjama - John Boyne
  • Het eerste transport - Heather Macadam
  • Twee broers uit Auschwitz - Malka Adler

Links

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Vernietigingskamp&oldid=763335"