Tulp
De tulp groeit op uit een bloembol.
Oorspronkelijk komt de tulp uit Iran, Kazakstan en Afghanistan. Nomaden hebben de tulp ontdekt in de tuinen van Iran. In Turkije werd de tulp een erg populaire voorjaarsbloem (ook werd de tulp een symbool voor de vruchtbaarheid.)
In 1562 kwam de tulp in Antwerpen. De eerste stad in Europa waar de tulp is geweest. In 1593 werden de eerste exemplaren in de winkel verkocht. De bostulp (tulipasylvestris) is de enige tulp die in Nederland in het wild groeit.
Vroegen droegen sultans een tulp op hun tulband als symbool. De naam van de tulp komt van het Perzische woord tulipan dat betekent tulband.
Gekweekte tulpen
Tulpen kunnen niet groeien in een warm klimaat omdat ze een koude winter nodig hebben om te groeien.
Tulpenbollen moeten in oktober/november worden geplant en ze bloeien in april tot juni. Je hebt de gecultiveerde tulp en de bekendste tulp is de gewone tulp. Ook heb je de botanische tulp. Dat is de tulp voor in de tuin.
Het kweken van een tulp gaat zo: Een bloeiende tulp wordt bij de bloem afgesneden. Dan groeien uit zijknoppen nieuwe bloemen en dan gaat het weer opnieuw. De tulp bestaat in vele kleuren en vormen. Veel tulpen hebben vlekken of strepen dat ontstaat door een virus infectie. Vroeger waren gekweekte tulpen erg waardevol omdat ze nieuwe kleuren hadden. Elk jaar worden in Lisse in de keukenhof miljoenen tulpen tentoongesteld. Daar komen veel toeristen op af . Het bekendst zijn de tulpenvelden in Zuid-Holland en West-Friesland.
In 1630-1637 ontstond er in de republiek de tulpen rage. De prijzen waren zo hoog dat het gewicht van een tulp hetzelfde gewicht in goud waard was. Ook werden tulpen erg veel geschilderd, zoals ook door Nicolaes van Verendael. Dit was het meeste wat je over een tulp moet weten.