Turnen
Turnen is een sport waarbij je verschillende oefeningen doet met je lichaam. Het is geen teamsport, je doet het helemaal alleen. De meeste kinderen denken dat het een "meidensport" is, maar dat is niet waar. Het is voor jongens en voor meisjes, maar er zijn wel andere onderdelen.
Warm worden
Als je begint met turnen moet je eerst opwarmen. Dat heet een warming-up. Dat komt van het Engels en betekent opwarmen. Een warming-up is erg belangrijk. Als je gaat turnen zonder dat te doen krijg je spierpijn, dat komt omdat je spieren dan nog niet warm zijn.
Niet iedereen doet dezelfde warming-up. Het is belangrijk dat je alle delen van je lichaam warm maakt. Dus ook bijvoorbeeld je handen en je nek.
Een voorbeeld van een warming-up is:
Voor je begint met turnen ga je eerst even rennen. Daarna ga je streksprongetjes doen. Daarna beweeg je met je handen en polsen en doe je een handstand. Daarna strek je je benen en probeer je met je handen je voeten aan te raken en doe je een paar koprollen. Dan doe je een split en spagaat en als laatste een hoeksteun. Het is eerst wel moeilijk als je erop gaat.
Waar is turnen goed voor
Bij turnen is lenigheid, kracht en conditie belangrijk. Kracht en conditie zijn nodig om een wedstrijd uit te houden. Lenigheid spreekt voor zich. Ook moet je bij turnen snelheid omzetten in kracht om omhoog te gaan. Bijvoorbeeld bij de pegasus.
Wedstrijden
Bij turnwedstrijden hebben vrouwen vier toestellen waarop zij turnen: de brug met ongelijke liggers, sprong (pegasus), vloer en de evenwichtsbalk.
Mannen turnen op zes toestellen: brug met gelijke liggers, sprong, vloer, voltige, ringen en het rek.
Een beschrijving van alle toestellen
Brug ongelijke liggers (vrouwenturnen)
Deze brug heeft een hoge legger en een lage. Hiertussen worden allerlei oefeningen gedaan zoals kip,buikdraai voorover/achteroven, maar ook hurk/hoek/strek salto eraf. Vaak gebruik tijdens het turnen magnesia, dat is een wit poeder wat lijkt op krijt. Door het poeder zijn de handen minder vochtig, dat zorgt voor betere grip. Ook worden er door turnsters soms "leertjes" gebruikt. Leertjes zijn een soort handschoentjes die ook zorgen voor betere grip.
Balk (vrouwenturnen)
De balk is een evenwichtsonderdeel en de meeste turnsters vinden dit het moeilijkste onderdeel van de wedstrijd. Op de balk kan je dingen doen als een koprol, handstand of radslag. Echte topturnsters kunnen een salto of flickflack (is een achteruit overslag). Ook sprongen worden veel op de balk gedaan. Voor dat je begint moet je natuurlijk strekken naar de jury en ook aan het einde.
Brug gelijke leggers (mannenturnen)
De brug is een hoog ding met twee gelijke leggers. Je kan er in zwaaien, vouwhang, spreidzit, hoeksteun, handstand en salto!
Ringen (mannen)
De ringen zijn goed om hoeksteun op te doen en salto er van af maar zwaaien kan ook en vouwhang je kan er zelfs een handstand op maken!
Paard (mannen)
Voor kleine jongens wordt een paddenstoel gebruik om te leren kreitsen. Dit is rondjes draaien met je lichaam. Pas na jaren oefenen wordt overgestap naar het paard met bogen.
Vloer (vrouwen en mannen)
Op de vloer (een grote verende mat) wordt een oefening gedaan van 12 op 12 meter. Vrouwen doen deze op muziek. In deze oefeningen zitten veel verschillende sprongen en acrobatische elementen zoals een overslag, salto of flick flack. Mannen doen dezelfde dingen, alleen doen zij hun oefening niet op muziek en zitten er geen 'danspasjes' in.
Rek (mannen)
Je kan heel veel met het rek doen zoals: borstwaartsom buikdraai, zwaaien, salto eraf, handstand en natuurlijk reuzendraai!
Sprong
Een wedstrijdsprong gebeurt over de pegasus. Voor de sprong heb je een aanloop nodig. En voor de landing heb je een mat nodig.
Synchroonturnen
Er bestaan synchroonturnwedstrijden voor trampoline. Bij die wedstrijden moet je tegelijk (synchroon) oefeningen doen samen met iemand anders.
Recreanten en de selectie
Recreanten zijn mensen die gewoon voor de lol turnen, en de selectie is een groep hele goede turners en turnsters. De selectie heeft ook verschillende moeilijkheidsgraden. In de selectiegroep moet je ook meedoen met wedstrijden.
De selectie heeft verschillende lijnen de a-lijn(het moeilijkste), b-lijn (gemakkelijker), c-lijn (het makkelijkst) d-lijn(recreanten).
Kleding
Bij turnen dragen vrouwen een mooi turnpakje. Dit kan het verenigingspakje zijn, zodat iedereen van jouw vereniging er hetzelfde uitziet. Het kan ook een pakje zijn dat je hebt gekocht bij een speciale winkel. Tijdens een training dragen veel vrouwen en meisjes een kort broekje over hun pakje, maar dit mag niet tijdens de wedstrijd aan.
Mannen dragen ook een pak, dat lijkt een beetje op een badpak. Daarover wordt een korte of een lange broek gedragen. Erg belangrijk is het dat turnkleding strak zit, zodat die niet in de weg kan zitten tijdens het turnen.
Bij vrouwen wordt het haar ook op een staart gedaan en vastgezet met speldjes, want het mag niet voor je ogen zitten.
Turnboeken
De turnserie Sanne bestaat uit 8 delen, waarin turnster Sanne de hoofdrol speelt. De boeken zijn geschikt voor sportieve lezers van 8 - 12 jaar. Schrijfster van de boeken is Paula van Manen, die vroeger zelf ook heeft geturnd en jarenlang turnles aan kinderen heeft gegeven. Zij heeft een eigen website: www.paulavanmanen.nl. Op deze website kun je veel informatie vinden over de schrijfster en de turnboeken.
De serie bestaat uit de volgende delen:
- Sanne turnt zich naar de top (2016)
- Sanne gaat voor goud (2016)
- Sanne steelt de show (2016)
- Sanne op zomerkamp (2016)
- Sanne in de selectie (2017)
- Sanne waagt de sprong (2017)
- Sanne op de ski's (2017)
- Sanne in de spotlights (gepland: 2018)