Uilen

Een oehoe, de grootste uilensoort

De Uilen of uilachtigen zijn een orde van roofvogels. De meeste uilen zijn nachtvogels. Daarom worden ze soms ook nachtroofvogels genoemd. Overdag rusten ze beschut, dit heet een roestplek. In de winter kun je deze soms zien doordat de bladeren dan van de bomen zijn. 's Avonds en 's nachts gaan uilen op zoek naar eten. Uilen hebben een schutkleur, dit lijkt b.v. op de schors van een boom. Ze hebben een rond, afgeplat gezicht met grote naar vorengerichte ogen die vast in de schedel staan. Daarmee kunnen ze goed zien.

Om in verschillende richtingen te kunnen kijken moet de uil steeds de kop draaien, wat ze dan ook heel goed kunnen.
Ze hebben een haakvormige snavel en krachtige, gekromde klauwen aan hun poten, die vaak met veren begroeid zijn. Uilen hebben grote ogen die helpen een prooi in het donker te ontdekken. Zij vliegen vaak geruisloos door de nacht op zoek naar prooidieren, zoals muizen.

Overdag wordt een slapende uil soms aangevallen door kleinere vogels, die hem proberen te verjagen. Uilen nestelen in een holle boom, op de grond of in gebouwen. De uil kan zijn hoofd helemaal omdraaien.

Meest voorkomende uilensoorten:

• velduil
• ransuil
• kerkuil
• steenuil
• bosuil
• oehoe
• Sperweruil

De velduil heeft een wit gezicht met zwarte veren om de ogen. Het lijkt wel een masker wat hij kan samentrekken. Als hij zit te broeden vouwt hij de donkere veren eromheen

De ransuil is kleiner dan de bosuil. De kleur van de veren lijken op de schors van een boom. Ze wonen in de winter met een groep dicht bij elkaar.

De kerkuil woont dicht bij mensen. Hij broedt in kerktorens en schuren. Zijn witte gezicht is opvallend en ook zijn veren zijn lichter dan van andere uilen.

De steenuil is erg klein. Boven zijn ogen heeft hij witte strepen die op wenkbrauwen lijken. Hij zit overdag graag in een holle knotwilg.

De oehoe eet knaagdieren en slangen maar ook kleinere uilen zoals een jonge bosuil. Hij is de grootste uilensoort. Aan de kleur van de ogen kun je zien wanneer een uil jaagt. Een steenuil heeft gele ogen; hij jaagt al laat in de middag. De oehoe en de ransuil hebben oranje ogen; die jagen in de avond en nacht.

De kerkuil heeft zwarte ogen; hij jaagt vooral 's nachts. Uilen eten vooral muizen, soms ook kikkers en insecten. Hij eet alles met huid en haar op. Wat hij niet kan verteren wordt een bal. Die braakt hij overdag tijdens het rusten uit. Meestal 2 per dag. We noemen dit braakballen. Uilen hebben zachte veren met een soort tandjes aan de buitenkant. Deze tandjes dempen het geluid als hij 's nachts vliegt. Een uil zit vaak stil op een paaltje of tak, als hij zijn prooi hoort draait hij zijn kop in die richting. Hij vliegt heel hard en maakt een duikvlucht met z'n kop vooruit. Op het laatst duwt hij zijn poten naar voren en remt met zijn vleugels af. Het begin van de balts is in februari. Daarmee roept een uil een vrouwtje om te paren. Van alle vogels leggen zij als eerste in het jaar eieren. Alleen de velduil maakt een nest. De anderen vinden een kuiltje, oud nest of holle boom. Er zijn uilenwerkgroepen in Nederland waar je je bij aan kunt sluiten.

Jonge uilen

De dag voordat het eerste ei gelegd wordt warmt het vrouwtje het nest op. Om de 2 dagen legt ze een nieuw ei, meestal 6 in totaal. De eieren zijn helemaal wit. Het vrouwtje draait de eieren regelmatig om. Na ongeveer 30 dagen komt het eerste uilskuiken uit het nest. Jonge uilskuikens hebben een eitand. Ze tikken daarmee het ei open, deze eitand verdwijnt na een paar dagen.

Eng of wijs?

• Vroeger waren mensen bang voor uilen vanwege het geluid en een schim die snel voorbij vloog
• In de middeleeuwen werd de uil afgebeeld als symbool van het kwaad.
• Bijgeloof door de schreeuw van de uil; men dacht dat er iemand stierf ging.
• Bij de Grieken is de uil een symbool van wijsheid.